Michiel Scheffer: 'We moeten onze voorsprong vasthouden'

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
15-04-2024

Hoe ziet de nieuwe economie van Europa er over tien jaar uit? Kunnen we de industriële reuzen VS en China bijbenen? Een van de mensen die daaraan richting moeten geven is Michiel Scheffer. Als voorzitter van de Europese Innovatieraad mag hij in zeven jaar tijd 10 miljard euro steken in innovatieve bedrijven om zo de nieuwe economie te stimuleren. Gaat dat het tij keren?

 

Ben je van het glas halfleeg, dan gaat het niet goed met Europa. Op de lijst met leiders op het gebied van kritische technologieën, denk ai of biotechnologie, komen ‘wij’ niet voor. De VS en China domineren daar. Via de Chips and Science Act gaat er bijvoorbeeld 50 miljard naar de Amerikaanse chipsector. En van de 700 miljard in de Inflation Reduction Act (die Amerika moet vergroenen) van president Biden profiteren startups in de innovatieve groene technologie. China stak vorig jaar 440 miljard in onderzoek en ontwikkeling. Kan Europa daar genoeg tegenoverstellen? Voor Michiel Scheffer, voorzitter van de Europese Innovatieraad, lijkt het glas halfvol. Hij ziet volop kansen voor ons continent om in te zetten op de nieuwe economie, dus waar we in de toekomst ons geld mee gaan verdienen én minder afhankelijk worden van andere landen.

Wie is Michiel Scheffer?Michiel Scheffer (1964) groeide op in Brussel als zoon van een ondernemer en een Europees ambtenaar. Hij studeerde sociale geografie in Utrecht. Sinds 1982 is Scheffer lid van D66. Hij werkte onder meer bij Modint en was lector aan de Saxion Hogeschool. In 2015 werd hij gedeputeerde EZ in Gelderland. Scheffer is sinds maart 2023 voorzitter van de Europese Innovatieraad (EIC).

Meneer Scheffer, wat gebeurt er als we nu níet inzetten op de nieuwe economie?
‘Mijn schrikbeeld is dat we alleen nog maar startups hebben die dan worden overgenomen door Amerikaanse bedrijven, of nog erger, ook nog eens in China gaan produceren. Daar help je de Achterhoek niet mee en al die andere gebieden in Europa die het moeten hebben van de maakindustrie. Ik zie het gebeuren: een mooi verhaal, een patent en dat dan verkopen aan Amerika. We willen niet dat Europa een superleuk toeristisch continent wordt, met een paar mooie steden waar je damestassen koopt en een platteland dat leegloopt. Terwijl in de industriegebieden fabrieken hun deuren sluiten.’

 

Hoe stellen wij iets tegenover Sillicon Valley of Zhongguang Village?
‘We moeten niet achter Amerika of China aanrennen, maar ons focussen op hoe Europa concurrerend en leidend kan zijn in de dingen waar wij goed in zijn. In Europa is het veel makkelijker om met elkaar samen te werken dan in Amerika waar veel afstand is tussen innovatieve steden. Silicon Valley is een ongelooflijk innovatief gebied, maar zonder veel maakindustrie. Ze ontwikkelen vooral software en dat kun je makkelijk opschalen. Maar kijk naar Europa, waar ASML een van de boegbeelden is. Of Bosch, Siemens en Daimler in Duitsland. Het industrieel systeem dat daaronder zit, is heel complex en juist dat is de kracht van Europa. Neem quantumtechnologie en fotonica, daarin is Nederland een grote speler en wij financieren vrij veel bedrijven in die clusters. Als je die sectoren, of ook voedseltechnologie, wil opschalen, dan heb je hardware nodig. En leveranciers, die voor jou dan weer een component of een machine bouwen. Daar moeten we in investeren.’

'We willen niet dat Europa een superleuk toeristisch continent wordt met een paar mooie steden waar je damestassen koopt en een platteland dat leegloopt', zegt Michiel Scheffer
'We willen niet dat Europa een superleuk toeristisch continent wordt met een paar mooie steden waar je damestassen koopt en een platteland dat leegloopt', zegt Michiel Scheffer

Met die industriële netwerken halen we de achterstand op grote wereldspelers in?
‘Het probleem is niet onze achterstand, maar dat we onze voorsprong niet vasthouden. China wordt ook goed in die industriële systemen. Neem de markt van omvormers voor zonnepaneleninstallaties. Daarin had Europa zes jaar geleden nog een marktaandeel van 15 procent. Nu is dat nog maar 6 procent. Dat deel is naar grote Chinese spelers gegaan. We waren ook vrij sterk in de warmtekrachtkoppelingsinstallaties, maar nu zie je dat het Zuid-Koreaanse Samsung de markt van die installaties aan het veroveren is. Ik vind dat zorgwekkend: Europa heeft vaak in het begin een sterke positie en raakt die dan kwijt. Daarom moeten we in innovaties blijven investeren en er ook voor zorgen dat die uitgroeien tot nieuwe industrieën.’

 

Er moet dus geïnvesteerd worden. Hoe gaat u dat doen?
‘Ik zet in op verbinding, dat bedrijven met elkaar samenwerken. En ik zoek thema’s waar we wat aan hebben. In fotonica en semiconductors is Europa heel sterk. Denk ook aan voeding, auto’s, spoorwegmateriaal en vliegtuigen. Er zijn veel sectoren waar Europa of dominant, of nog een heel betekenisvolle productie heeft. We hebben ook Europees afgesproken dat we voorrang geven aan technologie die met klimaatverandering te maken heeft en bij voorkeur naar technologieën die het welzijn van de Europeanen verbeteren.’

