Hard werken, niet piepen. En complimenten? Daar werd bij Mireille Kaptein thuis niet aan gedaan. De directeur van Kaptein heeft succes met haar bedrijf en werd pas uitgeroepen tot Zakenvrouw van het Jaar Veuve Clicquot. Maar trots? Tja, ‘ik zou trotser kunnen zijn.’
‘Daar,’ wijst Mireille Kaptein, ‘ligt Alkmaar.’ Mocht er ooit iets aan het prachtige uitzicht van haar directiekamer veranderen, dan zal dat toch een teken van vooruitgang zijn; op een dag moet hier namelijk een fabriek zoals die in Oosthuizen – waar nu Kaptein’s smeltkaas wordt geproduceerd – verrijzen. Productie, opslag en verpakken: alles op één lokatie, op de Boekelermeer-Zuid in Heiloo.
Directeur van een bedrijf met meer dan tachtig jaar ervaring, klanten in 55 landen, en óók nog eens Zakenvrouw van her Jaar 2019 Prix Veuve Clicquot: ze moet toch vreselijk trots zijn? Hoe voorspelbaar die vraag ook is; het antwoord is niet zo maar gegeven. Kaptein heeft een nuchtere opvoeding gehad. Niet piepen, hard werken, beide benen op de grond. Er werd vroeger ook niet met complimenten gestrooid dus als je zoiets niet gewend bent, hoe ga je daar dan mee om?
Dan stond het zweet u tijdens de prijsuitreiking waarschijnlijk op de rug?
‘Haha, nou, dat nou ook weer niet – we zijn inmiddels heel wat jaren verder hè? – maar als ik iets aan mezelf zou kunnen verbeteren dan zit het wel in die hoek; ik zou trotser kunnen zijn. Als je ziet hoe goed het bedrijf er nu voor staat, dan is dat natuurlijk niet zo’n gekke gedachte. Ik wil de prijs, mijn positie als Zakenvrouw van het Jaar, daar in zekere zin ook voor gebruiken: meer naar buiten treden, mijn ervaringen in het familiebedrijf met anderen delen, lezingen geven, misschien ga ik zelfs iets aan coaching doen.’
Ik wil graag eerst nog iets meer over die nuchtere opvoeding weten.
‘Dat dacht ik al. De boodschap was vooral: niets komt je zo maar aanwaaien. We deden allemaal – ook mijn moeder, mijn drie jaar oudere zus Heidi en ik – mee in het bedrijf. Alles stond in het teken van de zaak. Wat mijn ouders zeiden was waar; pas later ging ik ontdekken dat er nog meer mogelijkheden waren. Ik was, denk ik, een behoorlijk braaf kind. Zoals veel van mijn generatiegenoten, deed ik gewoon wat er van me werd gevraagd.’
Wie is Mireille Kaptein?Na een diverse functies in de Noord-Hollandse vestiging te hebben vervuld, nam Mireille Kaptein (Heemskerk, 1972) in 2009 het stokje over van haar vader, René Kaptein. Sinds haar aantreden is het bedrijf sterk gegroeid. Jaarlijks gaan er miljoenen kilo’s boter en kaas over de productielijnen van Kaptein om te worden verwerkt tot producten - waaronder ‘Echte Boter’, ‘Old Alkmaar’ en ‘Alkmaars Roem’ - die over de hele wereld worden verkocht. Mireille Kaptein is getrouwd en heeft twee kinderen van 19 en 16 jaar oud.
Het familiebedrijf, zei u ooit, is de motor van de economie.
‘Ja, een familiebedrijf staat voor continuïteit, voor de lange termijn. Bij een ‘gewoon’ bedrijf zitten toch vaker mensen op tijdelijke posities die zich – mogelijk – ook net iets minder persoonlijk betrokken voelen. Mijn vader vroeg, toen hij op het punt stond om een paar flinke investeringen te doen, aan Heidi en mij of we er voor voelden om de boel over te nemen. Zo niet, dan zou hij die investeringen misschien niet meer hebben gedaan of eerder uit de zaak zijn gestapt. Voor mij was het meteen duidelijk. Ik wilde toen ik jong was al heel graag een grote organisatie aansturen. Ik ben pas 46, ik ga nog wel een tijdje mee, maar ik werk op mijn beurt ook al voor de volgende generatie. Nieuwe machines, nieuwe productielijnen. Alles voor Kaptein 4.0.’
Even kijken wat Kaptein doet? Check dan dit filmpje
En dan gaat een van uw twee zoons het overnemen?
‘Dat hangt er vanaf. Ik wil natuurlijk het beste voor mijn bedrijf. Stel nou dat mijn kinderen een ándere leuke baan hebben, of verkering krijgen in het buitenland? Als ze hier met tegenzin komen werken, is dat niet goed voor het bedrijf. In dat geval kan je dus beter voor een externe kandidaat kiezen.’
Uw man, Anne van Egmond, is hier commercieel directeur.
‘Het lijkt voor de buitenwereld af en toe een issue te zijn, maar ik denk er geen seconde over na dat ik ‘zijn baas’ ben. Mijn zus werkt hier ook; het is een groot bedrijf met erg veel mogelijkheden voor de meest uiteenlopende mensen. Maar als je doelt op de scheiding tussen werk en privé, ja, die proberen we wel in stand te houden, bijvoorbeeld door thuis zo min mogelijk over het werk te praten. Aan de andere kant is het natuurlijk wel zo dat je als ondernemer zeven dagen per week, 24 uur per dag ‘aan’ staat. Als wij samen door een supermarkt lopen, kijken we allebei naar de handel: wat wordt hier aangeboden, en hoe? Als we uit eten gaan, let ik er op hoe we worden bediend; je kunt overal van leren.’