Branchevereniging aan het woord: Koninklijke Horeca Nederland (KHN)

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
27-11-2023

In deze serie komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord. Deze week algemeen directeur Dirk Beljaarts van Koninklijke Horeca Nederland.

 

Vertel eens over uw branche(vereniging).

‘Wij vertegenwoordigen de hele breedte van de horecasector in Nederland. We hebben ruim 18.000 leden, variërend van hotels en restaurants tot cafetaria’s en cateringbedrijven. Die brede impact op de hele branche maakt het werk ook zo leuk. We zijn landelijk georganiseerd, maar onze kracht zit in onze lokale vertegenwoordiging. We hebben 240 afdelingen, waar 1.100 bestuurders actief zijn. Daarmee zitten we in de haarvaten van de regio en hebben we ook invloed op lokaal gemeentelijk beleid. Het maakt dat we overal aan tafel zitten.’

 

Wat is uw achtergrond?

‘Mijn hele carrière heb ik in de gastvrijheidsbranche gewerkt. Ik heb de hogere hotelschool gedaan en heb later jarenlang als hotelier gewerkt, waaronder in vijfsterrenhotels en als laatste het grootste hotel van de Benelux. Sinds februari 2019 werk ik als directeur van KHN. Het feit dat ik zelf in de sector heb gewerkt, geeft extra passie voor onze prachtige branche.’

 

Wat zijn actuele kwesties en lobbypunten?

‘De grootste overkoepelende kwestie is het ondernemersklimaat in Nederland. Ik zeg weleens: de horeca en het mkb zijn de pinautomaat van Den Haag. Bedrijven verdienen en het kabinet geeft het weer uit. De regeldruk is hoog, wat ondernemen niet aantrekkelijk maakt. Ook de nieuwe ontwikkelingen omtrent flexwerk baren ons zorgen, omdat er te weinig ruimte blijft voor mensen die juist flexibel willen werken, zoals jongeren. Het minimumloon is vaak en fors verhoogd en de lasten daarvan komen bij werkgevers terecht. Ondernemers voelen zich niet altijd gewaardeerd door het sentiment dat in de landelijke politiek op dit moment aanwezig is. Andere kwesties die spelen, zijn de nasleep van de coronaschulden en de steeds krappere winstmarges. En de tekorten op de arbeidsmarkt, waardoor sommige bedrijven genoodzaakt zijn de openingstijden in te perken.’

 

Hoe ziet u de toekomst van de branche?

‘Als we kijken naar de arbeidsmarkt, dan is het toekomstperspectief niet dat de krapte minder zal worden. Integendeel, door de vergrijzing zal het alleen maar moeilijker worden om aan personeel te komen. Automatisering en robotisering gaan in de horeca een grotere plek innemen. Dat klinkt futuristisch. Maar bestellen met een QR-code is hier ook een voorbeeld van. Daarnaast kunnen we veel winst behalen met het veranderen van het imago van werken in de horeca. We moeten af van het idee dat sommigen hebben van onze sector als bijbaantje. Horeca is een vak, een ambacht. We zijn een serieuze, professionele sector, waar je carrière kan maken, een leven lang kan leren, en waar het fijn is om te werken. Veel werkgevers zijn vooruitstrevend in goed werkgeverschap om mensen te binden, te boeien en voor langere tijd te behouden.’

 

En van de branchevereniging?

‘Het verenigen an sich staat al jaren onder druk, denk ook aan sportverenigingen. Het is een trend die mede met de individualisering te maken heeft. Onze ledenaantallen zijn stabiel of stijgen zelfs, maar door deze ontwikkeling moeten we ons als vereniging blijven afvragen of de modellen die we gebruiken ook in de toekomst nog passen. Hoe ziet een toekomstbestendige vereniging eruit? Wat mag bijvoorbeeld een lidmaatschap kosten, en wat krijg je daar als lid voor terug? Wij zijn daar binnen de vereniging dan ook volop mee bezig.’

 

Waarom zijn jullie lid van MKB-Nederland en VNO-NCW?

‘Wij willen als vereniging één stem laten horen vanuit de horeca en dat kan het beste door samen te werken. Dat dragen we uit naar onze eigen leden en dat is ook de reden dat we lid zijn van MKB-Nederland en VNO-NCW. MKB-Nederland en VNO-NCW brengen ook branches bij elkaar. Soms heb je daar die spin in het web voor nodig, dat mogen we niet onderschatten. Het is fijn om zorgen en ervaringen te kunnen delen. Daarnaast hebben we door de jaren een goede, hechte band opgebouwd, waarin we elkaar door dik en dun steunen, ook al zijn we het soms niet helemaal eens over alle punten. Met name in coronatijd hebben we veel steun gehad vanuit MKB-Nederland en VNO-NCW. Er was een oprechte wil om samen door deze moeilijke periode te komen. Corona heeft ons hard getroffen, maar het heeft in die samenwerking ook iets moois opgeleverd.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Dan kies ik voor Leendert-Jan Visser. Mijn hart ligt bij de horeca, maar ik zou het heel interessant vinden hoe het is om juist vanuit een brede blik te werken met alle verschillende branches van MKB-Nederland.’