Wie sluit de deur voor terroristen?

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
16-10-2014

Dankzij GroenLinks staat de deur binnenkort open voor terroristen en concurrenten. De partij nam een initiatief waardoor geheime informatie straks gewoon op straat ligt. Wat gaat Ronald Plasterk daar tegen doen?

 

Handig! Met één muisklik in beeld krijgen waar het leidingnetwerk van het gas- of waterbedrijf zich bevindt én hoe het wordt beveiligd tegen bijvoorbeeld sabotage. Het klinkt absurd. Zeker in deze tijden. Maar het scenario dat dit voor iedereen - dus ook kwaadwillenden - mogelijk wordt, komt als de Wet open overheid de eindstreep haalt snel dichterbij. En dat is niet het enige gevaar: ook concurrentiegevoelige informatie dreigt sneller op straat terecht te komen.

Eind oktober, om precies te zijn op de 27ste, is de Wet open overheid onderwerp van gesprek in de Kamer. Dan zal ook blijken hoe de verantwoordelijk minister, Plasterk, reageert op het initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks. De wet moet de toegang tot overheidsinformatie vergemakkelijken, zorgen dat overheden uit zichzelf meer informatie openbaar gaan maken. En last but not least moet de wet een einde maken aan misbruik als het indienen van Wob-verzoeken voor financieel gewin. Of uit frustratie over het handelen van de overheid. Bekend voorbeeld is de Dordtse huisjesmelker die een stortvloed van Wob-verzoeken indiende en de gemeente opzadelde met zo'n 500.000 euro aan afhandelingskosten.

 

Vitale informatie straks op straat?
Geen ondernemer zal er op tegen zijn dat dit soort excessen worden aangepakt. Heel anders ligt een verruiming van de mogelijkheden om overheidsinformatie openbaar te maken. Want dat kan vergaande gevolgen hebben, waarschuwt Cees Pisuisse, directeur Juridische Zaken, Regulering en Public Affairs bij Gasunie. 'Transparantie en openbaarheid zijn in beginsel een groot goed. Maar tegelijkertijd kunnen er goede gronden zijn om informatie tóch niet openbaar te maken.'

 

Gasunie verstrekt veel data aan de overheid. Bijvoorbeeld aan het ministerie van Financiën, aandeelhouder van het bedrijf. Maar ook aan het ministerie van Veiligheid en Justitie en het Nationaal Cyber Security Centrum van datzelfde departement; met hen deelt het bedrijf veel informatie op het gebied van veiligheid. Bijvoorbeeld over de ligging van het leidingnetwerk en de beveiliging daarvan. 'Die informatie verstrekken we in het belang van de samenleving. Zodat bijvoorbeeld hulpdiensten bij calamiteiten weten waarmee ze rekening moeten houden. Het laatste waarop we zitten te wachten, is dat deze vitale informatie voor iedereen beschikbaar komt. En dat dreigt nu wel te gebeuren.'

 

Ria Doedel, directeur van het Limburgse drinkwaterbedrijf WML, zit er ook niet op te wachten dat een blauwdruk van het leidingnetwerk van haar bedrijf op straat komt te liggen. Of dat de ins en outs van de beveiliging van dat netwerk aan de grote klok worden gehangen. 'Het is allemaal informatie waarvan je niet wilt dat deze openbaar wordt gemaakt, omdat er misbruik van gemaakt kan worden. Je moet er toch niet aan denken dat er iets met de drinkwatervoorziening gebeurt?'

 

Land is er niet mee gediend'
Nu zijn er op de verplichting tot openbaarmaking van informatie wel uitzonderingen mogelijk: bijvoorbeeld als deze ingaat tegen de veiligheid van de staat. Maar Doedel (WML) vindt dat niet ver genoeg gaan. Zij wil zo'n zelfde uitzonderingspositie ook voor bedrijven die deel uitmaken van de vitale infrastructuur, zoals het drinkwaterbedrijf.

Een verplichting tot openbaarmaking is er volgens de wet ook niet als de beveiliging van personen en bedrijven en het voorkomen van sabotage in het geding is. Punt is dat hierbij als criterium 'ernstig nadeel' wordt gebruikt. Pisuisse (Gasunie) vreest dat daardoor van geval tot geval moet worden bekeken of informatie openbaar gemaakt kan worden. 'Het zou er toe kunnen leiden dat bedrijven huiverig worden om de gevraagde informatie te verstrekken. Simpelweg omdat ze er niet zeker van kunnen zijn dat die informatie binnenskamers blijft.' Doedel deelt die zorg. 'We verstrekken nu informatie aan de overheid over de inrichting van onze systemen en de beveiligingsmaatregelen die we hebben genomen, maar ook over ict-inbreuken. Het kan zijn dat we daar dan uit veiligheidsoverwegingen mee moeten stoppen. Voor ons kan dat een oplossing zijn, maar het land is er niet mee gediend.'

