Topsectoren in beeld: Topsector Energie

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
06-12-2023

In de topsectoren werken bedrijven, wetenschap en overheid samen aan innovatie en kennisdeling. Het doel is om te zorgen dat Nederland economisch tot de wereldtop blijft behoren en om oplossingen te vinden voor maatschappelijke uitdagingen als vergrijzing en schaarste van voedsel, water en energie. In deze aflevering: Peter Molengraaf, boegbeeld van de Topsector Energie.

 

Vertel eens over het werk van jullie topsector.

‘Onze kerntaak is om te zorgen dat er publiek-private samenwerking tot stand komt op het gebied van klimaat- en energie-innovatie. Het is de bedoeling dat consortia van partijen uit wetenschap, bedrijfsleven en overheid nieuwe toepassingen ontwikkelen die helpen om de klimaatdoelstellingen te halen en of het Nederlandse verdienvermogen te versterken. Het bekendste voorbeeld van die geslaagde samenwerking is dat er inmiddels grote windparken op zee worden gebouwd waaraan geen overheidssubsidie meer te pas komt. De afgelopen tien jaar is heel hard gewerkt om de kosten van het maken en plaatsen van windmolens te reduceren – en met resultaat.’

 

Wat gebeurt er nog meer?

‘De ontwikkelingen rond windmolens gaan door. Zo onderzoeken we of het mogelijk is om de molens steeds meer te standaardiseren, circulaire materialen in te zetten en te zorgen dat de funderingen bijdragen aan natuurherstel in de Noordzee. Ook kijken we of de opwekking van elektriciteit zich meer kan gaan richten op de vraag, bijvoorbeeld door energieopslagmogelijkheden op zee te creëren of door met verschillende type windturbines te werken, waarvan sommige al draaien met lichtere wind.

Verder houden we ons bezig met waterstof – productie, transport, opslag en groene waterstof – en met innovatieve oplossingen om gebouwen van het gas te krijgen. Dit laatste zou een boost krijgen als het lukt om methoden te vinden om warmte op te slaan in woningen. Dat mag niet te veel ruimte kosten, omdat de meeste Nederlandse woningen niet al te groot zijn. Warmtepompen draaien op elektriciteit, en dat is er vooral als de zon schijnt. Maar warm water en verwarming hebben mensen toch vaak ’s ochtends en ’s avonds nodig. Een buffervat geeft de kans om de warmtepompen veel meer te laten draaien op het moment dat er duurzame energie voorhanden is.’

 

Hoe verloopt de samenwerking tussen de triple helix?

‘Onze Topsector werkt met tripartite missieteams. Jaarlijks bepalen zij samen de focusgebieden, waarbij ze zich baseren op de missies van het topsectorenbeleid, de doelen van het Energieakkoord en de Nederlandse vertaling van het Klimaatakkoord van Parijs. Dat zijn niet altijd gemakkelijke gesprekken, je bent het niet altijd gelijk eens. Soms heeft de overheid bijvoorbeeld een beleidsdoel voor ogen dat voor het bedrijfsleven nog erg ver weg is om in te investeren. Dat zie je dan terug in de financieringsregelingen. Voor fundamenteel onderzoek bedraagt het subsidiepercentage vaak 100 procent, maar als het wat dichter naar de markt komt, dan daalt het naar 40, 30 of 25 procent.

Onlangs hebben we de programmering van de Topsector Energie herijkt. Uiteraard gaan we door met technologisch innoveren, maar inpassing van deze innovaties in de ruimte, de natuur en de betrokken sectoren is minstens zo belangrijk. Denk aan vragen als: hoe gaan we om met de beperkte ruimte in ons land, hoe voorkomen we dat vogels en windmolens te dichtbij elkaar komen, hoe kunnen zonnepanelen bijdragen aan gewasbescherming, bijvoorbeeld door te functioneren als een soort windschermen? Dit betekent dat onze consortia voortaan meer multidisciplinair samengesteld zullen zijn, met onder meer ook biologen, landbouwdeskundigen en planologen.’

 

Wat hebben jullie nodig van het Nederlandse bedrijfsleven?

‘We zijn natuurlijk al een tijdje bezig en de meeste grote bedrijven kennen de weg wel. Maar een grotere rol van het mkb zou mooi zijn. Want die bedrijven hebben we hard nodig om de oplossingen te bedenken, te maken en te installeren. Dat is goed voor de energietransitie én het verdienvermogen. We proberen de betrokkenheid te vergroten door het mkb te voorzien van goede informatie. Ook organiseren we bij grote tenders matchmakingbijeenkomsten. Partijen die te klein zijn om zich afzonderlijk in te schrijven, kunnen elkaar daar vinden, zodat ze het samen kunnen doen.’  

 

Kijken jullie ook over de grens?

‘Zeker! We werken samen met de innovatieattachés op de ambassades om zicht te krijgen op wat er in hun land speelt rond energie-innovatie. Dat verwerken we in een langjarige internationale samenwerkingsagenda, die we ieder jaar aanpassen aan de programmering van de Topsector en de innovatieagenda van de andere landen.

We koppelen Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen aan buitenlandse partners. Daardoor kunnen ze elkaar versterken of samenwerken in Europese innovatieprojecten. Daarnaast doen we aan kennisuitwisseling, onder meer via innovatiemissies. We nemen deel aan zulke missies en ontvangen ze ook. Zo werken we veel samen met Duitsland op het vlak van waterstof. Dat land is daar vrij ver mee, omdat de auto-industrie daar aanvankelijk primair op inzette. Met Brazilië halen we de contacten aan om samen te werken aan groene waterstof, en in oktober was er nog een waterstofmissie naar Canada en de Verenigde Staten. Andere landen weten ons te vinden als het bijvoorbeeld gaat om elektrisch vervoer en het laden van auto’s.’