5 FEB, 2019 • Achtergrond
Waarom we onze kaarten op kunstmatige intelligentie moeten zetten
Waarom is iedereen nou zo druk met kunstmatige intelligentie? Nou, omdat Nederlandse bedrijven daar een hoop levens mee kunnen verbeteren. Aan de slag dus. Maar eerst even deze 9 vragen en antwoorden lezen…
#1
Wat is kunstmatige intelligentie nou eigenlijk?
AI – de afkorting van Artificial Intelligence of in het Nederlands: kunstmatige intelligentie – gaat over een hele hoop deelgebieden van de informatica. Het meest spannende (en bekende) onderdeel is misschien wel machine learning. Holger Hoos, hoogleraar machine learning aan de Universiteit Leiden, legt het graag zo uit: ‘Met kunstmatige intelligentie zorg je ervoor dat computers dingen doen waarvoor we normaal menselijke inzichten en expertise nodig hebben.’ Simpel gesteld, want het proces is natuurlijk veel complexer dan dit: door maar genoeg plaatjes van poezen en honden aan een computer te voeren, zal een computer door trial and error (en enige menselijke sturing) vanzelf katten en honden gaan herkennen. Grappig genoeg is zoiets voor een mens kinderlijk eenvoudig, terwijl een computer flink zijn best moet doen. Andere vormen van machine learning, waarbij computers bijvoorbeeld diagnoses kunnen stellen aan de hand van data, zijn voor mensen weer een stuk lastiger. En juist met dat soort ‘slimmigheden’ kunnen we AI voor ons laten werken.
Dit moet je echt bekijken! In iets meer dan 6 minuten weet je precies wat AI is en hoe het werkt:
Heb je niet zoveel tijd? In 2 minuten krijg je ook al een beetje een idee:
#2
Waarom is iedereen op dit moment zo druk met Artificial Intelligence?
AI kan ons leven een stuk beter en eenvoudiger maken. Bijvoorbeeld door ons te helpen met het leggen van verbanden en het trekken van conclusies die voor mensen niet altijd te overzien zijn. Een voorbeeld: in de aanloop naar de financiële crisis gaven banken allerlei ingewikkelde financiële producten uit, waarvan op een gegeven moment niemand meer kon inschatten wat nou de gevolgen ervan zouden zijn. De mens raakt al snel de weg kwijt, terwijl een computer beter overzicht kan houden over processen. Hetzelfde geldt voor medisch onderzoek. ‘Natuurlijk willen en kunnen we geen dokters vervangen’, zegt Hoos, ‘maar voor bepaalde aspecten van medisch onderzoek, zoals conclusies trekken uit scans, willen we graag kunstmatige intelligentie inzetten. Zo kunnen artsen zich meer richten op taken die alleen mensen kunnen uitvoeren, zoals een goed gesprek met de patiënt voeren. AI moet dus geen mensen gaan vervangen, maar mensen vooruit helpen.’
#3
Moeten we bang zijn dat kunstmatige intelligentie het wint van de mens?
Een oorlog van mens versus robot spreekt ontzettend tot de verbeelding, net als een toekomstbeeld waarin mensen samenleven met robots (kijk naarseries en films alsFuturama, The Jetsons of Blade Runner). Maar als dit soort scenario’s al realiteit kunnen worden, dan zijn we daar nog ver van verwijderd, aldus Hoos. We zijn inelk geval nog lang niet op dit punt in de ontwikkeling van artificiële intelligentie. Toch is dit wel waar de meeste mensen aan denken zodra het over AI gaat, zegt de hoogleraar. ‘Ik weet niet of we er ooit komen, en ik weet ook niet of we dat zouden moeten willen.’ Het vooroordeel maakt dat gesprekken over AI vastlopen, stelt Hoos vast. Niet dat het verkeerd is om te praten over gevaren van AI: er zijn reëele risico’s. Het is belangrijk om te beseffen dat AI in zichzelf niet goed of slecht is. Ménsen kunnen AI inzetten voor slechte toepassingen. En daarom moeten we op nationaal én internationaal niveau afspraken maken over de toepassing van kunstmatige intelligentie, aldus Hoos.
Leestip: Deze gevaren zag natuurkundige Stephan Hawking in kunstmatige intelligentie.
#4
Maar er staan toch banen op het spel?
Dat is een reëel risico, zegt Hoos, maar niet het meest voordehand liggende. Veel mensen verwarren AI met automatisering of robotisering: het gaat er juist om dat menselijke kennis en kunde én artificiële intelligentie elkaar aanvullen. En juist omdat we nog mijlen verwijderd zijn van het bereiken van een wereld waarin robots net zo slim zijn als mensen, is de menselijke factor in veel werk nog ontzettend belangrijk. We moeten het eerder hebben over de banen die er door AI bijkomen, zegt Hoos. ‘Dat vormt wat mij betreft een veel groter risico. Er zijn op dit moment veel te weinig mensen die AI-systemen kunnen bouwen en er verantwoord mee om kunnen gaan. Vergelijk het met de bouw van een brug door iemand die geen ingenieur is. Een systeem dat onze energievoorziening regelt en verkeerd wordt onderhouden kan een potentieel gevaar vormen voor de samenleving. Daarom is het belangrijk dat er flink wordt geïnvesteerd in universitaire opleidingen AI.’ In de Verenigde Staten en China gebeurt dat al volop en ook het bedrijfsleven investeert er flink in AI-projecten. Europa – ook Nederland – loopt hierin achter. Het is dan ook niet voor niets dat 150 Europese AI-wetenschappers aan de bel trokken afgelopen maand. Ze hebben zich verbonden in CLAIRE.
