Kristel Groenenboom: Vrouwen in techniek haken af door vooroordelen

Twee derde van de vrouwen met een technische opleiding komt uiteindelijk niet in de techniek te werken, meldde het Techniekpact onlangs. Kristel Groenenboom (30), directeur van Groenenboom Container Service: ‘In de praktijk wordt er van uit gegaan dat je niet capabel bent’.

 

Waarom belanden zo weinig vrouwen in de techniek, terwijl ze toch ook techniek hebben gestudeerd?

‘Een studie is anders: studentikozer, softer. Je wordt er minder met vooroordelen geconfronteerd dan in een technisch bedrijf. Ik maak dat ook mee als vrouwelijke directeur sinds ik mijn vader ben opgevolgd. Ik heb zelf een opleiding voor handelsingenieur gevolgd. Dat is een combinatie van ingenieursvakken en bedrijfskunde. Ik kan zowel een balans als een technische tekening lezen. Maar in de praktijk wordt er van uitgegaan dat je niet capabel bent. Je moet vechten voor je positie. En als je dat doet, ben je algauw een bitch. In een sector als de zorg zie je dat minder, want daar werken vooral vrouwen.’

 

Vrouwen beginnen wel in de techniek, maar haken af?

‘Ik kan me goed voorstellen dat ze er op een gegeven moment genoeg van krijgen. Later dit jaar verschijnt een boek dat ik daarover heb geschreven: ‘Mag ik meneer Kristel even spreken?‘. Hoe vaak ik niet te horen krijg: ‘Meisje, zou je even willen vragen…?’. Laatst kwam er een verzekeringsexpert langs die zei dat hij de technische vragen wel aan een mannelijke collega zou stellen. Dat is gewoon onbeschoft.’

‘Het begint al bij het sollicitatiegesprek, waarbij er vanuit wordt gegaan dat vrouwelijke kandidaten op een gegeven moment gaan parttimen, eerder naar huis gaan als er een kind ziek is, en waarschijnlijk toch niet zo technisch zijn als mannen.’

 

Hoeveel vrouwen werken er bij u in het bedrijf?

‘Met mij meegerekend twee van de dertig werknemers; die andere werkt in de kantine. Ik zou graag meer vrouwelijk technisch personeel aannemen, maar ik zie ze gewoon niet langskomen bij sollicitaties. In België, waar ik heb gestudeerd en nu woon, zie je veel meer meisjes op technische opleidingen. België heeft ook een beter systeem voor kinderopvang. De mogelijkheden van voor- en naschoolse opvang zijn groter en vooral ook goedkoper. Vrouwen werken vaak ook fulltime, terwijl vrouwen in Nederland vaak parttime werken, ook als ze nog geen kinderen hebben. Dat maakt waarschijnlijk ook uit bij het vinden van een baan in de techniek.’

 

Wat zou de overheid kunnen doen om meer vrouwen in de techniek te krijgen?

‘In elk geval de kinderopvang beter regelen en goedkoper maken. Nog even over België: daar zijn kinderen in de zomer twee maanden vrij. Overdag kunnen zij naar een kamp waarvoor je als tweeverdieners 100 euro per week betaalt. De naschoolse opvang kost ook maar een paar euro, terwijl je in Nederland honderden euro’s betaalt.’

‘Daarnaast moeten meisjes meer technische rolmodellen zien. Als je techniek voor meisjes promoot, moet je dat niet laten doen door een oude grijze meneer. Laat zien dat vrouwen ook technisch of directeur zijn, en dat goed kunnen. Mijn moeder kan sneller een IKEA-kast in elkaar zetten dan mijn vader.’

 

Iets om over na te denken voor het nieuwe kabinet?

‘Ik heb premier Rutte al een keer voorgelegd om meer vrouwenrechten op te nemen in het regeerakkoord. Dan denk ik bijvoorbeeld aan het tegengaan van discriminatie tijdens sollicitatiegesprekken, en aan het minder betalen van vrouwen voor hetzelfde werk. We denken wel dat we een modern land zijn, maar op dit vlak is Nederland gewoon ouderwets.’

 

Kiezen voor techniekHet Techniekpact meldde onlangs dat 65 procent van de vrouwen met een technische opleiding uiteindelijk níet in de techniek belandt. Bij mannen is dat een derde. Nederland scoort internationaal ook laag met een aandeel vrouwen met een technisch beroep: 18 procent. In het onderwijs kiezen steeds meer meisjes voor techniek. Op het vmbo blijft hun aandeel nog beperkt tot 9 procent. Op het mbo is het aandeel meisjes in technische en exacte studies respectievelijk 15 en 39 procent.