31 AUG, 2021 • Achtergrond
Een werkervaringsplek creëren? Zo doe je dat als werkgever
Pfff, makkelijker gezegd dan gedaan: een werkervaringsplek aanbieden. ‘Het is een lastige periode, we hebben het druk, het kost tijd.’ En toch creëren deze 4 werkgevers stageplekken. Soms zelfs op een heel verrassende manier.
Kijk om je heen en je ziet ze overal. De bakker, wegwerker, loodgieter, de operators in de fabriek, de verpleegkundigen in het ziekenhuis. Allemaal mbo’ers. ‘Ze zijn de ruggengraat van onze economie. We hebben ze straks, zeker ná de crisis, keihard nodig’, zeiden bedrijfsleven en onderwijs al.
Geschikte stageplekken voor mbo-studenten zijn een must. Op de werkvloer doen ze praktijkervaring op, daar ontdekken ze wat hun vaardigheden zijn.
Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) becijferde dat 20.493 van de in totaal 507 duizend mbo-studenten nog op zoek zijn naar een geschikte stage of leerbaan. Daar word je niet blij van, van zulke getallen.
Het stagetekort is niet nieuw, maar door corona kan het voor ondernemers extra lastig zijn om een leerplek aan te bieden. Andersom zijn er ondernemingen die juist veel stageplekken hebben, maar geen leerlingen kunnen vinden om ze te vullen. Deze drie organisaties – in de transport, retail en zorg – lukt het toch om stagiairs op te leiden. Op soms wel héle creatieve manieren.
‘Maar die studenten willen alleen bij bekende, grote bedrijven werken’
#1. Schakel álle afdelingen in je bedrijf in en zorg dat opleidingen je weten te vinden
In de gigantische loods van DACHSER Netherlands in Waddinxveen is de werkvloer in zes kleuren verdeeld. Zesentwintig stagiairs lopen er rond, op een totaal van tweehonderd werknemers. Sommigen dragen een gele band om de arm, anderen een blauwe. Ze mogen alleen in hun eigen kleurgebied komen en zo werkt iedereen dus op veilige afstand van elkaar, vertelt Aat van der Meer, managing director DACHSER Benelux. Het bedrijf regelt de logistiek voor onder andere de chemische sector, doe-het-zelf-winkels, de tuinbranche. ‘Ook tijdens corona, of beter juist tijdens corona, creëerden we stageplekken en investeerden we daarin. We leidden zeven extra stagebegeleiders op. We richtten zes mobiele units in als kantine en recreatieruimte. Zo konden we al die tijd studenten een leerplek aanbieden. Want hoe leren ze anders hoe je een vorkheftruck bedient, of hoe je een vrachtauto laadt en lost?’
Blijf naar nieuwe manieren zoeken om stageplekken aan te bieden, benadrukt Van der Meer.
‘Als je niet investeert in stageplekken, dan loop je in je eigen mes’
DACHSER verspreidt bijvoorbeeld ook ‘heel bewust’ de stagiairs over zoveel mogelijk afdelingen. ‘We zijn méér dan een loods. Studenten doen ervaring op bij onze marketingafdeling, human resources, de planning, finance. Dat is het voordeel van een groot bedrijf, dat je alle afdelingen kunt inzetten. Doorgaans komen onze stagiairs van het Scheepvaart en Transport College in Rotterdam. Marketingstudenten zijn lastiger te vinden. Vaak willen die bij een groot merk zoals Coca-Cola werken. Voor hen is het een eyeopener dat wij óók een marketingafdeling hebben waar ze kunnen leren. Het leuke is dat sinds bekend is dat wij ook marketingstageplekken aanbieden, studenten van bijvoorbeeld lokale roc’s dat aan elkaar doorgeven en bij ons terechtkomen. Aan stagiairs hebben we geen gebrek.’
Zo’n 65 procent van alle stagiairs komen na hun studie bij DACHSER werken. ‘Zij zijn de toekomst van het bedrijf. De economie gaat verschrikkelijk aantrekken. Als je niet investeert in stageplekken, dan loop je in je eigen mes.’
Bekijk hier een filmpje dat werd gemaakt van een mbo-student die een kijkje neemt bij DACHSER. Want werken en leren, hoe combineer je dat nou?
