31 AUG, 2016 • Achtergrond

Waar blijft de échte innovatie in de bouw?

Alle ogen zijn op de bouwsector gericht: die moet Nederland helpen toekomstbestendig te worden. Bestaande woningen energieneutraal maken, het wegennet geschikt maken voor zelfsturende auto’s en nog veel meer. Maar is de sector daar wel klaar voor?

Laten we wel wezen, er wordt de komende tijd heel wat van de bouwbedrijven verwacht. Huizen en bedrijfspanden moeten energiezuiniger worden en misschien wel communiceren met energiebedrijven, ‘slimme’ voertuigen hebben bijpassende wegen nodig en klimaatverandering zorgt er voor dat er op een andere manier nagedacht moet worden over hoe Nederland droge voeten houdt. Feitelijk moet de bouwsector het land voor een groot deel toekomstbestendig maken. En ondertussen begint de woningenmarkt ook weer aan te trekken. Dan betekent het niet veel goeds als de sector door een hoogleraar aan de TU Delft wordt vergeleken met V&D, een warenhuisketen die over de kop ging omdat ze de tijdgeest niet kon bijbenen. Is de sector echt het economische speciaal-onderwijskindje met leerachterstand? En dat terwijl er zoveel van wordt verwacht.
‘De bouwséctor is inderdaad niet innovatief’, bevestigt Jos Lichtenberg, hoogleraar productontwikkeling aan de Technische Universiteit Eindhoven. Hij houdt zich al jaren bezig met bouwinnovatie. Lichtenberg is onder andere initiatienemer van het House of Tomorrow Today en bedenker van het slim bouwen concept om efficiënter te bouwen. ‘Individuele bedrijven innoveren wel. Maar het is waar dat veel van die ontwikkelingen niet massaal van de grond komen.’
De bouwketen is te complex en te versnipperd geworden om effectief te kunnen innoveren, legt Lichtenberg uit. ‘In de Middeleeuwen was het makkelijker’, zegt hij. ‘Voor een groot bouwproject, een kerk of kasteel, was er één bouwheer die alle touwtjes in handen had. Vaak was hij ook de architect en hij overzag alles. Nu weten bedrijven die op een bouwplaats komen van elkaar niet waar ze mee bezig zijn. En dat kan ook niet. Daarvoor zijn het er teveel en iedereen doet maar een deel van het werk. Er zijn er maar weinig die kunnen overzien welke innovatie een geheel aan deelprojectjes verder helpt. De laatste tijd zie ik wel dat er clustering plaatsvindt om samen oplossingen te bedenken. Daar komen meer dingen uit die er toe doen dan van spontane aanbodinnovatie.

Glow in the dark
Natuurlijk, er zijn zeker wel innovatieve bouwbedrijven. Heijmans is daar een voorbeeld van. Het bedrijf kreeg twee jaar geleden bijvoorbeeld veel aandacht met het project Glowing Lines en het gelijksoortige Van Gogh-fietspad in samenwerking met kunstenaar Daan Roosegaarde. Ook is het bouwbedrijf betrokken bij het 3D-printen van een woning in Amsterdam en het verplaatsbare eenpersoonshuis, de Heijmans ONE. Zowel de raad van bestuur als ceo Bert van de Els promoten het belang van innovatie. Dat leidde er toe dat twee jaar geleden het management uitgebreid werd met een chief technology officer. Die moest van buiten komen omdat er in de bouwsector nog weinig ervaring mee was.

Binnen 2 jaar elk bouwbedrijf een drone?
Innovatie gaat met bochtjes, zegt Björn Bouwmeester van Heembouw. Het bedrijf begon een proef met een drone, in eerste instantie om snel een dagelijkse scan te maken van de vorderingen en of alles gaat zoals gepland, maar daar is na enkele maanden verandering in gekomen. ‘Op een bouwterrein heb je te maken met kranen en zo’, merkte Bouwmeester. ‘Dus moet je hoog vliegen en daardoor zien we te weinig details. Maar we hebben wel gemerkt dat het heel geschikt is om een terrein snel in kaart te brengen voor we aan het werk gaan. Onze maatvoerder die bij het project betrokken is, heeft al gezegd: ‘Laat mij zo’n ding meenemen. Nu sta ik een hele dag met laarzen in de blubber.’ Ik denk dat binnen twee jaar maatvoerders zo’n ding in de auto hebben en bevoegd zijn om er mee te vliegen. Dan heb je het over een bijna-pilotenopleiding en dat kost serieus geld. We hebben in het voortraject gemerkt dat ook commerciële drone-vliegers niet altijd de regels volgens. Dat hebben we nu goed afgedekt, want er kunnen dingen serieus misgaan.’

‘Het gaat in de bouw weliswaar vaak om stenen stapelen en asfalt draaien, maar ook om nieuwe technieken die overal om ons heen worden ontwikkeld’, vindt Alma Krug, business development manager bij Heijmans Technology. ‘Neem 3D-printen of concepten als smart cities en smart mobility. Er zijn veel ontwikkelingen van buitenaf. Daar zullen we toch op in moeten spelen. Ik kijk graag wat ze in andere sectoren doen. Dáár krijg ik veel nieuwe ideeën.’
Toch hoor je van veel innovatieve projecten nog maar weinig na de eerste hoopgevende introductie. ‘Bij innovatie in de openbare ruimte zit wetgeving soms in de weg’, zegt Krug. ‘Onze glow-in-the-dark-strepen zie je ook nog nergens. In de wet staat dat strepen op de weg wit moeten zijn. Dat zijn ze niet, ze zijn glow-in-the-dark-groenig.’

