29 MEI, 2017 • Achtergrond
Dit zijn de mensen van de afdeling Paarse Krokodil
Het geklaag over regeldruk zat? Mogen we dan Adriaan, René, Cathelijn, Angelo, Pedro, Jan en Henco even aan u voorstellen? Want wat er achter de schermen bij elke onderneming gebeurt, ziet u nooit.
Toen hij als zestienjarige het vak leerde in de bakkerij van zijn ouders wilde Adriaan Vonk vooral bezig zijn met het maken van lekkere gebakjes en het beste brood. Maar sinds hij bijna twintig jaar geleden zijn eigen zaak opende in Bunnik, merkt hij dat er veel meer tijd dan hij wil gaat zitten in regeldruk. Dat verpest regelmatig het plezier in zijn werk. Hij snapt ook wel dat regels nodig zijn; het gaat tenslotte om voedsel en dat moet gewoon veilig en goed zijn. Maar de toepassing van de regels kan vaak een stuk handiger, zegt Vonk.
Adriaan Vonk (Echte Bakker Vonk) Heeft samen met zijn vrouw een bakkerij in Bunnik
Aantal mensen in dienst: 4,5fte
Moet zich houden aan: talloze regels, variërend van Arbo tot hygiëne
Kost hem: halve dag per week
Zo moet Vonk de temperatuur van al zijn koelkasten en vriezers elke dag om de zoveel tijd noteren op papier voor de keuringsdienst. Dat kost tijd en zorgt voor irritatie. ‘Ik loop elke dag wel veertig keer langs de temperatuurmeters’, zegt de bakker. ‘Dus een hapering valt gelijk op. Dan bel ik de monteur. Een lijst achteraf zegt toch niks?’ Hij kent bakkers die loggers hebben gekocht om de temperaturen continu te registreren. Dan hoef je geen lijst bij te houden, maar kun je de Keuringsdienst direct inzage geven met een uitdraai van de gegevens. Kosten: 400 euro per koeling, waarvan bakkers er vaak een stuk of tien hebben staan. ‘Dat is toch 4000 euro’, zegt Vonk. ‘Voor een kleine ondernemer is dat veel geld.’ Ook Actal deelt die mening. In een recent advies raadt de regelwaakhond de overheid aan om die regel eens goed tegen het licht te houden.
‘Moet ik dingen opschrijven als: niet met blote handen een bakplaat uit de oven halen’
Nog zoiets: etikettering. Een beetje experimenteren is er niet meer bij zonder dat Vonk gelijk een boekwerk moet bijhouden. ‘Ik zie dat eigenlijk als het inperken van mijn werk als bakker. Als ik ’s ochtends mijn deeg sta te mengen en ik bedenk spontaan om daar bramen en paprika bij te gooien, dan kan ik dat wel vergeten.’ Want, zegt de bakker, dan moet hij eerst heel secuur uit gaan schrijven wat er allemaal in het brood zit. De bakker is enorm gespitst op allergenen, maar om nou alle ingrediënten op te gaan sommen. Per week is Vonk een halve werkdag bezig met alles rondom regeldruk. Dat lijkt weinig, maar voor de bakker die het werk vooral samen met zijn vrouw doet, is dat veel tijd. Wat daar ook onder valt zijn bijvoorbeeld vragenlijsten van het CBS. ‘Kost gigantisch veel geld en uitzoekwerk. En je krijgt er niks voor terug.’
Blote handen
De druppel was laatst het maken van een nieuwe risico-inventarisatie – Vonk spreekt elke lettergreep nadrukkelijk uit. ‘Dan moet je dingen opschrijven als: werknemers moeten niet met blote handen een bakplaat uit de oven halen. Daarom liggen er overhandschoenen.’ Veel collega’s laten er een extern bedrijf voor komen, weet hij. ‘Maar ook dat kost geld. En wederom: als kleine ondernemer kun je dat niet zomaar ophoesten. Ik heb niks tegen regels, maar mag het alsjeblieft soms iets makkelijker?’
Jan van der Schaaf (Landal Greenparks)Is: manager corporate quality
Heeft: 2fte (Henco Klein Kromhof en Van der Schaaf zelf)
Moet zich houden aan: 35 wetten
Kost: naar schatting 50.000 euro per park per jaar voor onder meer de uitvoering van een Legionella Beheerplan, het uitvoeren van laboratoriummetingen van drink- en zwemwater, controles van speeltoestellen, voedselhygiëne en nog veel meer
Landal heeft 2.500 medewerkers en 86 vakantieparken
Jan van der Schaaf is door Landal aangenomen om zich fulltime te focussen op overheidsregels. Bijna tien jaar geleden werd het bij het bedrijf tijd voor een zogenoemde kwaliteitsafdeling, bestaande uit een manager en een auditor. ‘De lengte van het gras op de parken, de vlaggen bij de ingang, de inrichting van de bungalows, de kleuren’, somt Van der Schaaf op. ‘Allemaal belangrijk. Maar nog veel belangrijker is voldoen aan wet- en regelgeving en veiligheid. Ik kijk daar continu naar. Houd de Staatscourant bij, leg parkbezoeken af. En je moet weten, er is gigantisch veel wetgeving van toepassing waar een park aan moeten voldoen. Regelgeving over veiligheid, hygiëne, Arbo, afval, energie, medewerkers en ga zo maar door.’
