Amsterdam wil in 2050 helemaal circulair zijn en daarmee een voorloper in het land, misschien zelfs mondiaal. Is dat haalbaar en wat betekent die keuze eigenlijk voor ondernemers? Een kijkje bij drie bedrijven die al hebben ingezet op circulariteit.
Skeletten van de bekende NS-leenfietsen liggen opgestapeld in een kooi, midden op het terrein van de Roetz Fair Factory in Amsterdam Noord. Frames zonder wielen. Eromheen, bijna als publiek, staan nog meer NS-fietsen en een rij van de welbekende oranjegroene Postcode-fietsen. Langs de zijkanten een hele haag gevarieerde fietsen. ‘Door de gemeente verwijderd en bestempeld als ‘wees'-fiets’, legt Laurens Nolet uit. De chief operations officer (coo) van Roetz Bikes wijst om zich heen naar grote bakken. ‘Hierin zit rubber van de banden, deze zit vol metaal en die met kunststoffen’. Eenmaal binnen in de fietsfabriek zijn er nog veel meer onderdelen, uitgezocht op type en bruikbaarheid. Nolet laat zijn handen door een bak met zadelpennen gaan. Hij trekt een lade open met versnellingen en grabbelt in een bak met losse trappers.
Waar het allemaal toe leidt, is halverwege de grote loods te zien. Niet alleen staat er een rij glimmende NS-fietsen – gemaakt van oude exemplaren, maar het lijkt alsof ze nét nieuw uit de fabriek komen – maar ook de fietsen van Roetz zelf, een opvallend type stadsfiets met een nostalgische vormgeving. ‘En’, merkt de coo trots op, ‘We hebben ‘s werelds eerste circulaire e-bike ontworpen en in productie genomen. Helemaal opgebouwd uit los te koppelen modules. De wielen, het stuur, de batterij, noem maar op, die kun je allemaal vervangen als ze kapotgaan of als nieuwe technologie in de fiets moeten komen. Ook circulair.’