10 SEP, 2015 • Portret
Karin Sluis: 'Kap nou, moet een ander zeggen'
Ze trainde haar knieën kapot. ‘Hoe heb ik dat niet eerder kunnen voelen?’ Karin Sluis (50), directeur van ingenieursbureau Witteveen+Bos, kan moeilijk op de rem trappen. ‘Ik ben bang iets te missen.’
Witteveen+Bos, de werkgever waar directeur Karin Sluis 26 jaar geleden begon, huist in een statig Deventer herenhuis. Vanuit haar kantoor kijkt Sluis uit op de IJssel en de spoorbrug die eroverheen gaat. Zo af en toe loopt ze nog een rondje hard, van hooguit 10 kilometer. Makkelijk na een vergadering elders in het land: even het hoofd leegmaken en pas na de spits naar huis rijden. De zes marathons, met als record 3:15:36, krijgen in elk geval geen vervolg. ‘Dat is echt snel he?’ Ze lacht, alsof ze het zelf ook niet kan geloven. ‘Ik was aan het trainen voor de marathon van Amsterdam toen bleek dat ik mijn knieën kapot heb gelopen. Achteraf denk ik: hoe heb ik dat niet eerder kunnen voelen?’
Sluis wijt het aan verslavingsgevoeligheid en excessiviteit – het zit in de familie. ‘Ik kan ook heel vermoeiend zijn voor mijn omgeving. Als ik een vakantie organiseer, dan moeten we echt overal langs. Omdat ik bang ben om dingen te missen. De mooiste berg, de grootste tempel. En dan kan ik doorslaan, zoals met dat hardlopen. Ik heb andere mensen nodig om op de rem te gaan staan. Die dan tegen mij zeggen: Kap nou even, het is goed geweest.’
Afremmen
Sluis’ drang om tot het uiterste te gaan brengt haar ook veel. Niet voor niks werd ze vorig jaar verkozen tot meest krachtige persoon in de infrastructuur. Ze kan zich razendsnel complexe zaken eigen maken, komt snel tot de kern en weet met haar extraverte persoonlijkheid anderen moeiteloos mee te krijgen, wordt over haar gezegd.
Toen Sluis gevraagd werd voor het directeurschap van Witteveen+Bos, volgde ze op aanraden van een vriendin een cursus. Daar werd ze gedwongen om nou eens te formuleren wat het belangrijkste is in haar leven – zodat het veel makkelijker werd om tegen andere dingen ‘nee’ te zeggen en dat excessieve daarmee af te remmen. Ze moet er zelf hartelijk om lachen, nuchter als ze is. ‘Als ik thuis dan iets wijs zeg, roepen de kinderen gelijk: ‘zeker van die cursus van je’. Maar het heeft me echt verder geholpen om te formuleren wat ik wilde. Ik wilde een goede, enthousiasmerende, ondernemende ingenieur zijn. Dat komt allemaal bij elkaar op deze plek. Dat had ik bedacht voor mezelf, en daar doe je dan vijf dagen over.’ Ze lacht. ‘En ik wilde prioriteit geven aan mijn rol als echtgenote en moeder, vriendin, dochter en zus. Daardoor werd het makkelijker om andere zaken te laten.’
‘Werknemers waar ik in het verleden leiding aan gaf, zeiden soms dat ze bang waren dat ze niet aan mijn normen voldeden. Omdat ik zelf zoveel deed. Dat had ik me helemaal niet zo gerealiseerd. Wel heb ik een hekel aan luiheid en moeite gehad om te accepteren dat het ook prima is om voor de televisie te hangen. Dan zei ik tegen de kinderen dat ze iets nuttigs moesten gaan doen. Maar als je er filosofisch naar kijkt, wat is dan nuttig? Wie ben ik om daar een oordeel over te geven?’ Dan, lachend: ‘Die cursus was zijn geld echt wel waard, hoor.’
Kippenvel
In haar kantoor heeft Sluis een plank ingericht met boeken over de Golden Gate Bridge. Veelal cadeautjes, want het verhaal dat ze als tiener van haar vader een poster van de Amerikaanse brug kreeg, is inmiddels meer dan eens in de publiciteit geweest. Het moest haast zo zijn dat ze er net na haar benoeming tot algemeen directeur ook echt heen ging met haar man en drie tienerkinderen. Ze pakt één van de boekjes om te illustreren waarom zo’n brug nou een grote rol is gaan spelen in haar leven. ‘Aan de ontwerper van de brug vragen de geldschieters: ‘How long will this bridge last?’ Hij antwoordt: ‘Forever’ Ze kijkt op van haar boek. En laat het citaat even op zich in werken. ‘Ja, daar krijg ik echt kippenvel van. Om zoiets te kunnen maken, met zo’n impact. Dan heb je een steen verlegd in een rivier op aarde.’ Sluis zegt het bijna met religieuze plechtigheid. ‘Eén man verbond zijn lot aan die brug en nu maken er ruim honderdduizend voertuigen elke dag gebruik van.’
Vindt u dat belangrijk, werk met impact?
‘Ja, want dan heeft je leven betekenis gehad. Dat vind ik ook zo schitterend aan dat citaat over de Golden Gate Bridge: je laat voor altijd iets achter dat veel groter is dan jijzelf en dat veel impact heeft op de samenleving. Dat vind ik heel belangrijk aan ingenieurswerk, daarom heb ik hier ook voor gekozen. Tegelijkertijd besef ik ook dat het geen speeltuin is waarin ingenieurs werken. In datzelfde boekje staat een hoofdstuk over de zelfmoorden waartoe de brug uitnodigt. Of zie het recente ongeluk in Alphen aan den Rijn. Soms is het een impact die je niet wil, dat hoort er ook bij.’
