10 FEB, 2025 • 2025-02-10T14:13:42+01:00 • [object Object]

Commissiedebat langdurige zorg 13 februari 2025

Geachte leden van de tweede kamer commissie VWS,

Op 13 februari debatteert u over de langdurige zorg. De huidige demografische ontwikkelingen, personele tekorten en financiële onzekerheden zetten onze langdurige zorg – die in internationaal opzicht van hoge kwaliteit is – in toenemende mate onder druk. De vergrijzing van onze samenleving zal daarbij meer vragen van zorgprofessionals en mantelzorgers.
Het bedrijfsleven kan een belangrijke rol spelen bij het ontlasten van de zorg en bij de veranderende inrichting van onze samenleving. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van nieuwe vormen van dienstverlening of technologie om in te spelen op de veranderende behoeften. Het is noodzakelijk dat we gezamenlijk stappen zetten om onze langdurige zorg toekomstbestendig te maken met oog voor de personele en financiële opgaven die er liggen. Ter voorbereiding op het debat geven wij u in dat kader graag enkele suggesties mee.

Een andere manier van zorgen

Waar de overheid van oudsher een groot deel van de zorg en ondersteuning voor hulpbehoevenden op zich neemt, zal de samenleving in de toekomst een grotere rol moeten pakken. De overheid kan zich dan hoofdzakelijk richten op de zorg voor de meest kwetsbaren. Mensen zullen – waar mogelijk – meer gebruik moeten gaan maken van eigen middelen en netwerken, zodat de zorg toegankelijk blijft voor degenen die dat hardst nodig hebben. Voor werkgevers betekent dit concreet onder meer het toenemende belang dat zij hun medewerkers goed (kunnen) ondersteunen bij het combineren van mantelzorg en werk.[1]

Om deze transitie mogelijk te maken, moeten de randvoorwaarden goed worden georganiseerd. Dit vraagt om een aantal stappen van het kabinet en de maatschappij:

1. Naar een nieuwe balans tussen formele- en informele zorg. Het zou goed zijn wanneer het kabinet de beweging naar netwerkzorg verder stimuleert, waarbij werkende mantelzorgers beter worden ondersteund. We zien in ieder geval twee concrete maatregelen voor ons die hieraan bijdragen, en waarvan u aan de minister kunt vragen hoe zij hier tegen aankijkt:

  • Laat het sociale netwerk meewegen bij de Wlz-indicatiestelling. Op deze manier stimuleren we dat – waar mogelijk – mensen hun eigen netwerk benutten als onderdeel van het opvangen van de zorgvraag.
  • Deze maatregel zal meer vragen van werkende mantelzorgers. Voor een zeer groot deel kunnen zij dit opvangen door bestaande zorgverlofregelingen, maatwerk op de werkvloer en afspraken binnen cao’s. Deze ruimte moet ook behouden blijven. Flankerend overheidsbeleid – bijvoorbeeld op het vlak van het stroomlijnen van respijtzorgregelingen gericht op het tijdelijk ontlasten van mantelzorgers – kan werkenden die langdurig zorgen voor hun naasten ontlasten.

2. Combineer zorg en vormen van ondernemerschap en dienstverlening. Zeker in krimpgebieden waar voorzieningen onder druk staan, loont het om zorg en ondernemerschap meer en beter met elkaar te combineren. Denk bijvoorbeeld aan het aanbieden van laagdrempelige zorginterventies in winkels. Hierdoor kunnen mensen met een langdurige zorgvraag met laagdrempelige ondersteuningsbehoeften beter terecht in hun eigen wijk. Een mooi voorbeeld hiervan is “Roermond Gezond 2030”, waar een zogeheten zelfmeetkiosk voor onder andere het meten van bloeddruk in een winkelomgeving is opgezet en op die manier zorg en retail gecombineerd wordt. We doen de oproep aan u om de minister te vragen hoe zij tegen initiatieven op dit vlak aankijkt en of ze deze waar mogelijk zou willen stimuleren.