In China is het vooral de overheid die ongelofelijk veel geld in AI-onderzoek pompt om de resultaten voor eigen gewin te gebruiken
#5
Als Amerika en China er al mee bezig zijn, dan kunnen wij die landen toch gewoon volgen?
Nou, nee. Om meerdere redenen is dat geen goed idee, zegt Hoos. In China is het vooral de overheid die ongelofelijk veel geld in AI-onderzoek pompt om de resultaten voor eigen gewin te gebruiken. En in de Verenigde Staten zijn het vooral grote tech-bedrijven zoals Facebook en Google die miljarden euro’s steken in de ontwikkeling van AI-technologie. ‘Als we niet ingrijpen, worden we afhankelijk van andere landen of bedrijven die niet per se dezelfde waarden nastreven als Europa’, zegt Hoos. ‘Daarnaast is het desastreus voor de Europese economie als we niet verder komen met kunstmatige intelligentie.’ Europa heeft in principe alle ingrediënten in huis om een inhaalslag te maken. Maar mist op dit moment de focus om dat ook daadwerkelijk te doen. ‘Juist daarom heb ik met die groep Europese onderzoekers aan de bel getrokken’, zegt Hoos. ‘Het laat zien dat wetenschappers en onderzoekers verbonden zijn op dit onderwerp. Wat we nu nodig hebben zijn investeringen én focus van de overheid. We moeten samenwerken en regels afspreken.’
#6
Hoe zou Europa zich dan moeten profileren?
Op het gebied van data is Europa nu nog een lappendeken, overal gelden verschillende regels. Daar moet duidelijkheid over ontstaan. Als dat is gebeurd, kan Europa zich focussen op AI waarvan iedereen profiteert. Zoals The Economist schrijft: ‘Europa heeft de kans om de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie vorm te geven op een manier die die van Amerika en China overstijgt. Misschien kunnen die landen nooit ingehaald worden, maar kan Europa wel AI op het spoor zetten van het goede doen voor iedereen.’ Dus niet maximizing profit of minimizing dissent, maar zorgen dat niemand uitgesloten wordt. Computers hebben tenslotte geen eigen wil, maar worden geprogrammeerd door mensen die wél – vaak onbewust – een voorkeur hebben voor een bepaalde uitkomst.
Leestip: Als we in Europa geen afspraken maken met elkaar kunnendeze problemen met AI ontstaan.
‘Het is desastreus voor de Europese economie als we niet verder komen met kunstmatige intelligentie’
#7
Hoe doet Nederland het op het gebied van kunstmatige intelligentie?
Op zich doen we het niet slecht. Een aantal Nederlandse bedrijven is voorloper, zoals TomTom, Booking.com en Scyfer. Hoewel de laatste twee nu net door Amerikaanse bedrijven zijn gekocht. Een onderzoek van Microsoft liet zien dat Nederlandse bedrijven relatief vaak gebruik maken van technieken voor kunstmatige intelligentie in vergelijking met Europese concurrenten. En 37 procent van de ondervraagde bedrijven (denk aan Coolblue, Rabobank en Randstad) werkt aan AI-projecten. Nederland heeft daarom een sterke positie op het gebied van AI. Nederland behoort zelf – op wetenschappelijk terrein – tot de best presterende landen van de wereld. Maar dat is geen rustig bezit, zegt Hoos. ‘Wetenschappelijk talent wordt uit ons land weggelokt met hoge salarissen en uitstekende faciliteiten om te werken in de Verenigde Staten.’ Een braindrain die absoluut voorkomen moet worden.
Leestip: dit rapport verscheen over AI in Nederland.
#8
In Nederland werkt de overheid hard aan een AI-strategie. Toch?
Nou, nee. Nog niet. En dat zou wel moeten. Uit een onderzoek van VNO-NCW en het NWO bleek dat bedrijven naast gebrek aan talent en geschikte data, onzekerheden over regelgeving als grootste struikelblok ervaren. Heel concreet: in Nederland zijn gezondheidsdata in handen van ziekenhuizen. Die data worden nauwelijks gedeeld met bedrijven als bijvoorbeeld Philips, terwijl in de VS (private) zorginstellingen data verkopen aan bedrijven. Daarmee is niet gezegd dat Nederland precies hetzelfde moet doen, maar wel dat duidelijk moet worden welke data wel en niet beschikbaar zijn en wie de eigenaar is.
#9
Hoe doen andere landen om ons heen het dan?
Die hebben al wél een strategie geformuleerd. En laten we een voorbeeld nemen aan Duitsland, zegt Hoos. Daar kondigde de regering laatst aan dat er tot 2025 3 miljard wordt geïnvesteerd in AI. Het extra geld gaat vooral naar onderzoek en ontwikkeling. ‘Er zullen zo’n 100 hoogleraren bijkomen’, zegt Hoos. ‘Nu zijn het er zo’n 160.’ Als Nederland niets doet, zullen talentvolle experts verhuizen. Niet alleen omdat er onvoldoende geld beschikbaar is, maar ook omdat er onvoldoende oog is voor het belang. ‘Aan de Universiteit Leiden heb ik genoeg computerkracht gekregen van de universiteit om mijn onderzoek te doen’, zegt Hoos. ‘Maar dat geldt niet voor alle onderzoekers.’
Op de hoogte blijven van onze leukste artikelen?Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Handig: de wekelijkse Forum-alert