29 JAN, 2024 • Achtergrond

Greenpeace versus Verstegen: ‘Gaan we elkaar vinden?’

Wat als een ondernemer met duurzame ambities in gesprek gaat met een activist van Greenpeace? Is er begrip voor diens dagelijkse dilemma’s of worden die vooral als smoesjes gezien? ‘Ik wil niet wachten op een ceo die wakker wordt met het idee: nu ga ik het anders doen.’

 

‘Oh. Ik vind het niet leuk als ik als tegenpool wordt neergezet’, waarschuwt Meike Rijksen. Zij is campagneleider bij Greenpeace, waar ze zich onder meer buigt over plastic verpakkingen en ontbossing. ‘Voor de foto wil ik ook geen boze pose aannemen.’
Ze wil het maar even gezegd hebben. Rijksen is dan al een dik uur in gesprek met Michel Driessen, ceo van kruiden- en specerijenfabrikant Verstegen. Ze praten onder meer over de dilemma’s die hij tegenkomt bij het najagen van zijn duurzame ambities. ‘Ik merk namelijk dat we best veel gemeen hebben, toch?’

 

Driessen: ‘Mee eens.’

 

Als er zichtbaar verschil is, dan is het in het voorkomen. De boomlange ondernemer in net jasje en broek, de kleine campagneleider in casual broek en gympen. Maar beiden bevlogen, en geïnteresseerd in wat de ander te zeggen heeft.
Even terug naar een uur eerder. Rijksen vertelt net dat ze herstellende is van een zware griep, wie weet opgelopen toen ze meeliep met de grootste klimaatmars ooit in Nederland, in november, waar 85 duizend mensen op de been waren.
Of zo’n klimaatmars ook iets voor Driessen zou zijn geweest?

 

Driessen: ‘Nee. Nee. Ik ben niet zo van het protesteren. Ik ben meer van het doen. Ik pak liever een project op om daadwerkelijk iets voor het klimaat te betekenen. Zo’n klimaattop in Dubai, waarbij iedereen in het vliegtuig stapt om te gaan vergaderen… daar heb ik niks mee. Laten we gewoon de mouwen opstropen en het voor elkaar krijgen, denk ik dan.’

 

Rijksen: ‘Als je zegt, die klimaattransitie, daar moeten we met zijn allen aan trekken, daarmee ben ik het eens. Alleen gebeurt dat niet. En al heel lang niet. Verontrustende rapporten vliegen ons om de oren, ngo’s en wetenschappers slaan alarm. Maar grote bedrijven doen nog veel te weinig om aan de klimaatdoelen van Parijs te voldoen. Zonder internationale samenwerking gaan we het niet redden – dus die top in Dubai is wèl nodig. We moeten afspraken maken en we moeten elkaar daarvoor verantwoordelijk stellen. De vraag is alleen: hóe krijgen we het bedrijfsleven in de actiemodus?’ 

 

Wie is Michel Driessen?Michel Driessen (1978) begint in 1994 bij familiebedrijf Verstegen Spices & Sauces. In 2009 neemt hij het bedrijf over van zijn vader. Zijn ambitie als ceo is om van Verstegen het meest duurzame bedrijf van de wereld te maken.

Wie is Meike Rijksen?Meike Rijksen (1988) gaat aan de slag bij voedselwaakhond Foodwatch voordat ze bij Greenpeace terechtkomt. Daar werkt ze inmiddels acht jaar als campagneleider, en buigt zich onder meer over plastic verpakkingen en ontbossing.Driessen: ‘Dat is ook mijn vraag. Hoe kunnen ondernemers aangezet worden om echt met verduurzaming bezig te zijn? En dan gaat het om meer dan zonnepanelen op het dak plaatsen.’

 

Rijksen: ‘Precies! Maar wacht, moeten we niet eerst kennis maken of gaan we meteen rrrrats down the rabbit hole??’

