Koninklijke Nederlandse Slagers (KNS) is de branchevereniging voor de ambachtelijke slagers. Directeur Marian Lemsom vertelt wat er speelt bij de KNS.
Wat is er te vertellen over de branche en branchevereniging?
‘Wij vertegenwoordigen ambachtelijke slagers die een winkel hebben of aan de horeca leveren. Een slager is een specialist in de verkoop van vlees, maaltijden, snacks en broodjes. Het is een veelzijdig vakman bij wie je terechtkunt voor een ambachtelijk product op maat en persoonlijk contact en bereidingsadvies. Slagerijen zorgen bovendien voor sociale cohesie in de buurt en hebben maatschappelijke waarde, bijvoorbeeld door lokale sportverenigingen te sponsoren.
Op het bureau van KNS ondersteunen we met achttien medewerkers slagers in hun rol van werkgever, ondernemer en vakman. We hebben een cao, eigen pensioenfonds en opleidingsfondsen. Daarnaast zijn we bijvoorbeeld bezig met de hygiënecode, allergenen, etiketteringswetgeving en vaktechnisch advies, maar ook met online verkopen en vestigingspunten. Voor al die onderwerpen hebben we specialisten in huis.’
Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?
‘De energiekwestie is voor ons als energie-intensieve sector nijpend. De liquiditeit van onze leden komt door de verhoging van voorschotten in het geding. Er moet echt een oplossing komen, wil de ambachtelijke slager kunnen blijven bestaan. Gelukkig lijkt er een regeling te komen.
Daarnaast hebben we branchebreed te maken met personeelstekort, zowel in de winkel als de worstmakerij. We werken aan nieuwe instroom via onze eigen vakopleiding bij SVO. Via MKB-Nederland doen we mee aan de mkb-route in het hbo. De eerste studenten die tijdens hun opleiding kunnen leren en werken bij slagersbedrijven zijn gestart.’
Wat zijn belangrijke lobbypunten?
‘Eerder dit jaar was er sprake van een vleestaks, maar die is nu voorlopig van de baan. We maakten ons verder hard voor de subsidie voor praktijkleren. En natuurlijk vragen we aandacht voor de verhoging van het minimumloon. Het is lastig als je onverwachts wordt geconfronteerd met weer hogere loonkosten als je net een nieuwe cao had afgesloten.’
Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?
‘Bij KNS werk ik al 11 jaar, sinds 3,5 jaar in rol van directeur. Ik heb hogere hotelschool gedaan. Hiervoor werkte ik in marketing- en salesfuncties bij horeca- of recreatieve bedrijven, waaronder Walibi Flevo en HMSHost Schiphol. Ik ben enorm trots dat ik voor deze branche mag werken en heb affiniteit met het slagersproduct en het ondernemerschap. Als je uit de commerciële wereld komt, denk je misschien dat een vereniging saai en ambtelijk is. Maar het is juist heel dynamisch. Het inkijkje bij een bedrijfstak is heel spannend. Als consument heb je geen idee.’
Hoe ziet u de toekomst van uw branche?
‘Op die vraag had ik van de zomer nog geantwoord: glorieus. Juist in coronatijd ontdekte de consument de vers-speciaalzaak weer. Nu loopt dat weer terug door de stijgende kosten. Het zou heel verdrietig zijn als een deel van de leden hun deuren moet sluiten. Ik verwacht dat de waardering voor het ambachtelijke product zich in de toekomst weer vertaalt in meer aankopen.
Er wordt wel wat minder vlees gegeten, maar in de basis is de consumptie al jaren stabiel. 94 procent van Nederland eet vlees. Wie minder vlees wil eten, kan bij een slager al een kleiner biefstukje bestellen. We ontwikkelen vanuit maatschappelijk oogpunt samen met de Wageningen Universiteit ook een hybride product van 30 procent vlees en 70 procent plantaardig eiwit.’
Hoe ziet u de toekomst van de branchevereniging in het algemeen?
‘Die zal zeker blijven bestaan omdat beroepsgroepen de behoefte hebben om zich te verenigen. Er is ook een noodzaak: samen sterk. Je zal wel zien dat er meer organische samenwerkingsverbanden ontstaan, gericht op de overeenkomsten en minder op de verschillen.’
Waarom zijn jullie lid van MKB-Nederland?
‘MKB-Nederland helpt ons al jaren bij de lobby voor ondernemerszaken. Bovendien ontmoeten we daar andere branches en er ontstaat vaak synergie. Op het gebied van het ambacht werken we samen met bakkers, kappers en schoenmakers en op het gebied van winkels met andere retailsectoren. Zo krijgen we meer aandacht van beleidsmakers voor onze belangen. Soms trekken we ook met totaal andere branches op die tegen dezelfde problemen aanlopen.’
Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?
‘Aan de ene kant lijkt de reisbranche me interessant. Die heeft het door corona moeilijk gehad, en nu weer door maatschappelijke ontwikkelingen rond stikstof en CO2, maar ook de personeelsproblemen. Daar hebben wij ook mee te maken. Dan is het een uitdaging met een open houding aan een oplossing te werken. Reizen vind ik superleuk, en het ligt door mijn hotelschoolachtergrond dicht bij me. Aan de andere kant denk ik aan de Bovag, een branche die ik vaak tegenkom maar verder niet ken. Zij hebben veel data beschikbaar en lijken in staat te zijn met een positief verhaal te komen en te werken aan een oplossing van maatschappelijke problemen – en dat spreekt me aan.’
