Europa is te emotioneel, vindt de Amerikaanse oud-diplomaat Shaun Donnelly. Alsof Europa haar ziel verkoopt aan de Amerikanen als het onderhandelt over een handelsakkoord met de VS. 'Amerikanen vertrouwen op de wetenschap, Europeanen willen dat politici alle risico's voor hen afdekken.'
'Ik weet zeker dat Europeanen producten uit de VS doorgaans veilig vinden', zegt de oud-diplomaat Shaun Donnelly. 'Maar', voegt hij er aan toe, 'Amerikanen vertrouwen op de wetenschap en maken hun eigen persoonlijke risicoberekening, Europeanen schuiven die verantwoordelijkheid af naar een politicus die alle risico's voor hen moet afdekken. Dat cultuurverschil over verantwoordelijkheid maakt het moeilijker om elkaars testmethoden te accepteren dan je in eerste instantie zou zeggen.'
Vertegenwoordigers van de EU en de Verenigde Staten zitten van 10 tot 14 maart om tafel om te praten over TTIP, het Transatlantic Trade and Investment Partnership. Een belangrijk verschil met andere handelsakkoorden is dat niet alleen wordt gekeken naar het slechten van tariefmuren, maar er wordt ook gepraat over het wederzijds erkennen van elkaars regels, standaarden en goedkeuringsprocedures.
Het handelsakkoord is gewenst én omstreden. Gewenst, omdat het hobbels in het intensieve handelsverkeer tussen de twee grote economische blokken moet effenen. Samen zijn de Europese Unie en de VS goed voor een derde van de wereldwijde handelsstromen. Het verdrag is omstreden omdat veel regels en testprocedures in de VS fundamenteel anders zijn dan in de EU. Er wordt gevreesd dat de economische positie van ontwikkelingslanden er slechter van wordt. En sommige politici en actiegroepen in Europa wantrouwen de intenties van de VS.
Waarom maakt u zoveel werk van het promoten van TTIP?
'Dit kan een heel belangrijke overeenkomst worden. Als alle onderwerpen er in komen die nu op de agenda staan, kan TTIP de blauwdruk worden voor handelsovereenkomsten in de toekomst. Van de Wereldhandelsorganisatie hoeven we het niet te hebben, daar komt op korte termijn geen verdrag vandaan. Toen wij in de jaren zestig begonnen met overleggen over een handelsovereenkomst hadden de VS en Europa 70 procent van de wereldhandel in handen. Nu is dat nog 40 procent. Wij zijn een beetje verwend. We denken dat we onze standaarden nog steeds kunnen opleggen aan de rest van de wereld, maar dat is niet meer zo. Nu kunnen we nog voorop lopen omdat de beide handelsblokken groot genoeg zijn. Ik denk dat TTIP op dit moment nog een standaard kan zetten waar andere landen bij willen aanhaken. Daar zou ik ook heel erg voor zijn. Laat Turkije en Canada maar aansluiten als ze dat willen. Als we tien jaar wachten, zijn we te laat. Dan moeten we luisteren naar China.'
TTIP gaat over alles wat met de internationale handel tussen de VS en Europa te maken heeft. Vooral sinds Edward Snowden openbaar maakte hoeveel data de Amerikaanse spionagedienst NSA bijeen graaide, is het wantrouwen tegen de Amerikaanse privacywetgeving een grote kwestie geworden in de onderhandelingen. Al langer wordt geprotesteerd tegen het toelaten van genetisch gemodificeerd voedsel dat in de VS toegestaan is, maar in de EU niet. En voor veel politieke partijen is het instellen van een arbitragecommissie, een zogenoemd Investor tot State Dispute Settlement Commitee, alleen al een reden om TTIP te wantrouwen. Aan die commissie kan een bedrijf een klacht over een land indienen als het vindt dat dit met wet- en regelgeving het verdrag schendt. Volgens Europarlementariër Marietje Schaaken (D66), geen principieel tegenstander van TTIP overigens, toont dat vooral een wantrouwen in elkaars rechtssysteem. Zij vindt dat dergelijke disputen in het openbaar voor de rechtbank uitgevochten moeten worden. Veel explicieter zijn mensen als SP-Kamerlid Jasper van Dijk, die vindt dat TTIP de democratie ondermijnt.
Kunt u zich die angsten voorstellen?
'Het lijkt wel alsof mensen hier denken dat de VS hun regels willen opdringen. Zo is het niet. Vrijwel alle handelsverdragen hebben een investor dispute settlement-regeling. De EU heeft daar zelfs meer van dan de VS. Het is onderdeel van de internationale investeringspraktijk. Bedrijven kunnen ook met hun klachten naar de rechter, maar ik denk niet dat je je rechtssysteem daarmee moet belasten. Voor privacybescherming geldt dat data de wereld over moeten. Een internationaal opererend bedrijf wil niet dat hij zijn gegevens Europa niet in of uit kan krijgen.'
Er zijn fundamentele verschillen in benadering tussen de VS en de EU, bijvoorbeeld over de risico's van gentech.