‘Scholen kijken nooit naar de vaardigheden die studenten kunnen opdoen, alleen of je bedrijf tot de goede branche behoort’
#2 Laat zien dat ook studenten van opleidingen die niet zo voor de hand liggen bij jou terecht kunnen
Jaaa, dat is wel gemakkelijk gezegd: ‘Bied stageplekken aan’. Maar wat als dat lastig is omdat je als ondernemer, nou ja, andere dingen aan je hoofd hebt? Matthijs van Tilburg (derde generatie) is mede-eigenaar van Van Tilburg Mode in Nistelrode. Niet gewoon een kledingwinkel, zegt hij. ‘Onze department store telt 15.000 vierkante meter. We hebben een eigen atelier met zeventig coupeuses die alles vermaken, drie horecaplekken waar je lekker kunt eten. Het is een dagje uit.’ De modewinkel heeft altijd met stagiairs gewerkt, vertelt Van Tilburg. Alleen die lockdown hè. ‘In een gesloten winkel konden we studenten verkoop en retail geen werkervaring meegeven. Ze konden toen wel gewoon de stagebegeleider bellen als ze hulp nodig hadden bij hun theorie. Geen ideale situatie, maar in samenspraak met school leek dit de beste oplossing.’ Marketing- en communicatiestages gingen wel selectief door op kantoor. ‘Stagiairs zijn de toekomst, die wil je toch zoveel mogelijk helpen. Bovendien: iets omhanden hebben is prettiger dan niets.’ Gelukkig gaat het inmiddels beter in de non-food retailbranche. En de toekomst? Daar is Van Tilburg optimistisch over. ‘Natuurlijk blíjven fysieke winkels. Het menselijke contact tussen klant en verkoper blijft de maat.’
‘Stagiairs zijn de toekomst, die wil je toch zoveel mogelijk helpen’
Toch is het voor de ondernemer lastiger om stagiairs te vinden voor de verkoop, dan, zeg, de marketing. ‘Dat komt ook omdat het verkoopvak onderbelicht is. Dat is niet: in de winkel staan en mensen begroeten. Het gaat om gastvrijheid, hostmanship, goed kunnen luisteren, de omgang met mensen. Daaraan zou de onderwijsinstelling meer aandacht moeten geven binnen de opleiding zelf, of zelfs al bij de studiekeuze. De studenten worden als het ware in een keurslijf bij ons binnengebracht.’
De oplossing? ‘Sowieso een meer optimale match tussen wat de opleiding biedt en wat wij nodig hebben in de praktijk. Het gedachtengoed van de student en het leerbedrijf liggen soms ver van elkaar af. Misschien dat we intensiever met de school daarover kunnen sparren.’
Verder ziet Van Tilburg raakvlakken tussen de retail en de hospitality-branche. ‘Daarin kunnen we meer samenwerken. Dat een horeca-opleiding tegen haar studenten zegt: je kan ook stage lopen in de retail, wat vind je daarvan? Stimuleer ze daarin. Kijken eens naar een leerbedrijf dat op het eerste oog minder bij je opleiding past. Verleid ze, verras ze met een andere leeromgeving. Wij zouden daar zeker voor openstaan, om te ervaren hoe dat werkt.’
‘Om stagiairs goed te begeleiden zijn gediplomeerde arbeidskrachten nodig’
#3 Laat stagiairs elkáár opleiden
Een heksenketel was het vorig jaar, vertelt Marjolein Tasche, bestuursvoorzitter Franciscus Gasthuis & Vlietland in Rotterdam en Schiedam. Dit ziekenhuis geeft ‘hooggespecialiseerde zorg’ op het gebied van onder meer astma en darmziektes, en aan vroeggeboren baby’s.
‘We hebben 92 stagiairs in opleiding: hetzelfde aantal als ‘normale’ jaren. De grootste groep bestaat uit mbo-verpleegkundigen en hbo-doktersassistenten.’ Voor alles studenten was plek. ‘Bijna iedereen kon meteen worden ingezet op de COVID-afdeling. Dat was heel spannend, dus ze werden strak gemonitord.’
De toevoer van stagiairs is voldoende, benadrukt de bestuursvoorzitter. ‘Het tekort zit hem in de gediplomeerde arbeidskrachten. De mensen die de stagiairs moeten begeleiden.’
‘1 ervaren kracht helpt nu 10 leerlingen vooruit op de verpleegafdeling’
Hoe ze in de toekomst voldoende leerplekken kan blijven bieden? ‘Door leerunits op te zetten op de verpleegafdeling. Daar zwaaien bijvoorbeeld tien leerlingen de scepter, onder begeleiding van één ervaren kracht. Zo heb je minder één-op-één begeleiding nodig.’ Ook denkt ze aan digitaal opleiden via de zogenoemde Hololens, een bril waarmee je 3D-beelden kan projecteren in de ‘echte’ wereld om je heen. ‘Zo wennen de studenten alvast aan het werken met virtuele, benauwde patiënten.’
Tja, en wat ook helpt is een grote financiële injectie om die stagebegeleiding 3.0 op te kunnen zetten. ‘Met dat geld kunnen ook de lonen omhoog, zodat die ervaren krachten blijven. Want hoe begeleid je stagiairs, als er een tekort is aan ervaren mensen en de werkdruk hoog is?’ Tasche wijst op het recente SER-rapport. ‘Verpleegkundigen blijken te weinig te verdienen als je kijkt naar vergelijkbare beroepsgroepen. Vooral als het gaat om gespecialiseerd personeel, zoals intensive care- of ambulanceverpleegkundigen.’
