30 AUG, 2021 • 30 AUG, 2021 •
Wetsvoorstel strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden, reactie op consultatie
Graag maken VNO-NCW en MKB-Nederland gebruik van de mogelijkheid om te reageren op het ontwerpwetsvoorstel strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden (hierna: Wetsvoorstel).
Wij onderschrijven het doel van het wetsvoorstel om het (online) publiceren van persoonsgegevens om mensen bewust te intimideren tegen te gaan. Wel hebben we twee kanttekeningen bij het wetsvoorstel, waarop we hieronder nader ingaan:
- Voorkom dat rechtmatige en legitieme activiteiten strafbaar worden
- Voorkom rechtsonzekerheid, gebruik dezelfde begrippen als in de AVG
Voorkom dat rechtmatige en legitieme activiteiten strafbaar worden
In het wetsvoorstel wordt het delen van persoonsgegevens strafbaar, als dat gebeurt met het doel om iemand bang te maken, ernstige overlast te bezorgen of iemand in zijn ambt of beroep te hinderen. We onderschrijven de strafbaarheidsstelling, maar hierbij moeten we wel voorkomen dat onbedoeld tot nog toe rechtmatige gegevensverwerkingen onder de AVG (of andere wet- en regelgeving) nu met het Wetsvoorstel strafbaar worden. Hierbij kan gedacht worden aan bedrijven (en andere entiteiten) die in de rechtmatige uitoefening van hun bedrijf persoonsgegevens verwerken, wat gekwalificeerd kan worden als het veroorzaken van ernstige overlast of het hinderen in een ambt of beroep.
Voorbeelden hiervan zijn het opnemen van iemands naam op een zwarte lijst waarvoor een vergunning is afgegeven door de Autoriteit Persoonsgegevens zoals bedoeld in art. 33 lid 4 sub c van de UAVG. Maar ook veel veiligheidsactiviteiten verricht door particuliere bedrijven in het kader waarvan persoonsgegevens gedeeld worden, kunnen gekwalificeerd worden als ‘hinderlijk’ en kunnen leiden tot onderbreking van activiteiten. Bovendien met het oogmerk om kwalijk gedrag van het datasubject te stoppen dan wel te voorkomen (ook wel aan te duiden als: storen/hinderen). Deze activiteiten vallen niet onder de uitzondering voor activiteiten van algemeen belang. Het huidige Wetsvoorstel zorgt dat ook dergelijke rechtmatige activiteiten (wellicht onbedoeld) strafbaar worden. Er is daarom een uitzondering nodig voor het delen van persoonsgegevens voor gerechtvaardigde private belangen.
Hoewel in de Memorie van Toelichting bij ‘vrees aanjagen’ te lezen is dat het moet gaan om kwalijke opzet, missen we deze kwalificatie bij ‘ernstige overlast aan te doen’. Ook missen we het vereiste van ‘kwalijke opzet’ in de wettekst zelf.
Voorstel
Om te voorkomen dat legitieme en gerechtvaardigde activiteiten niet strafbaar worden, adviseren we:
- De strafbaarstelling te beperken tot situaties waarbij sprake is van een ‘kwaadaardig oogmerk’/ ‘te kwader trouw’. Hiertoe kan lid 1 van artikel 285d en 298b worden aangepast.
- De uitzondering van strafbaarheidsstelling voor activiteiten in ‘het algemeen belang’, uit te breiden met activiteiten met een ‘gerechtvaardigd privaat belang’, in lijn met de regels van de AVG.
In de bijlage doen we hier een aantal tekstsuggesties voor.
Voorkom rechtsonzekerheid, gebruik zelfde begrippen als in de AVG
Om eventuele conflicten, verwarring of overlap te voorkomen met de AVG, zouden we graag zien dat de termen zoals ook gehanteerd en gedefinieerd in de AVG, 1-op-1 worden gehanteerd in het onderhavige wetsvoorstel. In het Wetsvoorstel wordt de term ‘identificerende persoonsgegevens’ gebruikt. Er kan, onzes inziens, echter worden volstaan met het begrip ‘persoonsgegevens’ zoals gedefinieerd in artikel 4 lid 1 AVG:
‘persoonsgegevens’: alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon („de betrokkene’); als identificeerbaar wordt beschouwd een natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificator zoals een naam, een identificatienummer, locatiegegevens, een online identificator of van een of meer elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit van die natuurlijke persoon;
In dit verband verwijzen we ook naar overweging 26 AVG over identificeerbaarheid, waaruit duidelijk blijkt dat persoonsgegevens alle gegevens betreffen die aan een natuurlijke persoon gekoppeld kunnen worden, en daardoor identificeerbaar is.
Voorstel
- Vervang de term ‘identificerende persoonsgegevens’ door ‘persoonsgegevens’.
- Uit de Memorie van Toelichting behorende bij het Wetsvoorstel is niet duidelijk op te maken of bedoeld wordt een andere betekenis te geven aan de term ‘identificerende persoonsgegevens’ dan aan de AVG-term ‘persoonsgegevens’. Dergelijke verwarring komt de rechtszekerheid niet ten goede. Mocht met de term ‘identificerende persoonsgegevens’ iets anders bedoeld zijn dan met de AVG-term persoonsgegevens wordt bedoeld, dan verzoeken wij de term te definiëren in het Wetsvoorstel en het beoogde onderscheid expliciet toe te lichten in de bijbehorende Memorie van Toelichting.
Wij verzoeken u bij de verdere vormgeving van het wetsvoorstel met bovenstaande opmerkingen rekening te houden. Mocht u vragen hebben/nadere toelichting wensen, dan zijn we daar graag toe bereid.
Bijlage
Voorstel wijziging artikel 285d lid 1 en artikel 298b lid 1
Hij die zich identificerende persoonsgegevens van een ander of een derde verschaft, deze gegevens verspreidt of anderszins ter beschikking stelt met het kwaadaardige oogmerk om die ander vrees aan te jagen dan wel aan te laten jagen, ernstige overlast aan te doen dan wel aan te laten doen of hem in de uitoefening van zijn ambt of beroep ernstig te hinderen dan wel te laten hinderen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
OF:
Hij die zich identificerende persoonsgegevens van een ander of een derde verschaft, deze gegevens verspreidt of anderszins ter beschikking stelt met het oogmerk om die ander te kwader trouw vrees aan te jagen dan wel aan te laten jagen, ernstige overlast aan te doen dan wel aan te laten doen of hem in de uitoefening van zijn ambt of beroep ernstig te hinderen dan wel te laten hinderen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Voorstel wijziging lid 2 van artikel 285d en 298b:
Niet strafbaar is degene die te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat het algemeen belang dan wel een gerechtvaardigd privaat belang of gerechtvaardigd doel het zich verschaffen, verspreiden of anderszins ter beschikking stellen van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, vereiste.
We adviseren in aanvulling hierop in de Memorie van Toelichting op te nemen dat onder een gerechtvaardigd privaat belang respectievelijk gerechtvaardigd doel in ieder geval wordt begrepen een gerechtvaardigd belang respectievelijk gerechtvaardigd doel zoals bedoeld in de (U)AVG.