19 NOV, 2018 • Achtergrond

'Desnoods haal ik ze uit Korea.' Waarom arbeidsmigranten onmisbaar zijn

Een baan vinden: het was heel lang niet zo eenvoudig. Maar personeel… Poeh, welke ondernemer klaagt er niet over? In een korte serie onderzoekt Forum welke oplossingen er zijn voor het tekort aan arbeidskrachten. Vandaag deel 4: arbeidsmigranten. Want als je nergens mensen kan vinden dan haal je ze toch uit het buitenland? ‘Het was wel even wennen.’

 

Abonneer je hier op de gratis nieuwsbriefNederland heeft de komende jaren zeker 80.000 arbeidsmigranten per jaar nodig. Alleen zo lossen we onze eigen tekorten op. Aldus Randstad-ceo Jacques van den Broek in een interview met het FD. Want: opleiden van jongeren duurt lang en is geen oplossing om nu aan de vraag naar personeel te voldoen. Verdringen op de arbeidsmarkt? Welnee, zegt Van den Broek. Ten eerste creëert elke baan weer nieuwe banen. En ten tweede hebben wij de mensen gewoon niet. Maar hoe krijg je ze naar Nederland?

Eerst het slechte nieuws. Een nieuw onderzoek van de Boston Consulting Groep laat zien dat de wereldwijde mobiliteit afneemt. In 2014 wilde nog 64 procent van de werknemers naar een ander land verhuizen voor een baan, nu is dat nog 57 procent. Dat verschilt overigens wel per land: Indiërs willen heel graag verhuizen voor werk (90 procent), maar Polen zijn een stuk honkvaster geworden. Zeker nu de economie in veel landen aantrekt, blijven mensen liever in hun eigen land wonen en werken.

 

Arbeidsmigranten moeilijker te vinden

Dat merkt ook Jos Spelbos, hr-manager international bij Croonwolter&Dros, een groot technisch bedrijf met zo’n 3.000 medewerkers. ‘Als ik in Nederland een banenbeurs bezoek, kom ik misschien een handjevol studenten elektrotechniek en technische automatisering tegen. In Polen lopen honderden interessante en goed opgeleide studenten rond.’ Om ze dan vervolgens hierheen te krijgen, dat wordt dus steeds lastiger, zegt Spelbos. ‘Ik merk echt een kentering.’ Het afgelopen jaar bezocht hij banenbeurzen op drie Poolse topuniversiteiten. ‘Van de interessante kandidaten die ik sprak, toonden er twee interesse om naar Nederland te komen. Uiteindelijk kozen ze er toch voor in Polen te gaan werken. Ondanks het feit dat we tijdelijke huisvesting betalen én een heel trainingsprogramma hebben opgezet. Natuurlijk zijn Nederlandse salarissen hoger, maar de woonlasten in Nederland zijn het laatste jaar geëxplodeerd. Dat heeft veel impact op de keus om naar Nederland te komen.’ Het alternatief, zegt Spelbos, is mensen werven voor de Poolse vestigingen van het bedrijf, die dan op afstand te laten werken en voor enkele weken per jaar voor besprekingen naar Nederland te laten komen.

 

‘ik kan iemand toch niet 3 maanden laten wachten voordat ze bij ons aan de slag kan? dan is ze weg’

 

Nu Polen steeds minder een optie wordt, is Spelbos gedwongen verder te kijken binnen de EU, maar ook daarbuiten. Zijn studenten uit bijvoorbeeld India een alternatief? ‘Wij hebben inmiddels de eerste student aangenomen en overwegen dit verder uit te gaan bouwen. Maar de moeite die je moet doen om iemand binnen te halen… Vaak ben je meer dan drie maanden bezig om een werkvergunning te regelen. Ik kan iemand toch niet drie maanden laten wachten voordat hij of zij bij ons aan de slag kan? Dan is die kandidaat al weg. Dat systeem zou veel makkelijker moeten worden.’

 

Lees hier wat het UWV kan doen aan omscholingVechten om kenniswerkers

Het dwingt ondernemers om verder te kijken dan alleen naar de bekende plekken. Nederlandse hightech-bedrijven togen elk jaar naar de European Career Fair in Boston waar talentvolle, vaak uit het buitenland afkomstige afgestudeerden van MIT en Harvard met werkgevers in contact kwamen. ‘De concurrentie is zo groot dat we op zoek gaan naar nieuwe vijvers’, vertelt Coen de Graaf, programmamanager van High Tech NL. Op ongeveer hetzelfde moment nam de Nederlandse ambassade in Zuid-Korea contact op met De Graaf. De jeugdwerkloosheid in het Aziatische land is hoog, het aantal talentvolle technische studenten ook – konden ze daar niet wat mee? ‘Over een paar weken ga ik met drie organisaties – Effect Photonics, Imec en Yacht – die kant op om sollicitatiegesprekken met studenten te voeren’, zegt de programmamanager van Hight Tech NL. ‘Die willen graag in Nederland werken. Ons arbeidsklimaat is prettig, net als de werk-privé balans.’ Anders dan Spelbos van Croonwolter&Dros ziet De Graaf weinig moeilijkheden met de vestiging van Zuid-Koreanen in Nederland. Omdat het om hooggeschoolde banen gaat, vallen ze onder de kenniswerkersregeling en kunnen ze bij expatcentra terecht die hen helpen met het vinden van woonruimte. ‘Maar het blijft een lang proces’, zegt de programmamanager. ‘Die mensen hebben we heel hard nodig. Hopelijk wordt het een succes.’