 

Bliksemschicht

Eerst kennismaken dan. Driessen is de vierde generatie binnen het familiebedrijf Verstegen Spices & Sauces, opgericht in 1886 in Rotterdam. ‘In mijn ogen draaide het bedrijfsleven vooral om geld en macht. Dat zag ik deels bij mijn vader. Hij had een bepaalde zakelijkheid, kilheid misschien zelfs. Dat wilde ik niet. Ik heb altijd gevoeld dat er een andere rol bij ons bedrijf paste. Maar welke dat was, wist ik nog niet.’
Zaadjes in zijn hoofd worden geplant als Driessen reizen maakt naar India en Indonesië, waar het bedrijf specerijen inkoopt als peper, kaneel en nootmuskaat. ‘Dan kom je in gehuchtjes waar mensen aan het overleven zijn, meer dan dat is het niet. Je weet dat de wereld niet eerlijk in elkaar zit, maar toen daalde het besef echt neer.’
Tijdens een ochtend – ‘ik was me aan het scheren’ – weet hij ineens wat de rol van Verstegen moet zijn: duurzaamheid. ‘Dat kwam als een bliksemschicht bij me binnen.’ Vanaf dan heeft Driessen de ambitie om van Verstegen het meest duurzame bedrijf ter wereld te maken, met balans in mensen, maatschappij en milieu.
Inmiddels is Verstegen vrijwel volledig van het gas af, ze hebben een eigen afvalwaterzuiveringsinstallatie. Boeren met wie ze werken, krijgen een eerlijke prijs. ‘Je hebt als ondernemer de mogelijkheid en middelen om iets te veranderen in de wereld. Om de wereld beter achter te laten. Dan maakt het niet uit welk bedrijf je hebt en hoe klein die verandering is. Je moet gewoon begínnen.’

 

‘Greenpeace is voor mij de meest effectieve plek om te kunnen bijdragen aan een leefbare aarde’

 

Niet wegkijken

Rijksen heeft biologie gestudeerd in Leiden, daarna milieukunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. ‘Ik ben opgegroeid in een sociaal, links gezin. De rest van mijn familie werkt allemaal in de zorg. Ik heb een zwaar gehandicapt zusje, waardoor er eigenlijk altijd veel zorgen thuis waren. Dat heeft iets in mijn karakter teweeggebracht waardoor ik wil opkomen voor iedereen die níet goed voor zichzelf kan opkomen.’
Tijdens haar studie milieukunde buigt ze zich met medestudenten over het fosfaatprobleem, het stikstofprobleem, het klimaatprobleem. ‘Heel heftig om te realiseren wat er op ons afkomt. Dan kan ik niet wegkijken en niets doen. Greenpeace is voor mij de meest effectieve plek om te kunnen bijdragen aan een leefbare aarde in de toekomst.’

 

Ontbossing

Dus dat is het vlees dat we in de kuip hebben. Tegen Driessen: ‘Oké, om in te gaan op je verhaal. Ik vind het bewonderenswaardig wat je doet en dat meen ik. Maar het klimaatprobleem is inmiddels zo urgent, dat ik niet wil vertrouwen op een ceo van een bedrijf die wakker wordt met het idee: nu ga ik het goed doen. Die tijd hebben we gewoon niet. De grote bedrijven met wie we om de tafel zitten, maken mooie beloftes: ja hoor, we gaan onze keten verduurzamen. Ja hoor, we gaan ontbossing voor onze producten stoppen. Maar die beloftes worden keer op keer niet waargemaakt.’
Daarom is overheidsingrijpen onmisbaar, als stok achter de deur, benadrukt Rijksen. Zo heeft Greenpeace de afgelopen jaren gelobbyd voor de Europese bossenwet, die in 2020 in het Europees Parlement is aangenomen. ‘Bedrijven mogen bijvoorbeeld voortaan geen palmolie meer uit Indonesië in de Europese Unie plaatsen, als er voor die palmolie is ontbost. En momenteel zijn we aan het knokken voor soortgelijke wetgeving die voorkomt dat banken ontbossing financieren. Greenpeace wil een hard standpunt innemen, om op die manier iets dat onacceptabel en onhaalbaar wordt geacht in de maatschappij – het reguleren van de financiële sector bijvoorbeeld – bespreekbaar te maken. Zo willen we het maatschappelijke en politieke debat aanzwengelen. Want bedrijven gaan uit zichzelf niet snel en radicaal genoeg.’

