Pieter Duisenberg (VVD): 'Politiek kan wispelturig zijn'

Wat hebben Kamerleden met ondernemers en het bedrijfsleven? Hoe scoren zij op de economische meetlat? VVD-Kamerlid Pieter Duisenberg: ‘Er zijn meer ondernemers onder de Haagse kaasstolp nodig.’

 

In de voetsporen?

‘Na mijn studie wilde ik juist niet in de politiek of bij een bank werken om te vermijden dat ik zou worden gezien als de zoon van Wim Duisenberg. Ik heb zijn maatschappelijke bevlogenheid wel meegekregen.  Verder heeft hij zo’n bijzondere carrière gehad, als minister van Financiën en president van De Nederlandsche Bank en de Europese Centrale Bank, dat ik me daar niet mee wil vergelijken.’

 

Ondernemer? 
‘Wel ondernemend. Ik heb macro- en monetaire economie gestudeerd en vond het gaaf om daarna bij Shell aan de slag te gaan, een groot en mondiaal opererend bedrijf. De laatste tien jaar ging ik steeds meer de kant van duurzame energie op. In de frontlinie van nieuwe ontwikkelingen, dat spreekt mij aan. Ik investeer ook in een paar kleine bedrijven. En ik heb bij een startup in ledverlichting gewerkt. Moesten we zelf ledlampen in het juiste formaat snijden en reed ik met een kofferbak vol naar de eerste klant, een tuinder in het Westland.’

 

VVD duurzaam? 
‘Er zijn veel VVD’ers die in duurzaam ondernemen geloven. Ze geloven alleen niet in subsidies. Ik besef dat die nodig kunnen zijn om de boel op gang te brengen, maar bedrijven moeten niet aan het infuus liggen. Het werkt het beste als een duurzame investering win-win-win is: goed voor het milieu, de producent en de consument.’

 

Toch politiek?
‘Ik was volledig happy met mijn werk en kon mijn maatschappelijke drijfveren verder kwijt in onder meer een lokale bewonersorganisatie. In het voorjaar van 2012 werd ik benaderd door de VVD, net voor de val van het kabinet. Over die val werd ik ongelooflijk kwaad: om midden in een economische crisis de politiek boven het landsbelang te stellen. Op dat moment besloot ik de politiek in te gaan.’

 

Andere wereld?
‘In het begin voelde het alsof ik in het diepe was gesprongen en bijna verdronk. Je bent één van de veertig fractieleden en moet je bewijzen op een heel nieuw speelveld, waar fouten zichtbaarder zijn. Toch is het belangrijk dat er mensen uit het bedrijfsleven naar de Haagse kaasstolp gaan.’

 

Trots op?
‘Als onderwijsspecialist zeg ik de deal rond het studievoorschot. Die is bij mij in de achtertuin gesloten, met als resultaat dat er jaarlijks een miljard euro in het hoger onderwijs wordt geïnvesteerd. Het was een van de moeilijkste hervormingen van dit kabinet, en heeft me een jaar van mijn leven gekost.’
‘Ik ben ook trots op de methode die ik heb ontwikkeld voor Kamerleden om te beoordelen of overheidsgeld doelmatig wordt besteed. Daarmee wil ik ook de politiek meer voorspelbaar maken voor het bedrijfsleven. Dat geeft rust. Het is een planning & control-cyclus voor de politiek. Een aantal Kamercommissies maakt er inmiddels gebruik van, waaronder de big spenders van onderwijs, zorg en sociale zaken.’

 

Nog kwaad? 
‘Ik heb twintig jaar buiten de politiek gewerkt en weet dat bedrijven ervan afhankelijk zijn. De politiek kan wispelturig en irrationeel zijn. Beslissingen kunnen op puur politieke gronden en niet op basis van de inhoud worden genomen. Bijvoorbeeld als er iets wordt uitgeruild. Ik kan me daar nog steeds over opwinden, ook al doe ik er zelf aan mee.’

 

Geeft zichzelf een: 8

 

Investeren of bezuinigen?‘Investeren. Het huishoudboekje moet op orde zijn, maar als dat zo is moet je weer investeren. You can’t shrink your way to greatness, in de woorden van managementgoeroe Tom Peters.’

 

Balkenendenorm of bonus?‘Bonus. De discussie over bonussen in de publieke sector slaat door. Als je goede mensen wilt hebben, moet je daarvoor betalen. Met de private sector moet de politiek zich helemaal niet bemoeien, afgezien van de banken, want die zijn met belastinggeld gered.’