18 NOV, 2021 • Meer informatie
Vrachtautoheffing roept bij Tweede Kamer nog veel vragen op
Het kabinet wil dat vrachtauto’s van zowel professionele vervoerders als ‘eigen vervoerders’ (handels- en productiebedrijven met een eigen vrachtauto’s) gemiddeld 0,15 cent per gereden kilometer gaan betalen. Een deel van opbrengst (250 miljoen euro) krijgen de vrachtautobezitters terug via de zogenaamde terugsluis voor innovatie en verduurzaming. Bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer bleek echter dat er nog veel over deze wet bij de Kamerleden onduidelijk is. Gezamenlijk dienden de fracties meer dan 200 vragen in over de wijze van innen en handhaven van de maatregel tot de impact ervan op het klimaat en de concurrentiekracht van het bedrijfsleven.
Rekeningrijden voor iedereen
Voor VNO-NCW en MKB-Nederland is het van belang dat het systeem dat straks gebruikt gaat worden ook gelijk klaar is om betalen naar gebruik voor al het wegverkeer mogelijk te maken. Die maatregel zorgt, bij een lastenneutrale omzetting, pas echt voor het beperken van de filedruk en daar heeft iedereen profijt van, burger én ondernemer. Daarover lijkt nu nog onduidelijkheid te bestaan, en dus hebben verschillende Kamerfracties hierover ook vragen gesteld. En dat is belangrijk, omdat zeker een nieuw kabinet hier serieus werk van zal moeten maken.
Elektrische bestelauto ontzien
Daarnaast is er ook zorg over de nadelige impact van de heffing op de inzetbaarheid van de zwaarste categorie elektrische bestelauto’s. Die zijn namelijk zo zwaar dat ze onder de definitie komen te vallen van de vrachtautoheffing en daarmee ook van een veel zwaarder belastingregime. Dat roept ook bij de Kamer vragen op of dit nu een wenselijke uitkomst is voor ondernemers die juist een stap willen zetten naar duurzaam transport.
Systeemkosten beperken
Voor VNO-NCW en MKB-Nederland is het tot slot ook van belang dat de systeemkosten van de in te voeren vrachtautoheffing beperkt blijven. Ook hierover zijn door de Kamerfracties veel vragen gesteld, omdat uit eerdere brieven van het kabinet is gebleken dat de systeemkosten mogelijk dubbel zo hoog uitpakken dan eerder beoogd (400 in plaats van 200 miljoen euro). Dat geld komt immers dan niet meer beschikbaar voor ondernemers om hun verduurzamingsopgave in transport mede mee te financieren.
Vervolgproces
Het demissionaire kabinet wilde deze maatregel al in 2023 van kracht laten worden, maar inmiddels is 2026 de vroegst mogelijke datum. Demissionair minister Barbara Visser van Infrastructuur en Waterstaat zal de Kamervragen waarschijnlijk in december of januari beantwoorden. Dan kan de Tweede Kamer hiermee in het eerste kwartaal van het nieuwe jaar toewerken naar een eindoordeel en het voorstel doorsturen naar de Eerste Kamer.