‘We hebben dezelfde idealen. Ik denk dat de wereld die we voor ons zien in de toekomst overeenkomt. Maar de weg om daar te komen, bewandelen we anders’, zegt Greenpeace campagneleider Meike Rijksen

‘We hebben dezelfde idealen. Ik denk dat de wereld die we voor ons zien in de toekomst overeenkomt. Maar de weg om daar te komen, bewandelen we anders’, zegt Greenpeace campagneleider Meike Rijksen

Olievlek

Aan Driessen ligt dat niet, dat ziet ze wel. Wat de ondernemer vooral doet is: in het begin kleine stappen maken. En goed onderzoeken wat het precies is wat je wilt veranderen. Neem het agroforestry-project dat Verstegen heeft opgestart in Costa Rica, waarbij bewust land- en bosbouw worden gecombineerd. Driessen: ‘Daar willen we vanille verbouwen, koffie en cacao, in combinatie met palmbomen. Daar is geen boom voor gekapt. Dan gebruik je dezelfde hoeveelheid land voor meer gewassen en zorg je voor meer inkomensstromen voor de boer. Het project is kleinschalig, te behappen, betaalbaar, en zo kweek je ambassadeurs waardoor het project zich als een olievlek – verkeerde woordkeus trouwens – uitbreidt.’
Of Verstegen over de gehele linie verantwoordelijk is voor een stuk ontbossing?

 

Driessen: ‘Dat weet ik gewoonweg niet. We verkopen ongeveer 3.500 verschillende eindproducten waarin onze kruiden en specerijen zijn verwerkt, en waarvoor we achthonderd tot duizend verschillende grondstoffen inkopen. Daar zitten ondoorzichtige ketens tussen. Boeren zijn vaak small holders, die hebben een hectare grond in de middle of nowhere. We zijn bezig om de oorsprong van al die grondstoffen te achterhalen, de basis te leggen. Maar dat is een vrij omvangrijk onderzoek.’

 

‘Veel leveranciers willen niet dat je achter hun deur kijkt’

 

Wel heeft het bedrijf hiertoe al diverse programma’s opgezet, zoals Spice-Up, waarbij Verstegen met acht Nederlandse partners en met Indonesische peperboeren samenwerkt. Bij de nootmuskaat van Verstegen kun je via QR-codes de reis van boer naar de supermarkt volgen. ‘Maar bij een kleiner product ben je meer afhankelijk van je leverancier. Je moet ervoor zorgen dat hij je inzicht gaat geven in zijn keten. Dat is lastig, want veel leveranciers willen niet dat je achter hun deur kijkt. Dat zijn dagelijkse problemen waar je tegenaan loopt als je wilt verduurzamen.’

 

Rijksen: ‘Werken jullie samen met sectoren voor wie dat traceren al een verplichting is? Met de houtsector bijvoorbeeld?’

 

Driessen: ‘Nee. Wel met andere specerijenbedrijven. Alleen zie je dan dat projecten meteen te groot worden opgezet. Dan willen ze in een keer 100 duizend boeren meenemen in een nieuwe manier van landbouw en opleiden. Dat is niet te doen natuurlijk.’

 

Rijksen: ‘Zijn er bedrijven die bij jullie aankloppen en zeggen, joh, hoe doen jullie dat nou?’

 

Driessen: ‘Nog steeds te weinig, in mijn ogen.’

 

Rijksen: ‘Hoe komt dat?’

 

Driessen: ‘Pfff, Verstegen is een familiebedrijf met een andere blik op de horizon. Ik heb de hoop dat het bedrijf schoon overgaat naar de volgende generatie, wie weet naar een van mijn kinderen, en dat ze met een schone lei kunnen beginnen. Andere bedrijven – en zeker de beursgenoteerde – hebben wellicht een andere filosofie over de toekomst. Ik ben ook de enige aandeelhouder bij Verstegen. Niemand die tegen me zegt dat ik vooral meer geld moet verdienen. Ik kan me blijven richten op die duurzaamheid.’

 

Bodemloze pot

Maar, geld is wel een ding. ‘Ik heb dit bedrijf jaren geleden van mijn vader overgenomen en daarvoor heb ik me in de schulden gestoken. Dat moet afgelost worden. Daar gaan onze verdiensten deels heen, deels naar verduurzaming. We hebben geen bodemloze pot geld, en we kunnen niet aankloppen bij een groep aandeelhouders voor een financieringsronde. Dat is een nadeel als je snel duurzame stappen wilt maken.’
Tel daarbij op de gestegen grondstofprijzen, inflatie, het tekort aan personeel. ‘Dan krijg je lagere marges. De eerste vraag die dan op tafel komt bij bedrijven, ook bij Verstegen, is: moeten we wel doorgaan met het duurzaamheidsproject?’

