9 NOV, 2022 • Portret
Marcel Belt: 'Al mijn pensioengeld zit hierin'
Terwijl zijn dochters op school zaten, bedacht weduwnaar Marcel Belt Marcel’s Green Soap, voor de lichtgroene consument. ‘Dat vonden ze wel ontwapenend: papa’s eigen zeepmerkje’. Dat ‘merkje’ is nu een hit in Nederland en moet Europa veroveren. Wat inspireerde hem hiertoe?
Marcel Belt (58) steekt zijn linkerhand uit wanneer hij zich voorstelt. Zijn rechterarm is gekneusd bij een val tijdens het mountainbiken op de laatste dag van bijna een maand vakantie vieren in Friesland. Daar heeft hij een woonark, bij een eiland midden in een natuurgebied. Daar zijn hij en zijn vriendin Jacomine vaak om te zwemmen, te zeilen en te fietsen. En vrienden en familie zijn er ook altijd welkom.
Belt geniet met volle teugen van deze nieuwe fase in zijn leven. Zijn drie dochters van 23, 21 en 18 jaar zijn inmiddels zo groot dat hun opvoeding, die hij grotendeels alleen voor zijn rekening nam, hem niet meer fulltime in beslag neemt. Ook zijn werk kan hij tegenwoordig parttime indelen: hij heeft de dagelijkse leiding van de Green Soap Company, die hij in 2015 startte, overgedragen aan een team van jonge professionals. Aan hen de taak om het bedrijf naar de volgende fase van zijn ontwikkeling te tillen.
Wie is Marcel Belt?Marcelt Belt (Den Haag, 1964) studeerde Technische Bedrijfskunde aan de Universiteit Twente. Voor Unilever verhuisde hij naar Boedpast en na een baan in Milaan, werd hij marketing manager bij Reckitt in New York. Nadat zijn vrouw overleed, verhuisde het gezin weer terug naar Nederland. In 2015 richtte hij Marcel’s Green Soap op.
Zelf houdt hij zich nu op de achtergrond bezig met het aansturen van het team, praten met financiële partners en het zoeken naar nieuwe kansen voor groei. ‘In de dagelijkse hectiek wil dat laatste wel eens op de achtergrond raken’, vertelt Belt in een oude huishoudschool in Haarlem waar The Green Soap Company gevestigd is. Op de muur staat in neonverlichting zijn mantra, die goed past bij de producten die het bedrijf verkoopt: ‘Niet lullen maar poetsen’. ‘Hoe meer het tegenzit, hoe vastberadener ik word om door te gaan’, licht hij toe.
Oorlogstrauma
Belt was de jongste uit een gezin van zeven kinderen. Hij is geboren in Den Haag, maar groeide op in de Achterhoek, waar zijn moeder huisvrouw was en zijn vader als marktkoopman en winkeleigenaar werkte. Maar die laatste stopte voortijdig met werken, geveld door de lichamelijke en mentale gevolgen van de tijd dat hij in een Duits concentratiekamp zat tijdens de Tweede Wereldoorlog.
‘Als jongeman was hij opgeroepen voor de Arbeitseinsatz. Alle mannen van achttien moesten in Duitse fabrieken gaan werken. Maar hij weigerde dat’, vertelt Belt. Toen hij bij een controle werd aangehouden, werd hij vervolgens gedeporteerd. Na een ontsnappingspoging kwam hij in de gevangenis terecht en uiteindelijk in Dachau. De bevrijding haalde hij ternauwernood. ‘Ik ben me er daardoor altijd sterk van bewust geweest hoeveel kansen onze generatie heeft gekregen, vergeleken met de generatie vóór ons’, antwoordt hij op de vraag hoe het trauma van zijn vader hem heeft gevormd. ‘Daarom is mijn instelling bij tegenslag: schouders eronder en gewoon verder. Ook als het goed tegenzit.’
De wereld ontdekken
De kans om een carrière in het buitenland te starten, greep Belt als student met beide handen aan: hij had een sterke drang naar avontuur. Zijn studie Technische Bedrijfskunde aan de Universiteit Twente rondde hij af in Jakarta, met een scriptie over de marketingstrategie van het Nederlandse merk Blue Band in Indonesië. ‘Er was nog nooit iemand uit ons gezin buiten Europa geweest. Ik wilde dat heel erg graag – de wereld ontdekken.’
‘Ik wilde heel graag de wereld ontdekken’
Zijn ouders moesten in het begin wel even wennen aan het plan van hun jongste zoon om te gaan studeren. Belt was de eerste in de familie die dat pad bewandelde. Maar toen hij afstudeerde, waren ze erg trots. ‘Mijn vader was heel ziek in die tijd. Toen ik mijn afstudeerpraatje zou houden, lag hij in het ziekenhuis. Maar hij wílde er toch bij zijn. Met infuus en al is hij toen naar de universiteit gekomen om het bij te wonen. Zo liet hij me toch nog merken hoe trots hij op me was. Een maand daarna overleed hij.’
Droomleven
Na zijn afstuderen solliciteerde Belt bij Unilever. ‘Hun slogan was: ‘Unilever, een wereld van mogelijkheden.’ Dat was een hint naar een carrière in het buitenland. En dat was wat ik wilde.’ De eerste vier jaar volgde hij het management traineeprogramma in Nederland, daarna mocht hij aan de slag in Hongarije. Als 29-jarige marketingmanager voor was- en schoonmaakmiddelen in een voormalig oostblokland vol mogelijkheden leefde hij ‘een droom’.
