25 APR, 2022 • Portret
Martijn Gribnau (Volksbank): 'Dutch, direct, dyslectic and disturbing'
Een groot kind met een hoog verantwoordelijkheidsgevoel. Zo noemt Volksbank-ceo Martijn Gribnau zichzelf. Ook wel: een stuiterbal die impact wil hebben op zijn omgeving.
Een rustig begin van zijn nieuwe baan was Martijn Gribnau (57) in 2020 niet gegund. Hij was net terug uit de VS en wilde vol goede moed als nieuwe ceo van de Volksbank van start gaan toen er een soort ‘vulkaanuitbarsting’ plaatsvond in de bestuurskamer. Allerlei sluimerende spanningen tussen de zittende bestuursleden kwamen ineens aan de oppervlakte. Wat uiteindelijk leidde tot het vertrek van een aantal van hen bij de bank (waar SNS, ASN Bank, RegioBank en BLG Wonen onder vallen). En dat voor iemand die zelf zweert bij transparantie en geen verborgen agenda’s.
Meneer Gribnau, was het geen gruwel om zo te beginnen?
‘Ik weet niet of dat het woord is. Het was wel bizar en verdrietig. Op zo’n moment kun je twee dingen doen: opstappen of in actie komen. Ik heb dat tweede gedaan, want ik loop niet weg voor uitdagingen en complexe situaties. Sterker: als ik er vooraf van had geweten, had ik nog steeds ‘ja’ gezegd toen ik werd gevraagd.’
Het was niet de enige domper die hij moest verwerken in de begintijd. Zijn vrouw Anita, die als consultant voor non-profitorganisaties werkt, was nog in Amerika op dat moment. Door twee achtereenvolgende lockdowns in de VS en in Nederland heeft hij haar vijf maanden niet kunnen zien. ‘Dat viel niet mee, want zij is de belangrijkste persoon in mijn leven. We hebben elkaar op 15 juni 1990 leren kennen en gingen na tien dagen samenwonen. In die maanden van afstand hebben we veel gefacetimed, en laten we wel wezen: vijf maanden op een mensenleven valt best mee. Maar dit gaat me nooit meer gebeuren.’
Jullie hebben geen kinderen.
‘Nee, dat was een bewuste keuze. We waren al wat ouder toen we elkaar leerden kennen, en wilden naar het buitenland. Ik vind kinderen een zeer hoge verantwoordelijkheid, ook gezien mijn eigen jeugd, en zag niet hoe we dat konden combineren. Mijn vrouw ook niet. Maar we zijn een hele goede oom en tante, die hun neefjes en nichtjes meenemen naar New York en naar de musical. Ik denk nu ook wel dat ik een goede vader zou zijn geweest, maar besluiten neem je op basis van wat je op dat moment weet, en dan moet je later niet terugkijken.’
Gribnau werd geboren in Berlijn, waar zijn ouders woonden in verband met het werk van zijn vader. Die verliet het gezin toen hij 6 is. Zijn moeder stond alleen voor de opvoeding van drie kinderen. Op zijn 13de kreeg hij een stiefvader. ‘Dat is mijn emotionele vader, mijn eerste vader is mijn biologische vader.’
Een vaderfiguur had hij op die jonge leeftijd wel weer nodig. ‘Ik daag van nature uit en heb heel veel energie.’ Hij weet dat hij over kan komen als een ‘stuiterbal’ en een ‘chaoot’ bij mensen die hem voor het eerst ontmoeten. ‘Adhd? Ja, hoor.’ Op zijn Amerikaanse cv staat: ‘Dutch, direct, dyslectic and disturbing (also irritates himself)‘. Hij probeert er rekening mee te houden. ‘Het is een soort kracht die ook nadelen in zich heeft. Het positieve is dat ik mensen kan enthousiasmeren en stimuleren, het negatieve is dat ik intimiderend kan overkomen en luister met vertraging: ik hoor je wel, maar ben in mijn hoofd alweer verder. Ik probeer letterlijk langzamer te spreken om mijn hersens te vertragen.’
‘Ik hoor je wel, maar in mijn hoofd ben ik alweer verder’
Veel respect heeft hij voor zijn moeder, die hem veel liefde heeft gegeven en hem ook heeft gestimuleerd om ruggengraat te tonen en ambitieus te zijn. ‘Ik heb ooit een mavo-advies gekregen omdat ik altijd heel slecht in testen ben geweest. Mijn moeder wist dat ik meer kon en stuurde aan op een nieuwe test. Daar kwam atheneum uit.’ Zijn moeder is vorig jaar overleden op 80-jarige leeftijd. ‘Ze heeft het moment zelf gekozen, het was op voor haar. We stonden op dezelfde dag in de krant: zij met haar overlijdensbericht en ik met de nieuwe strategie van de Volksbank. Hoe mooi is dat! Ze had nog gevraagd: wanneer komt het uit als ik eruit stap? Die humor had ze. Ik heb toen geantwoord: nou, als het kan op de dag van een vergadering met de raad van commissarissen…’
Wat heeft u aan uw jeugd overgehouden?
‘Ik omschrijf mezelf wel als een groot kind met een hoog verantwoordelijkheidsgevoel en enig organisatietalent. Dat talent heb ik van mijn moeder. In de periode zonder vader voelde ik mij de man in huis. Daar is wel iets van zorgzaamheid uit voortgekomen. Daarnaast ben ik allergisch voor mensen die duiken, weglopen, scheiden zonder te zorgen voor hun kinderen. Dat grijpt natuurlijk terug op mijn eigen jeugd, maar dat moet je verder niet over-analyseren. Mensen zijn 50 procent DNA en 50 procent omgeving.’
