1 NOV, 2021 • 1 NOV, 2021 •
Begrotingsbehandeling Justitie en Veiligheid, brief aan de VC voor Justitie en Veiligheid van de Tweede Kamer
Geachte dames en heren,
Graag willen we u enkele concrete punten meegeven voor deze begrotingsbehandeling.
Ondermijning: bedrijfsleven onderdeel oplossing bij meerjarige verstevigde inzet
- De ondermijnende criminaliteit verhardt. Er zijn stevige meerjarige plannen nodig met bijbehorende investering om het enigszins te beteugelen. Het bedrijfsleven is vaak slachtoffer maar is ook onderdeel van de oplossing. Middels een nationaal preventieakkoord criminaliteit kan het bedrijfsleven een hoop ellende voorkomen door preventieve stappen te nemen. Dat kan door betere informatie-uitwisseling maar ook door betere samenwerking met de overheid. Voorkomen zorgt voor minder schade, minder slachtoffers, minder aangiftes en verlicht dus ook de justitieketen.
- Naast preventie moet ook ingezet worden op repressie. De opsporingsdiensten moeten meer zichtbaar aanwezig zijn, de pakkans moet in Nederland omhoog en wanneer er aangifte wordt gedaan, moet hierop geacteerd worden. Dit vergt een deltaplan ondermijning met bijbehorende financiën dat meerdere kabinetsperioden moet beslaan. Het structureel maken van D-G ondermijning helpt daarbij.
Cybersecurity: verbetering informatiedeling en opsporing en vervolging
- Cybercriminaliteit is een ware plaag voor ondernemers. Een van de belangrijkste instrumenten om de cyberweerbaarheid van organisaties en burgers te verhogen, is door hen snel te informeren wanneer hun IT-systemen kwetsbaarheden vertonen of gehackt zijn. Dit is nog altijd niet goed geregeld. Voor de digitale veiligheid van bedrijven en van ons land moet deze informatievoorziening met spoed op orde worden gebracht.
- Cybercriminelen moeten niet wegkomen met hun daden maar worden opgespoord en vervolgd. Investeringen in kennis en capaciteit bij de verschillende partijen in de cybercrimehandhavingsketen zijn broodnodig. Ook moet versnippering van de cybercrime aanpak over de verschillende (politie-)regio’s worden tegengegaan. Wij pleiten voor een meer centrale aanpak.
- Cybersecurity moet topprioriteit zijn en ook moet het tempo van handelen omhoog. Centrale regie vanuit de overheid en een integrale aanpak, gericht op de aanpak van cybercriminaliteit en het duurzaam verbeteren van de cyberweerbaarheid is noodzakelijk. Hiervoor moet een meerjarig actieprogramma met concrete doelen voor de korte en langere termijn en bijbehorende investeringsagenda worden opgesteld, in nauwe samenwerking tussen publieke en private partijen.
Investeer in uitvoeringscapaciteit AP en geschillencommissies
- De behandeling door Autoriteit Persoonsgegevens van goedkeurings-, vergunnings- en ontheffingsaanvragen, zoals de goedkeuring van binding corporate rules (BCRs) en van gedragscodes, duurt vaak jaren. Het bedrijfsleven ondervindt hier grote last van. Autoriteit Persoonsgegevens heeft meer resources nodig voor het wegwerken van de achterstanden bij haar vergunnings-, goedkeurings- en voorlichtingstaken.
- Er is blijvend behoefte aan laagdrempelige, kwalitatief hoogwaardige en eenvoudige procedures voor zowel burgers als bedrijven voor het oplossen van (civiele) geschillen. Hierin voorziet de Stichting Geschillencommissies Consumentenzaken (SGC). Het voortbestaan van de SGC is echter in gevaar door korting op de subsidies. Een substantiële verhoging van de subsidie aan de SGC tot 1,3 mln. euro is nodig, zodat zij hun belangrijke werk kunnen voortzetten.
Verbeter schuldhulp en WHOA voor (mkb)ondernemers
- Voor met name mkb-ondernemingen, die zijn getroffen door de Corona-maatregelen, zou een zogenoemde WHOA-C (Corona-WHOA) uitkomst kunnen bieden. Deze WHOA-C is van toepassing op ondernemingen die gesaneerd moeten worden. Een eenvoudige QuickScan moet vaststellen of de schulden in overwegende mate zijn veroorzaakt door de Coronacrisis en daarnaast of de onderneming levensvatbaar is na de sanering. Schuldeisers zoals de belastingdienst stellen zich dan welwillend op ten opzichte van een onderhands schuldeisersakkoord, waarbij van de in de WHOA gestelde voorwaarde dat de schuldeisers of aandeelhouders op basis van het akkoord niet slechter af mogen zijn dan bij een vereffening van het vermogen van de schuldenaar, zal kunnen worden afgeweken. De WHOA-C zou tevens kunnen inhouden dat, indien de sanering van de onderneming enkel kan worden gerealiseerd door een sanering van het personeelsbestand en vervolgens de totstandkoming van een schuldeisersakkoord wordt belemmerd door hoge transitiekosten, deze transitiekosten worden overgenomen door het UWV.
- Bij de (tijdelijke) regelgeving betreffende schuldhulp moet meer aandacht zijn voor het voorkomen van een uitzichtloze positie waarin een ondernemer kan worden meegesleurd indien hij ook persoonlijk aansprakelijk is. Meer moet worden ingezet op totstandkoming van akkoorden met schuldeisers, zowel bij een herstructurering als bij een gecontroleerde afwikkeling (stoppen) van de onderneming.
- De informatievoorziening voor ondernemers die schuldhulp nodig hebben, is versnipperd over meerdere departementen en moet meer worden gestructureerd. Er moet een stromenoverzicht worden opgesteld van de regelingen die er nu zijn en welke gevolgen het kiezen van een bepaalde route voor de ondernemer heeft. Dit toegespitst naar rechtsvorm en naar consequenties voor zakelijke en privéschulden (financiële aansprakelijkheid).
- Voor het kleinbedrijf is een WHOA-traject duur en ingewikkeld. Op korte termijn is winst te behalen voor het mkb door verlaging van de griffierechten voor een WHOA-traject.
- De garantstellingsregeling faillissementscuratoren (GSR) zal per 2022 worden verbeterd. In de begroting zien wij echter niet dat daar extra geld voor wordt vrijgemaakt. Voor de aanpak van fraude in faillissementen is meer geld onontbeerlijk.
Hoogachtend,
dr. R.J. Mulder
Directeur Beleid