Branchevereniging aan het woord: Royal Anthos

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
11-07-2023

In deze serie komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord. Deze week directeur Mark-Jan Terwindt van Royal Anthos, de Koninklijke Handelsbond voor Boomkwekerij- en Bolproducten.

 

Vertel eens over uw branche en branchevereniging.

‘Onze vereniging heeft meer dan tweehonderd leden, die bij elkaar 1.500 vaste medewerkers in dienst hebben en een omzet van 2,2 miljard euro. Daarmee vertegenwoordigen we 85 procent van de markt. We behartigen met een klein clubje van tien medewerkers de belangen van onze branche, waarvan het toerisme een belangrijke is. Een mooi voorbeeld is de tulp die First Lady Jill Biden dit voorjaar met haar naam heeft gedoopt om zowel de handel met de Verenigde Staten als het toerisme een stimulans te geven. Een ander belangrijk thema is de vergroening van steden en daarmee het verbeteren van de leefbaarheid.’

 

Wat is uw achtergrond?

‘Sinds februari ben ik directeur bij Royal Anthos. Ik heb twintig jaar gewerkt in de bloemen-, planten- en groentesector. Zo heb ik gewerkt in de sierteeltsector bij Royal FloraHolland en Noviflora. Het bevalt me goed om me in deze functie te kunnen inzetten voor onze brancheleden en zo het verschil te kunnen maken.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘De grootste uitdaging op dit moment is hoe we versneld toe kunnen naar duurzame teelt en handel in onze sector. 80 procent van de productie is bestemd voor de export. Dat moet gebeuren op een manier die veilig is, vrij van ziekten en plagen, maar wel duurzaam. Dat is een spanningsveld waar we ons veel mee bezig houden. We noemen dat zelf: een werkbare balans creëren. Daarvoor werken we veel samen met andere partijen.’

 

En wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘We zijn heel actief bezig met de uitwerking van Brexit. Daarvoor begint nu operationele wetgeving te komen. We werken samen met onze Britse collega’s om de import en export goed te blijven stroomlijnen onder deze nieuwe wetgeving. Dan gaat het vaak om heel praktische zaken, zoals: waar worden de controles gehouden? Welke voorwaarden stellen we aan fytosanitaire procedures, de eisen als het gaat om plantenziekten en -plagen?’

 

Hoe ziet u de toekomst?

‘Die zie ik kleurig tegemoet, maar wel met de nodige uitdagingen. Als ik zie dat de Keukenhof dit jaar op de vijfde plek staat van toeristische attracties in Zuid-Holland, en dat in slechts 12 weken tijd, dan stemt me dat positief. Dat is de kracht van het product. Tegelijkertijd lig er een grote uitdaging op ons te wachten: kunnen wij op een maatschappelijk verantwoorde manier invulling blijven geven aan ons werk?’

 

En die van de branchevereniging?

‘De branchevereniging zie ik als een buffer tussen de overheid en onze leden. Wij gaan geen standpunten verdedigen die niet zelf door onze leden worden gedragen. Elk individueel lid heeft niet de ruimte om zelf op te komen voor de bredere belangen, dat zal ook zo blijven. En omgekeerd geldt hetzelfde: de overheid kan nooit elk lid van onze vereniging apart spreken. Ik zie wel dat de complexiteit toeneemt en dat de aandacht verschuift van Den Haag naar Brussel. Dat betekent dat we meer samenwerking zullen zoeken met andere brancheverenigingen om gezamenlijke belangen te behartigen.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Eigenlijk om dezelfde reden dat onze leden lid zijn van ons. Voor de overkoepelende belangen die wij als vereniging belangrijk vinden kunnen wij bij VNO-NCW terecht. Zij kunnen vervolgens richting overheid onze stem laten horen. Daarin zie ik nut en noodzaak van een organisatie als VNO-NCW.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Met Theo Heere van de Vereniging voor de bakkerij- en zoetwarenindustrie. Ten eerste uit persoonlijke interesse, omdat ik een zoetekauw ben. Maar ook omdat zij al langer te maken hebben met een ander soort maatschappelijke druk, namelijk om producten te maken die gezonder zijn en minder suiker bevatten. Ik geloof dat je heel veel kan leren van andere branches als je naar de overeenkomsten kijkt.’