'De VS vinden dat je regelgeving moet maken op basis van wetenschap. Daarom hebben we moeite met het precautionary principle (het voorzichtigheidsbeginsel: totdat bewezen is dat er geen gevaar is, staat Europa iets niet toe; red.) dat de EU aanhoudt. Wij managen het risico. In Europa doen wetenschappers onderzoek en politici worden verantwoordelijk gehouden voor het afdekken van alle risico's. Als ik nu opsta kan ik struikelen en mijn nek breken, maar dat betekent toch niet dat ik moet blijven zitten voor de rest van mijn leven? Er zijn politici die de reuring en argwaan rond TTIP gebruiken voor hun eigen politieke gewin en niet om na te denken over een handelsverdrag dat goed is voor de economie.'
Verwacht u dat we alles geregeld hebben als TTIP is ondertekend?
'O nee, there will always be a tail. Ik vind wel dat alles op tafel moet, geen enkele sector uitgezonderd. Politici moeten niet hun teen in het water steken en dan bibberend roepen dat het te koud is om verder te gaan. Het is hard stuff en de gesprekken worden gecompliceerd. Hoe we denken over landbouw en voedselveiligheid zit diep in de cultuur van onze bevolking verankerd. De kern van TTIP is juist dat we elkaars regeling erkennen als anders, maar niet slechter. Dat scheelt verschrikkelijk veel dubbel werk en daarmee kosten voor producenten en consumenten.'
De Europese Commissie verwacht dat een handelsverdrag tussen de VS en de EU (TTIP) de economie van de EU 120 miljard euro oplevert, de VS 90 miljard en de rest van de wereld 100 miljard.
Meer informatie? Lees het rapport (pdf)
De Amerikaanse oud-diplomaat Shaun Donnelly (1946) toerde in februari door Europa om uit te leggen waarom het Amerikaanse bedrijfsleven een handelsovereenkomst met Europa wil. Donnelly heeft een carrière van 36 jaar in de Amerikaanse diplomatieke dienst achter de rug. Hij was onder andere handelsattaché voor Europa en het Midden-Oosten, ambassadeur in Sri Lanka en de Maldiven en tweede man op de ambassades in Tunesië en Mali. Donnelly was drie keer staatssecretaris op het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Daar was hij verantwoordelijk voor internationale handel, energie, economische sancties en na 2005 vertegenwoordiger van de VS in de onderhandelingen over een handelsverdrag met de EU. Sinds 2008 zet hij zich buiten de overheid in voor het Amerikaanse bedrijfsleven. Tegenwoordig is hij bestuurslid van het United States Council for International Business (USCIB), een koepelorganisatie die de belangen behartigt van internationaal opererende bedrijven. Leden van USCIB variëren van mediabedrijf 20th Century Fox tot brancheorganisaties en bedrijven als Cisco, Google, Mozilla, Siemens en UPS.
Onderzoeksbureau Ecorys maakte onlangs een op het eerste gezicht opzienbarende ommezwaai. Vijf jaar geleden dacht het bureau dat landen buiten het handelsverdrag er voor 16 miljard euro op achteruit zouden gaan na een Europees-Amerikaans handelsverdrag. Onlangs schaarde het bureau zich achter de positieve cijfers van de EU.
'Klassieke handelsverdragen gaan over het afbreken van tariefmuren', legt Koen Berden uit. Hij is algemeen directeur van Ecorys in Nederland en projectleider van diverse economische duurzaamheidsstudies over potentiele vrijhandelsverdragen van de EU. 'Je bevoordeelt je partner in het verdrag boven buitenstaanders. Maar TTIP belooft anders te worden omdat elkaars procedures erkend of geharmoniseerd worden. Dat betekent dat bedrijven uit India die voor de Europese én de Amerikaanse markt produceren niet aan twee standaarden hoeven te voldoen. Stel, je maakt lippenstift voor de Europese markt. Dan is het een enorm voordeel als je die lippenstift zonder extra procedures ook op de Amerikaanse markt kunt brengen.'
De weerstand tegen TTIP wordt ook veroorzaakt doordat veel sceptici denken aan die traditionele handelsverdragen, vermoedt Berden. 'Ik denk dat veel Nederlandse politici niet helemaal scherp op het netvlies hebben wat het allemaal inhoudt. Zij blijven denken aan de klassieke verdragen over importtarieven. TTIP is een verdrag tussen landen die grosso modo dezelfde welvaart hebben. Dat is anders dan een verdrag van Nederland met bijvoorbeeld India.'
Dat verschil was in 2012 ook al wel bekend, zegt Berden. Wat hem betreft heeft Ecorys niet zozeer een ommezwaai gemaakt, maar in het vorige onderzoek werd er van uitgegaan dat die intentie om elkaars regels te erkennen snel van tafel zou gaan. 'De VS waren altijd erg tegen een wederzijdse erkenning en harmonisatie van toelatingsregels', zegt Bertens.