7 OKT, 2021
Henny de Haas: ‘Als je gelooft in zij-instromers, dan lúkt het ook’
De personeelstekorten in de techniek zijn groot. Toch weten sommige ondernemers nog genoeg goede mensen te vinden. Henny de Haas van Hoppenbrouwers Techniek: ‘Dat technische leren ze bij ons wel’.
Ha, waar komen ze níet vandaan? ‘We hebben van alles wat’, aldus Henny de Haas, directeur van Hoppenbrouwers Techniek. ‘Een golfleraar die jarenlang les gaf op professioneel niveau is nu bedradingsmonteur. Een oud-vestigingsmanager van een winkel in bouten en moeren werkt in ons team dat zonnepanelen installeert. Een vrachtwagenchauffeur die ermee is gestopt, iemand uit de grafische branche. Vaak willen zij gewoon iets anders. De branche bevalt ze niet meer, ze zijn er op uitgekeken.’
Van de 1.500 mensen die in de totaal achttien vestigingen werken, zijn zo’n 65 zij-instromers. ‘Tien procent van deze overstappers zijn doorgestroomd vanuit een bijbaan. Jonge schoolverlaters die in de avonduren besturingskasten bouwden. De overigen zijn vanuit een heel andere branche bij ons gekomen.’
Waarom die focus op zij-instromers? Dat heeft onder meer te maken met grote ambities. ‘We werken aan een landelijke dekking, en willen met 20 procent per jaar groeien. Om voldoende instroom te hebben, kijken we naar doelgroepen die minder voor de hand liggen.’
Branchevreemde sollicitanten
Dat De Haas zijn blik richt op deze doelgroep, is eigenlijk toevallig zo gekomen. ‘We zochten eerst mensen uit de kaartenbak van het UWV. We kregen veel brieven, waaronder van branchevreemde sollicitanten.’ Die hadden misschien geen technische opleiding, maar waren heel gemotiveerd om aan de slag te gaan. ‘Kijk, en dat is het belangrijkste. Dat technische leren ze bij ons. Je moet wel een beetje handigheid hebben, technische vaardigheid. Alle jongetjes willen héél graag bij Ajax spelen, maar zonder talent kom je daar niet.’
Nu werft Hoppenbrouwers deze doelgroep actief. ‘Gewoon, via campagnes op onze eigen site, of door meet and greet events te organiseren. En, heel belangrijk, veel zij-instromers zijn vrienden of kennissen van mensen die hier al werken. Onze teams zijn zelfsturend. Ze werven zelf mensen via LinkedIn, zetten hun eigen netwerk in. Dat maakt ze ook succesvol.’ Het devies van De Haas: zorg ervoor dat je medewerkers een leuk team hebben. Zorg voor een open, veilige sfeer.
‘De uitstroom bij zij-instromers is veel lager dan bij mbo-leerlingen’
Niet dat het een kwestie is van ‘iedereen welkom en ga maar aan de slag.’ Omscholing en opleiding spelen een belangrijke rol binnen het bedrijf. Hoppenbrouwers werkt samen met scholen in de regio, waarbij overstappers via een BBL-traject, via werkend leren, een studie volgen tot monteur Elektrotechniek of Werktuigbouwkunde. Die studie duurt meestal twee jaar.
‘Vaak zijn zij-instromers volwassenen die zo’n vier à vijf dagen per week werken en in de avonduren naar school gaan. Ja, dat kan pittig zijn. Maar als je iets graag doet, is dat minder een probleem. Meestal willen ze het ook echt. De uitstroom bij de groep zij-instromers is veel lager dan bijvoorbeeld bij de mbo-leerlingen die bij ons in dienst komen.’
Nooit te weinig mensen gehad
Hoppenbrouwers betaalt de hele studie – de student moet wel in zijn eigen tijd studeren – en de toekomstige medewerker krijgt ondertussen een volledig salaris. Na de opleiding krijgt de afgestudeerde een studieovereenkomst. Mocht diegene eerder opstappen, dan betaalt hij een deel van de opleidingskosten terug.
Hoe hoog die opleidingskosten dan zijn? ‘Lastig te zeggen. Ik weet nooit waar welke euro precíes naar toe gaat. In ieder geval gaat de helft van ons marketingbudget naar werving. Dan heeft u een idee.’
De directeur ziet de toekomst blijmoedig in. ‘Ja, in Nederland komen we in de techniek 56.000 mensen tekort. Toch hebben we bij Hoppenbrouwers nooit te weinig mensen gehad. Denken in tekorten, dat is voor zwartdenkers. Het gaat om luxeproblemen: we hebben meer werk dan we aankunnen. Dat wil ik niet onder de noemer ‘zorgen’ scharen.’
Mike Rijvers: ‘Ik blijf een vreemde eend in de bijt, maar er is een klik’
Was: maître-sommelier in de horeca
Is: eerste monteur in opleiding bij Hoppenbrouwers Techniek
‘Ik heb een bachelor psychologie op zak, maar de horeca laat mijn hart sneller kloppen. Ik mocht als maître-sommelier elleboog aan elleboog werken met de mooiste chef-koks, zoals Jonnie Boer van de Librije. Sinds 2016 runde ik restaurant El Patio in Breda. Ontzettend tof. Maar ik werkte gemiddeld 16 uur per dag, 7 dagen per week. De man met de hamer kwam. Daarom verkocht ik het restaurant, nog voordat het akelige virus opdook.’
‘Toch was ik weer snel op zoek naar een nieuwe uitdaging. Ik wil mezelf blijven ontwikkelen. Nu kende ik horecamensen die bij Hoppenbrouwers aan de slag waren gegaan. Zij vertelden positieve verhalen. Techniek is een tikkeltje wereldvreemd voor mij, maar ik trok de stoute schoenen aan en schreef een sollicitatiebrief. Om iets te doen met je handen, iets te creëren, fascineert me.’
‘Ik ben een werkpaard’
‘Nu volg ik een opleiding tot eerste monteur elektrotechniek. Ik werk 40 uur per week, en ga – sinds kort weer – twee avonden naar school. Eind dit jaar hoop ik klaar te zijn, dan heb ik er anderhalf jaar over gedaan. Lag het aan mij, dan had ik de studie sneller afgerond. Jammer genoeg zijn er slechts een beperkt aantal toetsingsmomenten.’
‘Wat ik meeneem uit de horeca? Ik ben een werkpaard. Een 9-tot-5 mentaliteit heb ik niet. Twee pauzes is een luxe, 8,5 uur werken per dag is ‘net beginnen’. Ik ben representatief, communiceer netjes. Ik blijf een vreemde eend in de bijt, maar er is wel een klik. Er is hier altijd dialoog mogelijk. Dat is ook de reden om lekker door te gaan. Qua salaris leverde ik wel in. Gelukkig verkeer ik in de luxe positie dat geld belangrijk, maar niet leidend is in mijn keuzes.’
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Handig: de wekelijkse Forum-alert