 

Technici uit Roemenië en Moldavië

Hoe moeilijk het is om technisch personeel te werven in Nederland, merkte Jan Bokma al in 2006 toen hij als hrm-manager bij Alewijnse werkte. Ook hij ontdekte dat in ‘t buitenland veel meer mensen voor een technische studie kiezen. Met twee universiteiten maakte hij afspraken: één in Galati aan de Donau en één in het noordwesten van Roemenië in Iasi, waar ook veel jongeren uit Moldavië studeren. Het bleek dat studenten hbo-plusniveau theorie kregen aangeleerd, maar van de praktijk te weinig leerden. Met subsidie van Buitenlandse Zaken bouwde Bokma een praktijkcentrum om studenten verder op te leiden én daarna een technische baan aan te bieden bij Alewijnse in Nederland. Dat project was zo succesvol, vertelt hij, dat het is uitgegroeid tot een apart bedrijf, SkillTech, dat Roemeense studenten opleidt én koppelt aan Nederlandse bedrijven.

 

‘Roemeense studenten trekken gewoon een overall aan. Zulke mensen zijn in Nederland niet te vinden’

 

De Roemenen willen graag in Nederland blijven wonen en werken. ‘In de scheepsbouw is de voertaal Engels’, zegt hij. ‘Dat maakt samenwerken met internationale werknemers heel makkelijk.’ En, ook niet onbelangrijk: ‘Roemeense studenten met een technische achtergrond willen gewoon beginnen als elektriciën, een overall aantrekken. Die mensen zijn in Nederland niet te vinden.’

 

Lees ook het artikel 'Wat als je personeel in de verkeerde provincie woont'Roemeense koks

Het ergste wat je dan kan overkomen, zegt Arthur van den Berg, horecaondernemer en eigenaar van Strandpaviljoen Zoomers in Castricum aan Zee, is dat je je bedrijf moet sluiten wegens een gebrek aan personeel. Dat hing hem ook boven het hoofd, net als veel collega-ondernemers. Daarom werd het een zoektocht op internet. Met succes: hij legde contact met een Roemeense kok. ‘Een slimme jongen met een afgeronde horeca-opleiding. Dankzij hem heb ik meer koks gevonden – ook allemaal met een horeca-opleiding op zak.’ Zijn Nederlandse werknemers moesten daar best even aan wennen. Opeens werd de voertaal Engels. Maar, zegt hij, uiteindelijk is iedereen alleen maar blij. Want opeens kan de chefkok drie weken vakantie opnemen. En kan iedereen gewoon netjes zijn diensten ruilen en af en toe een dagje vrij nemen als het lekker weer is.

 

‘ongelooflijk wat voor vooroordelen mensen hebben. want roemenen, stelen die niet van je?’

 

Inmiddels heeft Van den Berg ook andere restaurants geholpen aan koks en is hij bezig met het sluiten van een overeenkomst van met een Roemeense hotelschool. En is hij helemaal uit zijn personele problemen. ‘Ik hoor mensen roepen: Roemenen, stelen die niet van je? Ongelofelijk wat voor stigma erop zit en de vooroordelen die mensen hebben. En ik zie zoveel noodlijdende restaurants. Neem nou gewoon mensen aan en zorg dat je toko draait.’

 

Op de hoogte blijven van onze leukste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.

‘Duitsers werken graag in Nederland’Het geluk van ondernemer zijn in Limburg, zegt Dirk Stoll, directeur van Faurecia in Roermond, is de aanwezigheid van Duitsland. Of beter gezegd: het aanbod van technische Duitsers die heel graag in Nederland komen werken. ‘De werkloosheid is in Limburg astronomisch laag’, zegt Stoll. ‘Een interne vestiging van uitzendbureau Adecco werft daarom over de grens voor ons, specifiek operators en mensen die machines kunnen bedienen.’ Eigenlijk gaat het zo al jaren, zegt Stoll. Maar de spoeling op de Nederlandse arbeidsmarkt wordt steeds dunner, waardoor er nog meer mensen in Duitsland worden geworven. Nadelen zijn er eigenlijk niet: zijn werknemers blijven over de grens wonen en reizen dagelijks naar de vestiging in Roermond. ‘Duitsers werken graag in Nederland, het arbeidsklimaat is hier goed en minder hiërarchisch.’

De arbeidsmigrant is niet voor elke sector een optieIn de techniek en in de horeca kun je vaak wel met Engels of Duits uit de voeten. Maar kunnen ziekenhuizen ook over de grens kijken voor hun personeel? Eigenlijk niet, zegt Wouter van der Horst van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen. ‘Er zijn in het verleden wel experimenten geweest, maar zonder al teveel succes. De taalbarrière is erg groot: anders dan in de techniek, is de voertaal in de zorg Nederlands. Dat probleem heeft Duitsland minder. Daar worden verpleegkundigen uit bijvoorbeeld Polen en Slowakije aangenomen die heel goed Duits spreken.’ Ook het BIG registratiesysteem werpt barrières op, zegt Van der Horst. De zorg richt zich daarom op studiekiezers. Nu wordt nog 1 op de 7 studenten opgeleid voor de zorg, straks moet dat 1 op 4 worden, zegt Van de Horst. ‘De vraag is natuurlijk of dat überhaupt kan. Wij denken van niet. Nieuwe vormen van zorg moeten ontwikkeld worden met behulp van digitale middelen. Dan kan bijvoorbeeld zelfzorg thuis mogelijk worden. Daar moeten we stevig op inzetten.’

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Handig: de wekelijkse Forum-alert

arbeidsmarktarbeidsmigratiearbeidsmobiliteithorecascheepsbouwtechniek