Branchevereniging aan het woord: de Nederlandse Brood- en Banketbakkers Ondernemers Vereniging

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
21-11-2022

In deze serie komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCW aan het woord. Deze week Marie-Hélène Zengerink, directeur van de Nederlandse Brood- en Banketbakkers Ondernemersvereniging (NBOV).

 

Vertel eens over uw branche en branchevereniging.

‘Wij zijn de branchevereniging voor ambachtelijke brood- en banketbakkers, dat wil zeggen de bakker op de hoek die direct aan klanten verkoopt. Wij hebben zo’n 930 leden. In onze hele branche zijn ongeveer 42.000 mensen werkzaam die 20 procent van al het brood en banket in Nederland produceren. Het is dus een arbeidsintensief beroep. De rest wordt gemaakt door de industriële bakkers.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘Sinds juni 2017 ben ik directeur. Van huis uit ben ik jurist, ooit ben ik begonnen als juridisch adviseur. Daarna heb ik lange tijd gewerkt in de logistieke en transportsector. Daar heb ik de fusietrajecten van die verschillende brancheverenigingen meegemaakt en heb veel verschillende functies gehad, van adviseur en directiesecretaris tot manager. Aansluitend heb ik gewerkt bij de uitvoeringsorganisatie van het sociaal fonds. Daarna heb ik bewust de overstap gemaakt naar een andere branche. Ik houd ervan organisaties in beweging te zetten.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘Ten eerste is dat de energiecrisis. Daarmee zijn we al een jaar bezig, maar met name de laatste drie maanden vragen we intensief aandacht voor compensatie voor onze leden. De gestegen grondstofkosten spelen ook een grote rol op dit moment, net als de personeelskrapte en behoefte aan goed personeel. Ook duurzaamheid is een thema waarop we nu veel inzetten. Hoewel het voor mkb’ers wel lastig is om hier nu in te investeren. Het geld dat je uitgeeft aan je energierekening, kun je niet in duurzaamheid stoppen.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘Naast de energiekosten is dat het huidige ondernemersklimaat. Voor kleinere mkb’ers wordt het steeds moeilijker door de hoge administratieve lasten. Als je een groot bedrijf hebt, dan kun je iemand in dienst hebben die zich daaraan kan wijden. Maar de meeste ambachtelijke bakkers runnen een bedrijf en steken 80 procent van de tijd in productie. Dan heb je nog 20 procent over voor je personeelszaken, subsidieaanvragen, duurzaamheidsontwikkeling en ga zo maar door.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘Een trend is dat de grote bedrijven de kleine en middelgrote bedrijven overnemen. Tegelijk is er een beweging richting specialisaties zoals ijs, chocolade en glutenvrije producten. We zien ook dat gemeenten de bakker in de winkelstraat graag willen houden, maar de bijbehorende productielocatie liever buiten de stad zien, bijvoorbeeld op een bedrijventerrein. Een winkelstraat wordt zo aantrekkelijker door minder overlast van laden en lossen.’

 

En van de branchevereniging in het algemeen?

‘Leden zijn vaak lid vanwege informatie en advies. Op dat vlak vind ik dat een branchevereniging leden moet helpen meer zelf te kunnen doen en weten. Daarnaast wordt collectiviteit steeds belangrijker. Een coronacrisis en een energiecrisis laten zien waar de branchevereniging toegevoegde waarde biedt. Hoe meer regels uit Europa komen, hoe belangrijker de juiste vertaalslag naar de ondernemer wordt.’

  

Waarom zijn jullie lid van MKB-Nederland?

‘Omdat je samen meer bereikt. Elke ondernemer en elke werkgever loopt immers tegen dezelfde zaken aan. Wij zijn lid voor de lobby en de informatie uit de verschillende commissies. En het netwerk: we komen in contact met anderen en kunnen samenwerken waar mogelijk.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Dan zou ik kiezen voor Leendert-Jan Visser, directeur van MKB-Nederland. Het lijkt me interessant om voor zoveel organisaties een standpunt te bepalen en dat te vertalen naar praktische oplossingen. Om al die achterbannen wat wils te geven in dat hele speelveld, dat lijkt me een interessante uitdaging.’