Europarlementariër Samira Rafaela (D66) heeft Nederland, de Caraïben en Afrika in zich. Ze is sterk voor wereldhandel, maar dan wel met aandacht voor mensenrechten, arbeidsomstandigheden en het klimaat. ‘Bedrijven hebben een zorgplicht.’
‘De coronacrisis maakt nog eens duidelijk hoe afhankelijk van handel Nederland is, dat voel je in één klap. Handel is ons hart, als dat niet draait…Mensen raken hun baan kwijt, zijn onzeker over hun kansen op de arbeidsmarkt, voelen zich gedwongen om zich om te laten scholen.’ D66-europarlementariër Samira Rafaela kijkt verder dan Nederland. ‘Westerse bedrijven hebben ten onrechte naar aanleiding van corona orders in de ontwikkelingslanden stopgezet. Dat waren niet de minste bedrijven, die hadden nog reserves.’
Wie is Samira Rafaela?Na een studie bestuurskunde in Leiden (specialisme radicalisering en terrorisme) begon Samira Rafaela (31) in 2013 als trainee bij achtereenvolgens de gemeenten Amsterdam en Almere. Van 2014 tot 2016 was ze bestuursadviseur in Amsterdam. Daarna werkte ze als adviseur en projectleider bij de Nationale Politie. Sinds juli 2019 is zij europarlementariër voor D66.
Ze bekijkt internationale handel met een mensenrechtenbril, zegt ze onomwonden. Handelsakkoorden moeten ook daar over gaan, en over arbeidsomstandigheden en het klimaat wat haar betreft. Ondernemen moet waarde creëren, en ondernemers hebben een zorgplicht. Maar goed, ondertussen is het ook crisis. ‘Als je naar de cafés op het Plein bij het Binnenhof kijkt: alles ligt stil. Dat is ongelooflijk.’ Ze was de afgelopen tijd af en toe in Brussel, terwijl ze daar normaal elke week is. ‘Ik mis de dynamiek: ’s ochtends een commissievergadering, lunch, daarna met een groep studenten in gesprek, terwijl je je door de toeristen heen moet manoeuvreren. Ik hield laatst online een speech vanuit Nederland, en vroeg me zelfs nog even af of ik daarbij moest gaan staan.’
‘Regels moeten transparanter, want mkb’ers zijn geen juristen’
Ze heeft zelf enige ervaring opgedaan met – sociaal – ondernemerschap. In Ghana hielp ze jongeren op weg in de kledingindustrie. ‘Zo kon ik iets voor het land van mijn vader betekenen, en jongeren van mijn leeftijd helpen die niet dezelfde kansen als ik kregen.’ Ze maakte kennis met de problemen waar ondernemers tegenaanlopen, op het gebied van financiering, administratieve lasten en internationaal botsende wetgeving. ‘Regels moeten transparanter voor mkb’ers, want dat zijn geen juristen. Ze worden geconfronteerd met Europese, nationale én lokale regelgeving. Voor corona voelde dat ook al als een bombardement.’
Haar Ghanees-Nigeriaanse vader kwam naar Nederland om de sociaaleconomische situatie in Afrika te ontvluchten. Hier werkte hij in de schoonmaak en in fabrieken, vaak meerdere baantjes tegelijk. Regelmatig stuurde hij goederen naar familie in Afrika. Als kind ging zij mee met hem als hij op een industrieterrein een container ging vullen. ‘Eigenlijk waren we toen al – onbewust – circulair. Er gingen hele auto’s naar Afrika. Alleen zie je dan in Accra vuilnisbelten vol autobanden en metaal. Dat is niet echt circulair te noemen. Daarom zet ik me in om tot een Europees-Afrikaanse circulaire strategie te komen.’
Tekst gaat verder na de foto