Ze doen wat ze kunnen, en niet allen voor henzelf. ‘We leiden hier veel kraamkamerverpleegkundigen op, meer dan genoeg eigenlijk. Andere ziekenhuizen zeiden toen: niet stoppen daarmee, wij kunnen die mensen goed gebruiken. Wij leiden dus ook op voor de regio. Veel van de investeringen in ziekenhuizen gaan naar moderne apparatuur. Maar uiteindelijk zijn zorgprofessionals ons belangrijkste goed.’
En dit moeten we ook echt even kwijt…
Weet je waaraan ondernemer Egbert Roza zich nou groen en geel ergert? ‘Aan het onderscheid tussen hoog- en laag opgeleid. Dat doet de mbo’er geen goed.’ Roza is eigenaar van de Roza Groep (zie kader) in Culemborg. ‘Zelfs de SER praat in die termen. Waarom gebruiken we zulke minderwaardige bewoordingen? Zo stimuleer je mensen niet om voor een ambacht te kiezen. Om gelijke kansen te hebben op de arbeidsmarkt, moet je hoogopgeleid zijn, zo lijkt de boodschap. Maar het draait erom dat je goed opgeleid bent. Jongeren gaan zo zitten doemdenken: met mijn mbo-opleiding kom ik toch niet aan de bak. Stop daar mee. Een vakman kan in de nabije toekomst meer verdienen dan een it-specialist.’
Zo maken jongeren andere jongeren warm voor de schildersvakopleiding. Bekijk hier het filmpje
Doe wat je kan om stagiairs binnen te halen, vindt Tasche (Franciscus Gasthuis). ‘Het begint ermee dat je het opleiden van jonge mensen echt leuk vindt. Ze geven dynamiek in je organisatie. Jonge mensen verbazen zich nog, kijken met een frisse blik naar wat voor jou vanzelfsprekend is. Ze maken dat je bewuster doet wat je doet. Heel prettig.’
Nog meer manieren om meer stageplekken te creëren
Ook de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB), de organisatie waarin bedrijfsleven en onderwijs samenwerken, kwam met een actieplan met verschillende creatieve manieren om het stagetekort op te lossen. Een greep:
- Laat stagebedrijven die (nog) niet erkend zijn als leerbedrijf toch stagiairs aannemen
- Deel een stageplaats door meerdere studenten en spreid stages over het schooljaar
- Studenten kunnen een diploma behalen met minder stage-uren of via een vervangende praktijkopdracht. Daarbij wordt gekeken naar eerdere stages van de student
- Zet gepensioneerden in. Mensen die net met werken zijn gestopt, kunnen tijdelijk terugkeren als stagebegeleider
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
En dan zijn er ook bedrijven die meer dan genoeg stageplekken aanbieden, maar niet aan studenten kunnen komen…Egbert Roza (eigenaar van de Roza Groep) wijst op een filmpje op YouTube. ‘Durf jij de challenge aan?’, klinkt het. Jonge schilders Lisa en Thomas dagen elkaar in een kort, vrolijk videootje uit. Wie kan het beste deze deur schuren, ontvetten en in de lak zetten? De volgende challenge: wie gaat beter om met het nietpistool? ‘Doel van deze vlogs is om jongeren te interesseren voor de schildersvakopleiding’, vertelt Roza. Behalve ondernemer is hij voorzitter van de Schildersvakopleiding OnderhoudNL in onder meer Dordrecht, Geldermalsen en Amersfoort. ‘Ons probleem is dat we meer stagiairs nodig hebben voor het vak van schilder en timmerman. Kijk, die stageplekken heb ik wel in mijn bedrijf. Nu de leerlingen nog. De instroom op de schildersvakopleiding is gehalveerd, vergeleken met tien jaar geleden. Terwijl de vraag naar deze vakmensen juist is gestegen.’ Voorheen kreeg je op het (toenmalige) lbo les van een schilderleraar. ‘Die is op het huidige vmbo niet meer te vinden. De vooropleiding voor het mbo wordt algemener – kijk naar de richting Bouwen, Wonen en Interieur op het vmbo – waardoor scholieren niet weten wat bij ze past. Maak het vak dus aantrekkelijker. Geef gastcolleges aan studenten, zoals een medewerker bij ons doet. Twee uur per week les in schilderen, hier op de plaatselijke roc. Zo maak je jongeren enthousiast voor de branche, zo zorg je voor nieuwe instroom. Of laat via sociale media en influencers zien hoe mooi het schildersvak is. Ik was daar helemaal niet bekend mee, er ging een wereld voor me open. Nu maken we regelmatig gebruik van dit soort filmpjes. Hiermee bereiken we de jongeren in hun leefwereld.’
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Handig: de wekelijkse Forum-alert