23 MRT, 2021 • Blog

Ondernemersagenda: voor herstel en groei

De regeringsperiode van het nieuwe kabinet zal vooral in het teken (moeten) staan van herstel. Daarbij passen geen lastenverzwaringen voor het bedrijfsleven, maar juist beleid dat ondernemers in staat stelt te doen waar ze goed in zijn: ondernemen.

 

Het is geen nieuws dat de politieke werkelijkheid en de ondernemerspraktijk vaak mijlenver uit elkaar liggen. Maar geen politicus kan toch echt geloven dat we de economie na de crisis een kick-start geven door ondernemers op te zadelen met miljarden aan lastenverzwaringen, alsof er niks is gebeurd. Ondernemers die hun vermogens hebben zien verdampen en voor een berg aan schulden staan, kunnen moeilijk vooruitkijken. En feit is en blijft: sluiting van overheidswege valt op geen enkele manier onder normaal ondernemersrisico. We moeten er alles aan blijven doen om ondernemers hoe dan ook door de crisis te helpen. Vervolgens moeten we ook met elkaar, van overheid tot private schuldeisers, achter onze ondernemers staan om het herstel te kunnen inzetten.

 

Aanpak schuldenberg

In onze Ondernemersagenda voor herstel en groei doen we daar de nodige voorstellen voor. Een stevige aanpak van de schuldenberg heeft de hoogste prioriteit, omdat die herstel in de weg staat. Zo moeten publieke schulden – bij Belastingdienst, gemeenten, eventueel teveel uitgekeerde steun – langjarig worden uitgesmeerd tegen lage rentes. Ook pleiten we voor een herstelfonds waar private schulden worden gebundeld. Zo’n fonds kan de coronaschulden converteren naar langere looptijden tegen lagere rentes. Daarmee dalen de jaarlijkse aflossings- en rentelasten en krijgen bedrijven weer lucht.

 

“Geen politicus kan toch echt geloven dat we de economie na de crisis een kick-start geven door ondernemers op te zadelen met miljarden aan lastenverzwaringen”

 

Adempauze

Ook op tal van andere terreinen pleiten we voor concrete maatregelen die ondernemers weer vooruit helpen, met extra aandacht voor de zwaarst door corona getroffen sectoren. Geef ondernemers in die sectoren bijvoorbeeld een adempauze waar het gaat om de verplichte energiebesparende maatregelen uit de Wet Milieubeheer. Van een horecaondernemer kun je nu niet verlangen dat hij of zij tienduizenden euro’s neerlegt om koelingen te vervangen of op inductie te gaan koken.
En zonder kleine bedrijven voor tenminste twee jaar uit van de hoge WW-premie op flexcontracten. Die hogere WW-premie heeft niet gezorgd voor meer vaste contracten, maar wel voor een lastenverzwaring voor bedrijven die niet zonder flexibele arbeid kúnnen. Een tijdelijke uitzondering ontziet de sectoren die het hardst zijn geraakt. En in de tussentijd kunnen we werken aan een stelselwijziging die het vaste contact weer aantrekkelijk(er) maakt.

 

Aannamebonus

En nu we het toch over de aantrekkelijkheid van het werkgeverschap hebben: alle risico’s, lasten en verplichtingen die daarmee samenhangen, maken ondernemers kopschuw om (meer) mensen aan te nemen. Schrap daarom na een jaar ziekte de werkgeversverplichtingen. Voor kleine werkgevers is het ondoenlijk om een zieke werknemer aan ander werk bij een andere werkgever te helpen. Schrap voor kleine bedrijven ook een deel van de arboverplichtingen, die in praktijk toch niet meer zijn dan een papieren tijger.  En stimuleer het werkgeverschap met een ‘aannamebonus’, een fiscale werkgeverskorting in de loonheffing, voor de eerste vijf werknemers. Dat werkt.

Kijk op Ditisondernemen.nl voor onze agenda.

 

Jacco Vonhof
voorzitter MKB-Nederland

 

Deze column is op dinsdag 23 maart ook verschenen op De Ondernemer

ditisondernemenmkb (midden- en kleinbedrijf)ondernemers