Drones op proef
Dat wet- en regelgeving innovatie niet kan bijhouden, kan zeker belemmeren, erkent ook Björn Bouwmeester van bouwbedrijf Heembouw. Toch is dat het probleem niet, zegt hij. Die regels zijn er ook niet voor niets. Wat wel lastig is, is dat het moeilijk is om een soort mixed zone te krijgen voor nieuwe ontwikkelingen. ‘Dat er een aanbestedingswet is, is logisch na de bouwfraude’, zegt Alma Krug. ‘Die moet ook vooral blijven. Maar als een klant bij ons iets moois ziet dat hij graag wil hebben, moet hij daar in deze sector al gauw een tender voor uitschrijven. Dan moeten wij ineens opboksen tegen cowboys die zeggen dat ze hetzelfde veel goedkoper kunnen doen. Dat maakt het voor ons lastiger om die innovatie te realiseren.’

‘Bij tenders een innovatiepremie geven van 10 procent: dat helpt’

Maar, zo merkte Bouwmeester, ook bij bouwbedrijven intern mag er nog wel wat gebeuren. Zelf was hij betrokken bij een proef om drones  in te zetten bij de inventarisatie van bouwterreinen. Toen vorig jaar bekend werd dat Heembouw drones ging testen, leverde dat veel aandacht op. Niet alleen van buiten het bedrijf, ook intern kwamen collega’s vertellen waar zij allemaal mee bezig waren. Hun werk was vaak niet verder bekend geraakt dan het eigen overleggroepje. Het bouwbedrijf begon te inventariseren en kwam tot een elftal significante innovatietrajecten die ongemerkt in de eigen onderneming waren opgezet. Er werd een innovatieprijs ingesteld om te stimuleren dat initiatieven worden gemeld. 
‘Voor ons werkt het heel goed dat er een externe partner is’, zegt Bouwmeester. ‘Wij vliegen niet zelf omdat er terecht heel serieuze regelgeving omheen is gemaakt. We hebben een commerciële partij met alle vergunningen ingeschakeld. Die blijft aan ons trekken met vragen naar de ontwikkelingen en de laatste resultaten en daardoor blijft het bij ons intern ook in beweging. Belangstelling van buitenaf stimuleert. Anders blijf je een beetje hangen in pilots en uitproberen.’

Printen we straks huizen?
‘Innovatie heeft lef en snelheid nodig’, zegt Alma Krug, van Heijmans. Dat geldt volgens haar niet alleen voor ontwikkelaars, ook van afnemers. ‘Een opdrachtgever wil kwaliteit. Omdat ze vaak minder kennis hebben van het onderwerp dan wij zijn ze angstiger om iets nieuws te proberen. Dan maakt hij de zekere keus. Wij hebben de verplaatsbare ONE-woning ontwikkeld, die tijdelijk op een braakliggend terrein neergezet kan worden. Heel geschikt voor éénpersoonshuishoudens. Punt is dat ze volgens de wet niet langer dan vijf of tien jaar ergens mogen staan. Deze situatie staat niet in hun spreadsheet. Innovatie moet de ruimte krijgen. In Amsterdam zijn we betrokken bij het 3D-printen van een woning. We hadden tevoren geen idee wat we tegen zouden komen. De gemeente Amsterdam is zo goed geweest om daarvoor een free-zone in te stellen. Positieve stimulans heb je echt nodig wil innovatie slagen.’
‘Ik begin overigens zelf nu pas een beetje door te krijgen wat de mogelijkheden zijn. Een huis bouwen kan nog niet, maar we kunnen wel heel bijzondere trappen aanbieden die op traditionele wijze niet te maken zijn.’

Stimuleer opdrachtgevers
‘De bouw is van niemand’, stelt hoogleraar Lichtenberg. ‘Er is geen ‘we’ en daardoor neemt niemand het initiatief. Als het gaat over de sector, worden de bouwbedrijven aangekeken, maar het is veel ingewikkelder. Er zijn architecten met een wolk van adviseurs daaromheen. Aannemers en onderaannemers die weer te maken hebben met de industrie en toeleveranciers. Dan is er de handel, de opdrachtgevers en de overheid, die overigens ook weer een opdrachtgever is.’
Lichtenberg ziet een nieuwe rol voor de overheid. ‘Er is een maatschappelijk belang’, vindt hij, ‘Met allemaal doelen voor transport, huisvesting en energieverbruik. Maar de overheid richt zich vooral op de bouwbedrijven, terwijl de innovatie vooral wordt aangezwengeld door de industrie en de opdrachtgevers. De overheid zou moeten nadenken hoe zij opdrachtgevers  zoals woningbouwverenigingen en projectontwikkelaars kan stimuleren om op een zodanige manier uit te vragen dat de overheidsdoelen worden gerealiseerd. Zij kan zelf het goede voorbeeld geven.’
‘Nu worden tenders uitgeschreven voor bijvoorbeeld 3 miljoen euro. Iedereen schrijft daar naartoe en probeert alleen maar zo goedkoop mogelijk te zijn om niet te ver boven dat bedrag te komen. Wat zou er gebeuren als er een innovatiepremie op komt van bijvoorbeeld 10 procent?’, zegt Krug van bouwbedrijf Heijmans. ‘Dat het bedrijf dat de meeste innovatie toevoegt 10 procent extra ruimte krijgt? Probeer eens zoiets.’ 

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Handig: de wekelijkse Forum-alert

bouwnijverheidduurzame productieenergieakkoordenergiebesparinginnovatieinvesteringen