In Hongarije ontmoette hij ook zijn latere vrouw, Leonora. Een Amerikaanse met Hongaarse wortels. Na drie jaar bood Unilever hem zijn volgende baan aan, in Milaan. Daar trouwden de twee en werd hun oudste dochter geboren. Daarna verkaste het gezin naar New York, waar Belt als global marketing manager bij de Britse multinational Reckitt Benckiser begon. Daar werden de twee andere dochters van Belt en zijn vrouw geboren. Het leven net buiten New York beviel goed, maar na drie jaar begon toch het weer te kriebelen. Toen er een mooie baan beschikbaar kwam in Mexico, was de keuze dan ook snel gemaakt.
Noodlot
Het gezin leidde een prachtig leven in Mexico, totdat ruim een jaar later het noodlot toesloeg. Leonora overleed aan een virusinfectie. Opeens stond Belt er alleen voor, in een vreemd land, met drie kleine meiden om voor te zorgen. ‘Mijn baas stelde voor dat ik een sabbatical nam, maar mij leek het beter om door te werken. Ik dacht dat dat beter zou zijn voor de structuur in ons leven. Ik vond dat ik door moest gaan. Maar daar heb ik mijn drie dochters ook in meegenomen. Dat heeft wel een keerzijde gehad. Misschien heb ik te weinig oog gehad voor hun behoefte om af en toe zielig te worden gevonden over het feit dat ze geen moeder meer hadden.’
Omdat hij wilde dat zijn kinderen ergens zouden wortelen, ging Belt op een gegeven moment toch terug naar Nederland, waar vrienden en familie hem en zijn gezin konden steunen. Daar combineerde hij het alleenstaand vaderschap jarenlang met een fulltime baan als algemeen directeur van Reckitt Benckiser in Hoofddorp. Zo ontstond een hechte band tussen Belt en zijn dochters. ‘We waren altijd met z’n viertjes op pad. Natuurlijk misten we een moeder in het gezin, maar we hebben het ook echt fijn gehad.’
Niet wéér een au pair
Toen zijn dochters, intussen pubers, geen zin hadden om weer aan een nieuwe au pair te wennen, besloot Belt om met werken te stoppen. Op voorwaarde dat de drie meiden hem zouden helpen met het huishouden. Dat deden ze. Maar het bloed kroop toch weer waar het niet gaan kan: als zijn dochters op school waren, hielp Belt kleine merken om zichzelf op de kaart te zetten. Na verloop van tijd vroeg hij zich af waarom hij dat niet voor een merk van hemzelf deed.
Zo ontstond in 2015 het idee voor Marcel’s Green Soap, een schoonmaakmiddelenmerk dat zich op de ‘lichtgroene’ consument richt. Dat wil zeggen: mensen die best duurzaam willen leven, maar dan wél graag met producten waar ze blij van worden.
Weg pensioengeld
‘Ik zag een enorme kans. Iedereen wil duurzaamheid. Maar waarom koopt niemand dan duurzaam? Tegelijkertijd leek het me onwijs stoer om mijn werkende leven af te sluiten met iets wat echt een missie, een verhaal heeft. Ik vond dat ik dat beter kon dan wie dan ook, want ik snap de industrie van schoonmaakmiddelen en weet hoe je goed een merk kunt bouwen. Als ik al mijn kennis daarop toepas, kan ik misschien wel dezelfde impact hebben als Tony Chocolonely en Ben & Jerry’s.’
Om het merk van de grond te krijgen, heeft Belt er al zijn pensioengeld in geïnvesteerd. ‘Er zullen een hoop mensen zijn die nooit hun pensioengeld daarvoor zouden gebruiken, zeker niet op hun 55ste’, erkent Belt. Maar hij wel. ‘Als ik een kans zie, dan ga ik er helemaal voor. Het is wel een proces. In jaar één had ik een ton nodig. Nou, dat kon ik nog wel ergens vinden in mijn pensioenpot. Dan wordt het twee ton, vijf ton… Elk jaar moest er wat bij. Maar ik denk dat die investeringen redelijk veilig zijn.’
‘Mijn dochters vonden het wel ontwapenend: papa z’n eigen zeepmerkje’
Voet op het gaspedaal
Voorlopig is hij nog niet van plan om ermee te stoppen. ‘Ik wil nog helemaal niet achterover leunen. Er zit nog zoveel potentieel in het bedrijf. In het begin was het spannend, omdat ik niet wist of het me zou lukken om een voorraad van 500 duizend flessen te verkopen. Nu is het omdat we net een contract met Amazon hebben afgesloten voor heel Europa. En we zijn de business in Duitsland, Engeland en België aan het opstarten. Afgelopen jaar hebben we ook bijna een miljoen euro geïnvesteerd in STER-reclames. Ik verwacht daardoor volgend jaar meer producten te verkopen. Ik wil die voet op het gaspedaal houden.’
Zijn drie dochters heeft hij ook een plek gegeven in het verhaal over het merk. Zij staan zelfs op de achterkant van de fles – met tekeningen. Wat dachten zijn dochters toen hun vader aan dit ondernemersavontuur begon? ‘Die dachten aanvankelijk: papa heeft weer iets verzonnen om zeep te verkopen. Ze vonden het wel ontwapenend: papa z’n eigen zeepmerkje.’
Totdat ze de flessen van Marcel’s Green Soap steeds vaker aantroffen bij vriendinnen thuis, in cafés en restaurants waar ze kwamen, in de media en in tv-reclames. ‘Het merk werd steeds bekender en dat vinden ze wel stoer. En volgens mij vinden ze ook het best grappig om bekenden erop te wijzen dat zij achterop de fles staan.’
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Handig: de wekelijkse Forum-alert