3. Versimpel de toegang tot laagdrempelige zorg- en ondersteuningsbehoeften. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is niet altijd toegankelijk en komt met zeer grote administratieve stelselkosten van meer dan een kwart van het totale budget.[2] Dit kan efficiënter en beter. In SER-verband hebben we eerder aanbevelingen gedaan op dit vlak.[3] De introductie van een specifieke aftrekpost waarmee burgers persoonlijke diensten en producten kunnen aftrekken van de belasting kan een uitkomst bieden. We roepen u dan ook op dit te onderzoeken. Hiermee stimuleren we de beweging naar ‘zelf, tenzij’ en ‘digitaal, tenzij’ door mensen meer regie te geven over de invulling van hun zorg- en ondersteuningsbehoeften. En zo beperken we instroom in de Wlz.

4. Gericht innovatie- en opleidingsbeleid is een belangrijke randvoorwaarde om de transities mogelijk te maken. Het kabinet heeft ervoor gekozen om te bezuinigen op onderzoek en innovatie. Dit raakt ook de zorg. Om blijvend te kunnen inzetten op (arbeidsbesparende) technologie – hoognodig gezien de personeelstekorten en om de zorg efficiënter te organiseren – is het cruciaal dat er concrete stappen worden gezet om innovaties sneller te kunnen opschalen. Kortingen op onder meer het stagefonds en de regeling veelbelovende zorg dragen hier niet aan bij. We pleiten voor concrete alternatieven om organisaties te helpen innovaties sneller op te schalen in de langdurige zorg en om voldoende personeel te kunnen blijven opleiden met de juiste vaardigheden. De huidige keuzes van het kabinet dragen hier niet altijd aan bij.

5. Een blijvende inzet op het scheiden van wonen en zorg is essentieel. Mensen blijven niet alleen zelf graag zo lang mogelijk thuis wonen[4], het bespaart ook enorm veel kosten als zij dat kunnen.[5] De beweging naar het scheiden van wonen en zorg moet dan ook zoveel mogelijk worden doorgezet. Van belang daarbij is de bouw van voldoende geschikte woningen.Dit beperkt ook weer het beroep op (formele) zorg.

6. Financiële onzekerheid hindert noodzakelijke investeringen. Het kabinet maakt veel geld vrij voor investeringen in de langdurige zorg. Tegelijkertijd liggen er ook nog bezuinigingen (600 mln) op tafel. De verschillende signalen die hiervan van uitgaan, zorgen voor veel onzekerheid bij zorgaanbieders die flinke investeringsbeslissingen moeten nemen. Wij constateren dat partijen noodzakelijke investeringen in de modernisering (digitalisering, verduurzaming) van hun bedrijfsvoering hierdoor uitstellen. Dit is een slechte zaak. We pleiten hiermee niet voor extra gelden, maar voor een consistente en voorspelbare lijn vanuit de overheid, zodat het veld weet waar het aan toe is.

Concluderende opmerkingen
Door het beter organiseren van de randvoorwaarden in de samenleving kunnen we de groeiende vraag naar langdurige zorg beter opvangen. Daarbij houden we oog voor de personele, financiële en maatschappelijke uitdagingen. We gaan hierover graag met u het gesprek aan.

Hoogachtend,

P.J. de Haan

Plv. teammanager Sociale Zaken, Strategie en Coördinatie


[1] De SER zal komend jaar advies uitbrengen over het combineren van mantelzorg en werk.

[2] Besteding gemeentelijke zorgkosten | Berenschot nieuws

[3] Advies Markt voor persoonlijke dienstverlening in internationaal perspectief

[4] Samenvatting kwestie Langer thuiswonen van ouderen met een zorgbehoefte

[5] Het verschil in zorgkosten tussen zorg met en zonder verblijf in de Wlz | Rapport | Rijksoverheid.nl

gezondheidszorg