Branchevereniging aan het woord: DDA, de branchevereniging van datacenters

De Dutch Data Center Association (DDA) vertegenwoordigt de datacenters in Nederland. Directeur Stijn Grove vertelt over de jonge branchevereniging.

 

Vertel een eens wat over de DDA.

‘De DDA heeft als missie om de sector stabiel, gezond en duurzaam te laten doorgroeien. Dat doen we door promotie: conferenties in de RAI en kleinere meetings, onderzoekspublicaties, gidsen en een digitaal platform. Daarnaast houden vier mensen zich bezig met public affairs rond energie, duurzaamheid, digitale economie & datahub en onderwijs & werkgelegenheid. Zonder onze branche zou de Nederlandse economie stilvallen en de overheid niet meer kunnen functioneren. 65 procent van het wereldwijde bbp komt tegenwoordig uit gedigitaliseerde diensten. In Nederland als dienstenland is dat nog meer. Dat is onmogelijk zonder onze datacenters.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘Ik heb lang in deze branche gewerkt in operationele, sales- en consultancyrollen en miste goede vertegenwoordiging. Daarom heb ik zeven jaar geleden samen met de sector het initiatief genomen de DDA op te richten. Dat heeft een aardige vlucht genomen: we hebben inmiddels veertig leden en meer dan honderd partners. Er werken nu acht mensen en er zijn drie vacatures.’

 

Welke actuele (lobby)kwesties spelen er voor jullie?

‘De perceptie van datacenters is niet goed. Je hoort veel over de lasten, maar de lusten worden niet met ons in verband gebracht. De overheid heeft te weinig aandacht voor digitalisering. Dat is voor ons een grote zorg. We kunnen het haast niet bijbenen om de groei te faciliteren. Tegelijk hoor je vaak dat men geen datacenters meer wil. Iedereen neemt de online wereld voor lief zonder te beseffen dat er een hele infrastructuur achter zit. Die moet je goed onderhouden, wil je voor digitalisering niet afhankelijk worden van het buitenland.

 

Een andere belangrijke kwestie is de stroomvoorziening. Wij concentreren IT die vroeger overal in het land bij bedrijven zelf was ondergebracht. Het stroomverbruik was er dus grotendeels al. Maar de concentratie ervan is een van de vele uitdagingen voor netbeheerders waar zij en de wetgeving te traag op reageren. Terwijl we al twintig jaar weten dat de energietransitie eraan komt. De laatste jaren heeft de sector honderden miljoenen uitgegeven om dan maar zelf verdeel- en onderstations te bouwen. En nog sneller, beter en goedkoper ook. En dat biedt kansen: door de sector in goed overleg meer vrijheden te geven, kunnen we de energietransitie versnellen en goedkoper maken en de economie versterken.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘Digitalisering gaat alleen maar toenemen, door AI, industrie 4.0 en 5G. Dat betekent dat de datacentersector blijft groeien. Dat vinden we uiteraard positief. Maar het ontbreken van visie en handelingsperspectief hoe die groei in goede banen te leiden, baart ons zorgen. Voor de kansen van ons mkb en voor Nederland in een internationaal perspectief.’

 

En van de branchevereniging in het algemeen?

‘Er zijn zulke grote veranderingen gaande, zoals de energietransitie en businessmodellen die op de schop gaan, dat bedrijven wel moeten samenwerken. Daar heb je brancheorganisaties voor nodig.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW en MKB-Nederland?

‘Voor goede contacten met alle sectoren in Nederland. En VNO-NCW en MKB-Nederland hadden nog geen goede vertegenwoordiging in de online sector. Dan kun je wel aan de zijlijn blijven staan, maar je kunt beter meedoen. Digitalisering verdient vanwege het belang voor de economie een centralere plek in de lobby.’

 

Met welke branchedirecteur zou u een dagje willen ruilen?

‘Ik zou weleens willen rondlopen bij een branche die al lang bestaat, zoals de havens, chemie of detailhandel. Om van hen te leren, te zien of er nog dingen zijn die we nog niet helemaal hebben ingevuld.’