 

In zeven jaar tijd kunt u 10 miljard investeren. Is dat voldoende om verschil te maken in Europa?
‘Dat is niet veel. Ter vergelijking, investeringsmaatschappij Invest-NL heeft ongeveer 2 miljard en dat is alleen voor Nederland. Wij kunnen universitair onderzoek met 2,5 miljoen subsidie ondersteunen en een bedrijf met een investering van maximaal 15 miljoen. We willen ook de kapitaalmarkt verleiden om mee te doen. Echt heel grote aanvragen kunnen wij niet alleen financieren. Dat is lastig, want bijvoorbeeld bij quantum heb je het al snel over veel grotere investeringen van meer dan honderd miljoen euro die nodig zijn. En die willen we nou net níet door de Amerikaanse dollar gelokt zien worden. Gelukkig zien we een paar grote Nederlandse en Franse bedrijven die in staat zijn om van die 15 miljoen 200 miljoen te maken. Er zijn nu 535 bedrijven waar we in investeren.’

 

Welke sectoren doen het goed bij de aanvragen?
‘We hebben er een paar met enorm potentieel. Onlangs was ik bij Ineratec in Karslruhe. Zij bouwen modulaire installaties om e-fuels, biobrandstoffen, te genereren uit CO2 en waterstof. Die zou je bijvoorbeeld in de haven van Rotterdam of Delfzijl kunnen plaatsen. Ze hebben al 170 miljoen aan investeringen opgehaald, waaronder maar twee van ons. Dat heeft de potentie van miljardenomzet. Of neem Lattice MEDICAL in Lille, dat borstimplantaten van composiet maakt, 3D geprint. Om ook nog een Nederlands voorbeeld te noemen: House of Quantum in Delft, waar vijf bedrijven zitten. Die helpen elkaar ook met bijvoorbeeld aanbevelingsbrieven. Dat willen we graag, dat samenwerken, en zo een ecosysteem opbouwen.’

 

Amerika heeft toch quantum in handen?
‘Je ziet nu dat een aantal grote spelers in Europa, bijvoorbeeld het rekencentrum van het Franse leger, gaat investeren in high power computing, uit Europa. Dat is echt wel een doorbraak. En ruimtevaart, ook een technologie waar de VS koploper is, vind je in Europa. Onlangs bezocht ik ruimtevaartbedrijven in het Italiaanse Como. Zij willen niet afhankelijk zijn van Amerikaanse lanceercapaciteit om satellieten in de ruimte te krijgen om in Europa de landbouwgronden beter te observeren. Die houding is wel veranderd door de oorlog in Oekraïne, op een aantal terreinen moeten we een minimale productie in Europa hebben. Dus 15 tot 20 procent eigen batterijtechnologie of energieopslag, zoals Elestor in Arnhem. Als je bepaalde dingen niet uit Amerika of China wil hebben, kun je het óf buiten de deur houden, óf het zelf produceren.’

 

'ik ga niet mee in het verhaal dat minder regels altijd goed is'

 

Geld is fijn om te hebben, maar zitten niet vooral regels de innovatie in de weg?
‘Bedrijven die ik spreek noemen dat vaak. ‘Jullie zijn toch Europa? Pas de regels dan ook voor ons aan’. Het is wel de opdracht aan de EIC om te identificeren welke belemmeringen er zijn op het gebied van regelgeving. Maar we kijken ook welke regelgeving juist nodig is. Batterijopslag bijvoorbeeld ervaart beperking door regelgeving, maar wordt vooral mogelijk gemaakt door de regelgeving, omdat oude methodes worden afgeschaft. Dus ik ga niet mee in het verhaal dat minder regels altijd goed is. We proberen als EIC wel te kijken waar we kunnen helpen om de regelgeving te stroomlijnen.’

 

Nederland doet het goed met aanvragen. Verbaast u dat?
‘Innovatie is goed geregeld in Nederland, vooral de start- en scale-upkant. Dat zeiden ze ook tegen mij toen ik deze baan kreeg, dat ze me mede daarom hadden gekozen. Nederlandse bedrijven komen met goed opgezette en samenhangende voorstellen. De kans dat een aanvraag slaagt, is gemiddeld genomen in Europa 7 procent en in Nederland zit dat op 20 procent. Ons land staat op de derde plaats met het aantal aanvragen en tweede met het totaal aan toegekende investeringen. Met een half patent en een licentie kom je er niet, en dat weten ze in Nederland. Het bedrijfsleven is hier ook goed gefinancierd door de provincies. Eind jaren tachtig zijn daar tientallen miljoenen in regionale fondsen gestoken waar we nu de vruchten van plukken. Waar volgens mij nu nog kansen liggen, is op het gebied van landbouwinnovatie. CO2-opslag in de bodem, plantaardige eiwitten, hennepteelt als alternatief, dat soort initiatieven. Daar kan het nieuwe kabinet werk van maken. Want het kost decennia om een goed ecosysteem op te bouwen. Koester dat.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.

Pascal Theunissen
redacteur Forum
070 349 0161