Techniek-nest
Haar man werkt als ingenieur bij de gemeente Deventer, haar oudste zoon gaat net als zijn moeder Civiele Techniek studeren in Delft. Haar dochter, het jongste kind, zit op het technasium. Ook haar ouders hadden talent voor techniek. Sluis groeide op in de Zaanstreek, als oudste kind van een ingenieur – haar vader, die schepen bouwde – en een chemisch analist. Een fijne, zorgeloze jeugd, samen met drie jongere broers. ‘Ik herinner me nog dat we gingen kijken naar de te water latingen van de schepen die mijn vader maakte. Die schepen werden zo ontworpen dat ze precies door de sluis van IJmuiden konden varen, tergend langzaam. Als kind maakte dat veel indruk op me, net als de tekenzalen waar mijn vader werkte.’ Haar moeder, die gezegend was met hetzelfde bèta-talent, werkte totdat ze trouwde in het academisch ziekenhuis in Rotterdam als laborant. Sluis: ‘Dat was destijds best bijzonder, een vrouw met een hbo-opleiding in de technische hoek. Maar ze was ambtenaar en moest daarom stoppen met werken toen ze trouwde. Ik werd pas zes jaar later geboren.’ Dan, fel: ‘Ik vind het niet zo heel raar dat we in Nederland een probleem hebben met topvrouwen. Hier komen we vandaan, he? Dat zit in het nationale DNA.’
Was uw moeder daar gefrustreerd over?
‘Toen heb ik daar in elk geval niks van gemerkt. Achteraf hebben we daar natuurlijk wel over gepraat, zeker toen ik hier directeur werd. Ze zegt zelf dat ze het jammer vindt dat ze de keuze niet heeft gehad, maar aan de andere kant zegt ze ook: best prettig om geen keuze te hebben, want dan is het ook niet jouw besluit maar die van een anonieme ander.’
Wat is het belangrijkste wat uw ouders u meegaven?
‘Toen mijn vader 70 werd, hebben mijn broers en ik hem zakdoeken gegeven met zijn levensspreuken. Optimist tot in de kist is er eentje van. Wat er ook gebeurt, je kunt altijd je eigen reactie formuleren. Uiteindelijk zal dat de kwaliteit van je leven bepalen. Zo’n zelfde optimist ben ik. Mijn moeder heeft me geleerd dat je in het nu moet leven. Dat klinkt heel modern, bijna als mindfulness wat nu zo populair is. Stoppen met werken, daar heeft mijn moeder niet haar leven door laten bepalen.’
Wordt u weleens aangesproken op uw keuzes?
‘Ik voelde me vroeger nog weleens schuldig omdat ik niet wist welke kinderen in de klas van mijn zoon zaten. Totdat ik dacht, even gechargeerd: ‘Het gros van de moeders kan al die kinderen wel herkennen en het gros van de vaders niet. Zo lang we dat nog normaal vinden in deze maatschappij, moet emancipatie op de agenda blijven staan.’ Het is wel prettig dat ik in mijn vriendinnengroep zie dat ik niet de enige ben die af en toe worstelt met de vooroordelen van anderen. Maar draai het eens om: je zou maar vwo doen en een academische opleiding die grotendeels door de staat betaald wordt, om er volgens niks meer mee te doen. Daar zou je je voor moeten verantwoorden, niet andersom.’
Stiekem
Over vijf jaar is Sluis geen directeur meer, want dan is ze 55. Het beleid van Witteveen+Bos: na je 55ste is het tijd voor een andere directeur. Heerlijk, zegt ze zelf. Een afgebakende periode om het bedrijf verder te helpen. En over vijf jaar is haar jongste 18. ‘Volledige vrijheid.’ Wat Sluis dan gaat doen? ‘Misschien wel naar het buitenland. Dat heb ik nog nooit gedaan, en ik wil stiekem nog steeds niet te veel missen. Maar alles ligt nog open.’
Drie stellingen voor Karin SluisNederlandse ingenieurs zijn de beste ter wereld
‘In de meest recente ranking van technische universiteiten van Times Higher Education staat onze TU Delft als beste in Nederland op plaats 23. Dus ondanks dat het natuurlijk geweldig is dat Nederlandse ingenieurs helpen bij de hoogwaterberbescherming van Jakarta tot New York, zijn we nog lang niet de beste.’
Nederland moet meer vluchtelingen opvangen
‘Zeker: het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid dat iedere wereldburger gezond en veilig kan leven. Zolang dat ons niet lukt, staan we aan de lat om de 60 miljoen mensen die wereldwijd op de vlucht zijn op te vangen.’
Op vakantie zet ik het liefst mijn telefoon uit
‘Het allerliefst ga ik naar plaatsen zonder wifi of bereik: lekker ver van de bewoonde wereld bergen beklimmen en daarna in een hut een potje kaarten. Als dat niet kan, zet ik de telefoon zeker uit: als ik morgen omval, redt de wereld het voor altijd zonder mij, dus dan moet een paar weekjes een makkie zijn.’
Karin Sluis1965 Geboren in Zaandam
1983 Civiele Techniek in Delft
1989 Projectingenieur Stedelijk water, Witteveen+Bos
1994 Groepsleider Stedelijk water, Witteveen+Bos
1999 Vestigingshoofd Breda, Witteveen+Bos
2005 PMC-leider Verkeer en wegen, Witteveen+Bos
2010 Sectorhoofd Ruimte en mobiliteit, Witteveen+Bos
2013 Algemeen directeur Witteveen+Bos
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Handig: de wekelijkse Forum-alert