Hij wilde eigenlijk chirurg worden, maar daar was een van zijn ogen te slecht voor. Dan maar bedrijfskunde: niet mensen, maar bedrijven beter maken. En bedrijven bestaan toch ook uit mensen? Gribnau begon als trainee bij Nationale Nederlanden en ING omdat hij zo naar het buitenland kon, en omdat hij in de financiële dienstverlening wilde werken. ‘Iets van nuttigheid, een maatschappelijke rol. Daar heb ik meer mee dan met potten verf verkopen.’
Hij kon voor ING met zijn vrouw naar Amerika, het land waar hij als kind al van droomde. ‘Ik wilde ooit in zo’n Amerikaanse wolkenkrabber werken. Wij gingen op vakantie naar De Panne in België, meer zat er niet in voor een alleenstaande moeder met kinderen.’
Wat trok u zo aan in Amerika?
‘De ruimte, zowel geestelijk als fysiek. En het ondernemerschap en de snelheid. Als je aan de rand van de Grand Canyon staat, besef je hoe nietig en tijdelijk je bent, een seconde op de eeuwigheid. Dan kun je die seconde maar beter goed gebruiken. Maar ik verheerlijk de VS niet. Wat er sinds Trump is gebeurd, de polarisatie, dat is schokkend.’
‘Je bent een seconde op de eeuwigheid, dus gebruík die seconde’
Hij keerde terug naar Nederland en bleef voor ING werken, met functies die hem naar Japan en Hongarije brachten. In 2012 lastte hij een sabbatical in. ‘De mensen van wie ik veel had geleerd waren weg, en ik vond dat het in die periode te veel over aandeelhouderswaarde ging. Je moet dan uitkijken dat je geen zuurpruim wordt die mensen tegenhoudt in plaats van stimuleert. Zeker als je zoals ik gelooft in de kracht van teams. Met een goed team kun je alles.’
Tijdens zijn sabbatical deed hij onder meer een project voor het Rode Kruis. Daarnaast sportte hij veel – onder meer marathons – en had hij gesprekken over zichzelf en de toekomst. Zo wilde hij weten waarom hij altijd zo competitief was.
En, wat kwam er uit dat zelfonderzoek?
‘Het blijkt dat ik dat competitieve van mijn biologische vader heb. Ik had dat vijftien jaar weggedrukt. Nu ik het in mijn hart heb gesloten, weet ik dat ik niet meer continu hoef te bewijzen dat ik de beste ben, of niet langer net zo goed wil zijn als die ander. Dat blokkeert je in de stappen die je kunt maken.’
Na het sabbatical vertrok hij voor de tweede keer naar Amerika, waar hij als ‘veranderingsmanager’ ging werken voor Amerikaanse bedrijven. Hij wilde alleen voor een baan als die bij de Volksbank terugkeren naar Nederland. Een bank die voortkomt uit nutsspaarbanken en de banken en verzekeraars van vakbonden, en die zich onder meer richt op bedrijven met zo’n 10 werknemers. ‘Ik zie deze baan ook als iets terugdoen voor de Nederlandse maatschappij, want die heeft mijn studiebeurs betaald.’
Waarom eigenlijk niet zelf ondernemen?
‘Ik ben een laffe loonslaaf. Het zal de angst zijn om voor anderen, mijn personeel, te moeten zorgen. En ik houd van de complexiteit van een grotere organisatie. Zoals bij de Volksbank: een bedrijf in staatshanden, omgaan met de raad van commissarissen. Mijn broer is wél ondernemer en heeft een communicatiebureau, daar heb ik diep respect voor.’
Als ceo – wat hij een verschrikkelijke term vindt – wil hij impact hebben op zijn medewerkers. ‘Ik noem het chief enabling officer, iemand die mogelijkheden schept voor anderen. Het gaat niet om de titel maar om wat je doet. Een titel krijg je, leiderschap verdien je’, zegt hij in het Engels, een citaat uit een van de vele managementboeken die hij leest. Medewerkers mogen ook best ‘kop dicht’ tegen hem zeggen als hij tijdens vergaderingen weer eens doorratelt.
In het weekend mag hij graag een werkmap doornemen, bij voorkeur in een koffietent. ‘Ik vind werk gewoon écht leuk.’ Ontspannen doet hij met intensief sporten en ‘foute’ films, waaronder kerstfilms van Hallmark. ‘Aan het einde dreigt het toch nog mis te gaan, en dan komt het weer goed. Die films brengen me terug naar mijn kindertijd. En daar zit ik dan gezellig bij te huilen. Daar schaam ik me niet voor.’
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Wie is Martijn Gribnau?Volksbank-ceo Martijn Gribnau werd in 1964 geboren in de Duitse hoofdstad Berlijn waar zijn ouders toen woonden in verband met het werk van zijn vader. Studeren deed Gribnau in Groningen (management en organisaties) waarna hij in 1990 aan de slag ging bij Nationale Nederlanden. Hij vervulde diverse functies bij Nationale Nederlanden en daarna bij Postbank en ING. Voor ING belandde hij in 1993 in onder meer de Verenigde Staten, Japan en Hongarije. Na een sabbatical in 2012 verhuisde hij naar de Verenigde Staten waar hij als eerst als chief change officer aan de slag ging bij IPsoft (2013) en daarna als chief transformation officer bij Genworth Financial (2015). In 2020 maakte Gribnau de overstap naar de Volksbank waar hij ceo is.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Handig: de wekelijkse Forum-alert