De eerste Nederlandse auto? Die was van Eysink

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
09-03-2023

Als je een willekeurig persoon vraagt naar namen van Nederlandse automobielfabrikanten, zul je de naam Eysink niet snel horen. Terwijl ze toch de eerste Nederlandse auto op hun naam hebben staan. In de nieuwe serie vernieuwers: de Amersfoortsche Rijwiel-, Automobiel- en Machinefabriek Eysink.

 

Deze foto uit 1909 geeft een mooi inkijkje in de montagehal van de Eysinkfabriek. Nooit van gehoord? Eigenlijk best vreemd, want Eysink is producent van de eerste Nederlandse auto. In het midden zijn de chassis te zien, die nu nog op simpele karren lijken. Maar links zie je al beter wat het eindresultaat gaat worden. In het motorblok zitten vier cilinders en op de grond ligt nog een los onderdeel, klaar om straks in de auto te worden gezet. Wat ook opvalt is dat het stuur rechts zit.

Alle werknemers dragen een platte pet en klompen, maar wie goed kijkt ziet helemaal achterin twee bebaarde heren in pak en lange jas, met bolhoeden op – waarschijnlijk de zoons van de oprichter. Die zijn hier duidelijk niet op hun plaats.

VernieuwersWie een blik in de geschiedenis van Nederland werpt, begrijpt meteen waarom we al jaren bovenaan de lijst van meest innovatieve economieën staan. Ook ondernemers droegen daaraan hun steentje bij met creatieve en gewaagde ideeën, die soms onmogelijk leken en dan toch een succes werden. Mede dankzij hen ziet Nederland er nu heel anders uit. Kijk onderaan deze pagina voor andere afleveringen uit de serie.

In een houten loods aan de Amersfoortse Heiligenbergerweg richt Dick Eysink in 1886 een kleine stoomwerktuigenfabriek op waar hij later ook rijwielen gaat produceren. Hij pakt het handig aan en opent bij zijn fabriek een oefenterreintje, zodat de klanten hun nieuwe aankoop veilig kunnen uitproberen.

In de montagehal van autofabrikant Eysink worden viercilindermodellen in elkaar gezet. Alle onderdelen produceren ze zelf
In de montagehal van autofabrikant Eysink worden viercilindermodellen in elkaar gezet. Alle onderdelen produceren ze zelf

De eerste Nederlandse auto

Een paar jaar later bouwt Eysink met zijn zonen hun eerste auto. Dan nog met behulp van een Duitse Benzmotor, maar twee jaar later nemen ze de productie helemaal in eigen hand en maken alle onderdelen zelf. Ze bouwen vooral grote auto’s van minstens 2.500 gulden. Tot blijkt dat kleine auto’s beter verkopen en ze het roer omgooien. Hun bekendste kleine auto is de bébé. Een handig snufje dat ze in hun auto’s inbouwen: een rem voor het achteruitrijden. Blijkbaar was dat toen niet zo vanzelfsprekend.

Hun internationale doorbraak komt met de introductie van de voorspanwagen, een soort voorloper van de motor met zijspan. Maar dan met de open zitplaats aan de voorkant geplaatst.

 

Motoren met mitrailleur 

Als tijdens de Eerste Wereldoorlog de import van buitenlandse auto’s vrijwel stopt en ook de autoproductie van concurrent Spyker stilvalt, krijgt Eysink het extra druk. Ze krijgen zelfs opdracht van het Nederlandse leger om twintig motoren te leveren met op het stuur een mitrailleur. Toch is het bedrijf niet opgewassen tegen de toenemende import van goedkope Amerikaanse auto’s. De verkoop daalt sterk en door de hoge prijzen stopt Eysink uiteindelijk met de autoproductie en worden er alleen nog maar fietsen en motorfietsen gemaakt.

In totaal heeft Eysink ongeveer 330 auto’s geproduceerd. En er is er maar één bewaard gebleven.

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.

Marcia Timmermans
bureauredacteur Forum
+31 70 3490 165