Carla Dik Faber: ‘Kernenergie? Daar hoeven we niet voor te kiezen’

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
28-11-2018

Als groenste Tweede Kamerlid trekt Carla Dik-Faber (ChristenUnie) hard aan de energietransitie. ‘Polderen oké, maar de urgentie is groot. We hebben de aarde in 100 jaar leeggeroofd.’

 

Stil werkpaard

‘Je zult mij niet zo snel bij talkshows zien. Ik ben meer van de radio: de diepte in. Ik ga voor de inhoud, wil resultaat bereiken – gek eigenlijk om dat als politicus te zeggen, want dat zou toch vanzelf moeten spreken. Vrij Nederland noemde me ooit een stil werkpaard (ze werd uitgeroepen tot meest effectieve Kamerlid; red.). Dat vind ik een eretitel. Het meest trots ben ik op de Klimaatwet die we met zeven coalitie- én oppositiepartijen hebben gepresenteerd.’

 

'vrij nederland noemde me stil werkpaard. ik vind het een eretitel'

 

Groenste politicus

‘Ja, dit jaar ben ik ook nog eens tot groenste politicus uitgeroepen. Ik zet me al jaren in om een brug te slaan tussen boeren, burgers en natuurbeschermers. De onderlinge verhoudingen zijn enorm gepolariseerd. Boeren voelen zich ondergewaardeerd, burgers zijn kritisch maar soms ook onwetend. Nu zie je gelukkig de trend dat consumenten bewuster worden en voedsel uit de omgeving willen. Ik heb onlangs een initiatiefnota geschreven over hoe je dat verder kan stimuleren. Mijn warme gevoelens voor de landbouw heb ik meegekregen van mijn ouders, die allebei op een boerderij zijn opgegroeid.’

Wie is Carla Dik-Faber?Na een opleiding bij Schoevers begon Carla Dik-Faber (47) in 1991 op het secretariaat van de toenmalige Rijksdienst Beeldende Kunst. Daarna volgde ze een opleiding kunstgeschiedenis. In 1998 ging ze bij de MOgroep (Maatschappelijke Ondernemers) aan de slag als beleidsmedewerker. Vanaf 2002 werkte ze op kleine schaal als freelance kunsthistorica. Een jaar later werd Dik-Faber voor de ChristenUnie lid van de gemeenteraad van Veenendaal, en in 2007 lid van de Provinciale Staten van Utrecht. In 2012 werd ze gekozen voor de Tweede Kamer.
(Bron: onder meer www.parlement.com

Klimaatdebat

‘Over de aanpak met klimaattafels ben ik positief. Het is beter als politiek en samenleving er samen uit komen en er draagvlak is, dan dat de overheid het eenzijdig oplegt met wet- en regelgeving. Maar ondertussen is de urgentie groot. We hebben maar 1 aardbol – ik noem het de schepping – en daar moeten we het mee doen. In 100 jaar tijd hebben we de aarde met een enorm tempo leeggeroofd van grondstoffen en opgezadeld met afval en warmte.’

‘Ik zie mooie voorbeelden in het land van burgers die zelf aan de slag gaan met verduurzaming. In Utrecht is een woonwijk waar met zonnepanelen elektrische deelauto’s worden geladen, ook als batterij. Ook bedrijven gaan zelf aan de slag. Die gaan echt niet wachten tot ze er in Den Haag uit zijn. De overheid kan stroperig zijn en initiatieven uit de samenleving in de weg zitten met achterhaalde regelgeving. Ook moet de overheid bedrijven op een gegeven moment wel duidelijkheid geven over de energietransitie, zodat die weten waar ze aan toe zijn.’

 

Band met bedrijfsleven

‘Ik heb, in het verlengde van mijn portefeuille, vooral contact met de groene tak en de zorgtak van het bedrijfsleven. Zo ben ik laatst op bezoek geweest bij de Verspillingsfabriek, die strijdt tegen verspilling van voedsel, gebouwen en talent. Het bedrijf maakt soepen en sauzen van voedsel dat anders als veevoeder eindigt of wordt vergist. Er werken ook mensen met een beperking. De overheid kan dat soort bedrijven helpen om obstakels weg te nemen.’

 

Zes jaar zit ze nu in de Kamer, maar het werk is nog niet klaar: 

 

Ondernemersbloed

‘Mijn vader was zelf elektrotechnicus bij de marine en deed tot voor kort nog klussen voor mensen in een woonzorgcentrum. Mijn moeder werkte in winkels en werkt nu nog, als 77-jarige, als vrijwilliger in de ouderenzorg. Ik heb zelf Schoevers gedaan, een noodgreep na het VWO. Als tiener heb ik echt een zoektocht gehad. Na Schoevers kwam ik als secretaresse bij de Rijksdienst Beeldende Kunst terecht en heb ik de kunst ontdekt. Mijn ouders vonden het geen goed idee om vervolgens kunstgeschiedenis te gaan studeren: daar verdien je toch geen droog brood mee. Ik heb er ook geen baan in gevonden, want het was in de tijd van de bezuinigingen op kunst. Ik stond op het punt om voor mezelf te beginnen als kunstbemiddelaar toen ik werd benaderd voor de Tweede Kamer.’

 

'de bijbel is voor mij de basis waarop we elkaar kunnen aanspreken'

 

Christelijke politiek

Voor de MOgroep (Maatschappelijke ondernemers; red.) deed ik de politieke lobby. Soms hoorde ik Kamerleden uit mijn brieven citeren; zó werkt het dus in de politiek. Ik had altijd GroenLinks gestemd vanwege het groene beleid, maar ik ben lid geworden van de ChristenUnie vanwege het geloof. De Bijbel is dan wel geen politiek programma, maar het is wel mijn inspiratiebron en de basis waarop we elkaar kunnen aanspreken.’

 

Enorme klus

‘Het Kamerlidmaatschap is mooi en dankbaar werk, maar ik heb het niet gezocht. Ik heb in eerste instantie ‘nee’ gezegd. Het is een enorme klus die gemakkelijk ten koste kan gaan van je gezin en je sociale netwerk als je niet oplet. Kunst, muziek, lezen, met vrienden op pad gaan: daar is nu minder tijd voor. En dan heb ik nog als voordeel dat ik op zondag geen politieke activiteiten heb.’

 

Geeft zichzelf een: 8

‘Ik probeer veel op bezoek te gaan bij bedrijven, luister naar hun zorgen en neem die mee naar Den Haag. Of vraag hoe Haags beleid voor hun uitwerkt. En ik mag ze graag prikkelen.’

 

Op de hoogte blijven van onze leukste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.

Natuur of industrie?‘Natuur, want dat is de basis van het leven op aarde. Maar in de Nederlandse industrie zitten echt koplopers, ook op het gebied van duurzaamheid, zoals Tata Steel.’

Kolen of kernenergie?‘Geen van beide, hoor. Hier hoeven we niet meer voor te kiezen. Kernenergie zadelt de generaties na ons met afval op, en kolen met CO2.’

In het Haagse restaurant Instock, dat gerechten bereidt van onverkocht producten van supermarkten. ‘Onverteerbaar dat er zoveel voedsel wordt verspild. Gemiddeld gooien we 41 kilo p.p.op jaarbasis weg.'
In het Haagse restaurant Instock, dat gerechten bereidt van onverkocht producten van supermarkten. ‘Onverteerbaar dat er zoveel voedsel wordt verspild. Gemiddeld gooien we 41 kilo p.p.op jaarbasis weg.'
Foto: Wiebe Kiestra
Paul Scheer
redacteur Forum
+31 70 3490 169