14 APR, 2022 • Weekbulletin
Branchevereniging aan het woord: IRO, Branchevereniging voor de Nederlandse Toeleveranciers in de Offshore Energie Industrie
In deze serie komen de brancheleden van VNO-NCW en MKB-Nederland aan het woord. Deze week directeur Sander Vergroesen over de IRO, Branchevereniging voor de Nederlandse Toeleveranciers in de Offshore Energie Industrie.
Vertel eens over uw branchevereniging.
‘IRO is in 1971 opgericht. De ongeveer 400 leden behoren tot de top van de wereld en spelen ieder vanuit de eigen discipline een rol in de toeleveringsketen naar energiebedrijven op zee. Dit maakt duurzame energie mogelijk, zoals de aanleg van windmolenparken maar ook de winning van olie of gas waar nodig. Onze vereniging faciliteert het onderlinge netwerk tussen onze leden en levert ondersteuning in de export door het organiseren van beursdeelnames en handelsmissies.’
Hoe lang bent u al directeur en wat heeft u hiervoor gedaan?
‘Ik ben nu tien jaar directeur van IRO. Mijn achtergrond is heel divers. Ik heb na mijn diensttijd als reserveofficier bij het Korps Mariniers de Hogere Hotelschool afgerond en heb daarna meer dan twintig jaar in de retail gewerkt. Achttien jaar daarvan heb ik in de directie gezeten van verschillende Bijenkorflocaties. De wereld van olie en gas heb ik pas leren kennen toen ik daarna enkele jaren in Dubai heb gewoond.’
Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?
‘Sinds de oorlog in Oekraïne is energiezekerheid, onafhankelijkheid en betaalbaarheid een nog groter thema geworden. De afgelopen jaren was fossiele brandstof politiek gezien bijna onbespreekbaar. Nu wordt voor velen pijnlijk duidelijk dat de energietransitie geen kwestie is van even een knop omzetten, maar een zorgvuldig proces van fossiel naar hernieuwbare energie. Onze leden kunnen daar een constructieve rol in spelen, waarbij duurzaamheid wordt nagestreefd door de aanleg van windmolenparken en ook in de winning van olie en gas.’
Wat zijn belangrijke lobbypunten?
‘We willen graag in gesprek met de overheid over hoe we de processen van die transitie kunnen versnellen. We willen een constructieve rol spelen om dat te bespoedigen. Daarnaast lobbyen we voor een grotere rol in het buitenland. Op veel plekken in de wereld wordt gas uit de grond gehaald door landen die dat niet op een duurzame manier doen. Als het dan toch uit de grond moet, dan hebben wij de kennis in huis om het zo duurzaam mogelijk te doen.’
Hoe ziet u de toekomst van uw branchevereniging?
‘De afgelopen vijftig jaar zijn we al bezig geweest met transitie. Dat zal de komende jaren ook zo blijven. Zeker tot aan het jaar 2050, wanneer heel Nederland van het gas af moet zijn. Ik hoop dat we met onze branche en ook onze vereniging nog meer in beeld komen. En dat het voor bedrijven aantrekkelijk wordt met ons mee te doen. En ik hoop dat we een constructieve rol kunnen blijven spelen in het gesprek over energie.’
Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?
‘Met VNO-NCW hebben we meer slagkracht. Twee jaar geleden zijn we lid geworden omdat we de rol die we kunnen spelen in de transitie voor het voetlicht wilden brengen. Via VNO-NCW hebben we hele korte lijnen met de overheid om zaken die spelen kenbaar te maken op een serieuze en professionele manier. En je maakt verbinding: binnen de eigen sector, maar er is ook veel kruisbestuiving.’
Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?
‘Door de situatie waar we nu in zitten, zie ik parallellen met Defensie. Ook daar zie je dat het nu heel hard nodig is, ook al is het jarenlang geen populair onderwerp geweest. Ik zou dus graag ruilen met de directeur van de NIDV, de stichting Nederlandse Industrie voor Defensie & Veiligheid.’