 

Rijksen: ‘Dat is dus het eerste dat afvalt.’

 

Driessen: ‘Bij Verstegen niet. We gaan door omdat we altijd die continuïteit op de lange termijn voor ogen hebben. Maar het is lastig, soms, om die ambities te realiseren. Ook om mensen binnen het bedrijf mee te nemen in dat duurzaamheidsproces. Verandering, dat vinden veel mensen niet leuk. Lastig. En dat geldt soms ook voor je leveranciers hè, en je klanten.’

 

Rijksen: ‘Maar gaan ze dan met de hakken in het zand?’

 

Driessen: ‘Nee. Vaak gaat het simpelweg om niet weten hoe dingen aan te pakken. Voorbeeld. Met name in de business to business markt gebruiken we grote plastic verpakkingen. Nou, daar wilden we vanaf. Dus startten we een pilot met kartonnen verpakkingen, maar dat werd één grote brok samengeklonterde specerijen. Plastic is dan toch ideaal om de inhoud goed te houden, maar ja, de publieke opinie ziet dat anders. Overigens zei een verpakkingsdeskundige letterlijk dat er geen duurzamere verpakking is dan plastic.’

 

Rijksen: ‘Nou, het is maar hoe je duurzaamheid definieert. Dan is er alleen gekeken naar CO2-uitstoot bij het maakproces. Maar om plastic te maken heb je ook fossiele brandstof – olie – nodig. En plastic eindigt op de brandhoop, of in het milieu. Dat is verre van duurzaam.’

 

Driessen: ‘Bij ons belandt die niet op de brandhoop hoor. Plastic wordt bij ons hergebruikt. Maar het blijft een ingewikkelde discussie.’

 

Rijksen: ‘Ook hier zitten we vast in een systeem, de wegwerpcultuur. Vroeger kwam de melkboer langs en haalde de lege flessen op die je voor de deur had gezet. Ook hierin proberen we als Greenpeace grote bedrijven aan te jagen met nieuwe oplossingen te komen. En dat gebeurt. Denk aan tabletten schoonmaakmiddelen die je kunt aanvullen met water of aan shampoobars. Dan heb je minder plastic verpakkingen nodig. Maar ook dit gaat niet snel genoeg. Dus bedrijven: kom met die commitment en wees creatief.’

 

Driessen: ‘Waarom werken jullie eigenlijk niet samen met bedrijven, om hen daarin te helpen? Is het niet interessant voor Greenpeace om breder te gaan dan alleen het activistische?’

 

Rijksen: ‘Nee, dat is niet de rol die we hebben besloten te spelen. Onze rol is vooral het ombuigen van een systeem, de mindset van mensen. Samenwerken met bedrijven doen we niet. Ook om zo onafhankelijk mogelijk te blijven en altijd te kunnen wijzen op waar het niet goed gaat.’

Maar Rijksen ziet die overeenkomsten wel, tussen haar en Driessen. ‘We hebben dezelfde idealen. Ik denk dat de wereld die we voor ons zien in de toekomst, dat die overeenkomt. Maar de weg om daar te komen, bewandelen we anders.’

 

Driessen: ‘Zo zie ik het ook. En uiteindelijk, aan het eind, vinden we elkaar wel.’

Dealen met dilemma’sDit artikel komt uit de Bilderbergspecial die de redactie van Forum maakte in aanloop naar de Bilderbergconferentie. Onderwerp is dealen met dilemma’s. Hoe kies je als je moet kiezen, maar dat niet al te makkelijk gaat? Welke belangen en afwegingen spelen dan een rol? Hoe maak je dan een keuze? Meer artikelen uit dit nummer vind je onderaan de pagina. 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Achtergrondbilderbergbilderbergconferentieceoco2 (koolstofdioxide)duurzame energieenergie en klimaatenergietransitiefamiliebedrijfklimaatsingle use plastics