Branchevereniging aan het woord: Federatie Betaald Voetbal organisaties (FBO)

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
26-06-2023

FBO is de werkgeversorganisatie voor het betaald voetbal in Nederland. Directeur Laura van Putten vertelt.

 

Wat is er te vertellen over de branche en branchevereniging?

‘De maatschappelijke en economische impact van voetbal is groot. Er zijn wel 8,2 miljoen voetballiefhebbers, door alle lagen van de bevolking heen. Om daar met de FBO een positieve bijdrage aan te leveren, maakt me trots op onze organisatie. Onze leden zijn de 34 clubs uit de Eredivisie en Eerste Divisie. Wij ondersteunen die op juridisch, sociaaleconomisch en HR-vlak. Dat doen we met een team van zes mensen. Daarbij zijn vier juristen, onder wie ikzelf. De directeurspositie wordt altijd door een jurist vervuld. Dan hebben we nog een HR-medewerker en een communicatiemedewerker. Niet heel veel fte’s, dus het is de kunst om de dienstverlening goed af te bakenen en een passende werkwijze te hanteren.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘Ik ben sinds 1 januari 2019 bij de FBO in dienst, oorspronkelijk als jurist. Daarvoor heb ik ruim tien jaar in de advocatuur gewerkt op het gebied van arbeidsrecht. Onze oud-directeur, Serge Rosmeijsel, is begin 2022 ernstig ziek geworden en in oktober veel te jong overleden. Dat was voor ons een heel zwaar jaar. Niet alleen mentaal en emotioneel, maar ook door de werkdruk. Er kwam veel op ons af. Uiteindelijk ben ik 1 januari dit jaar zijn opvolger geworden. Met het arbeidsrecht hou ik me nog steeds bezig, want hier is de directeur in feite een soort meewerkend voorman.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘Onlangs hebben we de cao voor trainer-coaches en voor contractspelers verlengd. Het is fijn dat zowel de clubs als de spelers de komende jaren zekerheid hebben over hun arbeidsvoorwaarden. Heel actueel zijn ook de nieuwe reglementen van de FIFA voor intermediairs. De KNVB moet de wijzigingen doorvoeren in de nationale regelgeving. Daar is een hoop om te doen, want spelersmakelaars zijn er niet blij mee. Er zijn diverse rechtszaken gaande in binnen- en buitenland. Dat houden we natuurlijk nauwlettend in de gaten vanuit het belang van de clubs. Het is nu nog erg onduidelijk en onzeker hoe dat zich gaat ontwikkelen.

En dan wordt het vrouwenvoetbal per 1 juli 2023 overgeheveld van de sectie amateurvoetbal naar de sectie betaald voetbal bij de KNVB. Een positieve ontwikkeling die voor ons ook het nodige extra werk betekent, bijvoorbeeld veel nieuwe contracten afsluiten.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘We zijn in overleg met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het non-EU-criterium. Voor spelers van buiten de EU geldt namelijk een bepaald inkomenscriterium. En we praten met de Belastingdienst over het dossier rond de intermediairs. Verder zijn we betrokken bij veel dossiers van de KNVB. Daarom is het prettig en praktisch dat we tezamen met de Eerste Divisie en de Eredivisie tegenover de KNVB gehuisvest zijn. We praten ook mee met buitenlandse voetbalorganisaties, zoals de European Leagues.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branchevereniging?

‘Positief. De clubs zijn ontzettend gebaat bij onze juridische hulp. Niet alleen op collectief niveau, maar ook op individueel clubniveau. Temeer omdat er geen enkele andere vergelijkbare organisatie is die dag en nacht louter met voetbalrecht bezig is. Het voetballandschap juridiseert heel erg, steeds meer dossiers raken ook de fiscaliteit.

We werken nu aan een strategie en meerjarenplan. Waarom is de FBO ooit opgericht, hoe heeft die zich in de afgelopen jaren ontwikkeld en waar willen we naartoe in de toekomst? Hoe gaan we invulling geven aan onze dienstverlening? Waar ligt de behoefte bij onze leden? Hoe gaan we om met het zich verder ontwikkelende vrouwenvoetbal? Belangrijke zaken die we in onze strategie meenemen. Het is boeiend om te reflecteren op onze positionering en na te denken hoe we de clubs, medewerkers en daarmee de bedrijfstak verder kunnen professionaliseren.’

 

Hoe ziet u de toekomst van de branchevereniging in het algemeen?

‘Brancheverenigingen zijn waardevol en zullen dat ook blijven. Daarvoor moeten ze wel meebewegen met veranderingen in de wereld en inspelen op de verschillen tussen de leden. Het is de kunst om de collectiviteit te waarborgen, dat je alle verschillende belangen van leden met elkaar weet te verbinden. Dat is in een tijd van toenemende ongelijkheid en individualisering een groot goed.’

 

Waarom zijn jullie lid van MKB-Nederland?

‘Het is natuurlijk nuttig om als werkgeverorganisatie de mogelijkheid te hebben om kennis te delen met andere branches, juist ook met volstrekt andere sectoren. Als werkgeversorganisaties kun je de krachten bundelen. Dat maakt MKB-Nederland een mooi gremium. Bovendien blijven we zo op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en kunnen we gebruikmaken van hun politieke en bestuurlijke netwerk.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?

‘Met de directeur van de Metaalunie. In de metaalindustrie is altijd wat gaande en ze hebben een mooie uitgebreide cao. Mijn vak is niet heel fysiek, en het lijkt me interessant om te zien hoe het er in de productie aan toegaat. In de advocatuur legde ik al graag bedrijfsbezoeken af om te kijken hoe de lijntjes lopen bij bijvoorbeeld een houtzagerij of parketvloerenfabriek. Dat is niet alleen leuk, maar ook nuttig bij de verdere advisering.’