 

Het kan zelfs nog verder gaan
Pisuisse is bang dat het zelfs nog verder gaat en dat bedrijven uit de semipublieke sector straks ook onder de Wet open overheid kunnen vallen. Dat kan als het gaat om bedrijven die een publieke taak hebben of waarvan de overheid meerderheidsaandeelhouder is. Hij vindt dat een slechte ontwikkeling. 'Dat bedrijven een publieke taak hebben, wil niet zeggen dat ze één op één vergelijkbaar zijn met publieke bestuursorganen als gemeenten. Het blijven bedrijven, ook al is de overheid wel vaak aandeelhouder. Ze leggen net als volledig private bedrijven verantwoording af aan de raad van commissarissen en de aandeelhouders. Een directe verantwoording aan de burgers past daar niet bij.'

 

Aanslaginfo op presenteerblaadje
Het gemor over het initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks is groot. En niet alleen onder de bedrijven die ermee krijgen te maken. Ook de Raad van State liet zich er recent nogal kritisch over uit. Het adviesorgaan van de overheid deed de suggestie er nog maar eens kritisch naar te kijken. Doedel (WML) hoopt dat het wetsvoorstel zo wordt aangepast dat organisaties als het Limburgse drinkwaterbedrijf er wél mee uit de voeten kunnen. Het laatste woord is aan de Kamer. ‘Je moet er toch niet aan denken dat onverlaten dankzij de afgedwongen openheid van de overheid straks de informatie nodig voor het plegen van een aanslag op een presenteerblaadje aangereikt krijgen?’ 

 

 

WOB, WOO: hoe zit dat nou precies?Er is al een wet die de openbaarmaking van overheidsinformatie regelt: de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Maar toenmalig GroenLinks-Kamerlid Mariko Peters vond die wet niet ver genoeg gaan. Dus presenteerde ze in 2012 een alternatief: de Wet open overheid (Woo) GroenLinks-Kamerlid Linda Voortman en haar D66-collega Gerard Schouw presenteerden na het vertrek van Peters een gewijzigd initiatiefwetsvoorstel. Dat ligt nu voor in de Tweede Kamer.
Om de verwarring nog groter te maken: parallel hieraan loopt de behandeling van de wetswijziging van de Wet openbaarheid van bestuur die minister Plasterk bij de Kamer indiende. Dit voorstel moet een einde maken aan misbruik van de Wob.

 

Ja dus: concurrentiegevoelige informatie straks ook op straat
Het draait in de discussie over openbaarmaking van gegevens niet alleen om veiligheid. Ook concurrentieoverwegingen spelen een rol. Ongeveer het laatste waar bedrijven op zitten te wachten is dat informatie op straat komt te liggen waarmee collega-bedrijven hun voordeel kunnen doen. En laat dat nu óók een van de risico’s zijn van de Wet open overheid (Woo).
Volgens de huidige wet, de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), mogen zogenoemde bedrijfs- en fabricagegegevens niet openbaar worden gemaakt. Het belang van bedrijfsvertrouwelijkheid kan onder de Wob dus niet worden overruled door het belang van informatieverstrekking. Maar de Wet open overheid geeft daarvoor ineens wél de ruimte. De wet schrijft voor dat ook in geval van concurrentiegevoelige informatie de afweging moet worden gemaakt of deze wel vertrouwelijk moet blijven. Met dat idee kan Arjan Kleinhout, als advocaat werkzaam bij De Brauw Blackstone Westbroek, nog wel leven. Hij heeft vooral moeite met de toevoeging van het zware criterium ernstig nadeel.
Volgens het wetsvoorstel worden concurrentiegevoelige gegevens pas beschermd als er sprake is van een ernstig nadeel wanneer openbaarmaking plaatsvindt. Maar de wetstekst geeft geen uitsluitsel over wat daar nu precies onder wordt verstaan. Kleinhout vreest het risico dat de bescherming van concurrentiegevoelige informatie het dan in de meeste gevallen moet afleggen tegen het belang van openbaarmaking. Openbaarheid van informatie vindt hij een groot goed. Maar hij ziet niet in waarom dit uitgangspunt in beginsel zwaarder moet wegen dan andere legitieme belangen. 

 

 

 

 

 

Frank den Hoed
redacteur Forum
+31 70 3490 161