Nederlandse norm
Niet alles is wettelijk geregeld, zegt Van der Schaaf. Het bedrijf stelt zelf ook eisen. Omdat het dan makkelijker is om faciliteiten en onderhoud up-to-date te houden op punten waar geen regelgeving voor is. Maar ook omdat regelgeving in het buitenland soms minder streng is dan in Nederland. Dan wordt de Nederlandse norm gehanteerd.
Regelmatig schuift Van der Schaaf aan bij de Keuringsdienst en bij ministeries. Om te zorgen dat regels niet overdone zijn, zegt Van der Schaaf. Zo zouden van van alle gasten die de zonnebank op een park gebruiken huidanalyseformulieren opgeslagen moeten worden. Dat was wel erg scherp neergezet, vond Van der Schaaf. Hij is toen met het RIVM gaan praten. ‘Dan heb je binnen een paar maanden tien mappen vol met formulieren. En wie kijkt daar ooit naar? Ik heb toen uitgelegd dat iedere bezoeker ook een eigen verantwoordelijkheid heeft. Dat wordt nogal eens te weinig belicht naar mijn mening.’ Hij vergelijkt het graag met autorijden: alle verkeersborden en snelheidsindicaties zijn er om het wegennet veilig te houden, maar de chauffeur heeft ook zijn eigen verantwoordelijkheid.
‘het kan jarenlang goed gaan, maar één incident en de hele wet gaat op de schop’
Ook zou wetgeving weleens vaker geëvalueerd mogen worden, zegt Van der Schaaf, vooral als die ontstaat naar aanleiding van een incident. ‘Als iets jaren goed gaat, en daarna één keer fout, gaat soms de hele wet op de schop.’ En, wil hij aan de wetgever meegeven, kijk ook goed naar waar de fout vandaan komt. Een voorbeeld: ‘Legionella-wetgeving richt zich enorm op de eindgebruiker. Dus moet je een beheerplan maken, regelmatig spoelen, temperaturen meten et cetera. Terwijl een verspreiding van de bacterie over het algemeen niet wordt veroorzaakt door gebrek aan controle, maar door het systeem zelf. Stel dan strenge eisen aan bouwer en installateurs van dat systeem, niet alleen aan de gebruiker.’
Regeldruk verminderen
Zelf is hij erin geslaagd om de regeldruk voor Landal te verminderen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft het Landal kwaliteitssysteem getest waardoor er nu geen parkbezoeken meer afgelegd hoeven te worden. ‘Eén keer per jaar nemen ze nu alles met mij alles door, in plaats van met de parkmanager op locatie. Als voorheen niet alle documenten aanwezig waren, voldeed een park volgens de NVWA niet aan de eisen. Het probleem was dan puur het bijwerken van de administratie.’ Parkmanagers moeten nu al hun documenten uploaden in een digitale boekenkast, waar Van der Schaaf toegang tot heeft. Tijdens een audit checkt hij vooraf alle parkdocumenten. ‘Niet als een politieagent hoor, maar gewoon om de manager te helpen om aan alle regelgeving te voldoen.’ De volgende klus ligt alweer op hem te wachten: Landal heeft laatst vijf parken in Denemarken gekocht. Van der Schaaf mag zich daarom de komende tijd volop gaan storten op de Deense wetgeving.
Laurens Metternich (Spectro)Heeft een zeepfabriek in Oss met 50 medewerkers (35 fte)
Moet zich houden aan: enorm veel wet- en regelgeving, maar dit zijn wel de belangrijkste ervan
Kost hem: 2fte ofwel René Uijtdewilligen, Cathelijn van der Meijden, Angelo van den Berg en Pedro Sol
Ondernemer Laurens Metternich, directeur van zeepbedrijf Spectro in Oss, heeft zo’n twee fte – een fulltime werknemer en een aantal werknemers die zich er af en toe mee bezig houden – in dienst voor wet- en regelgeving. Dat is best veel op zo’n vijftig man personeel, vindt de ondernemer. ‘De fabriek moet voldoen aan alle eisen en regels en alle vergunningen moeten natuurlijk op orde zijn’, somt Metternich op. ‘Alles rondom je medewerkers moet kloppen. Maar de meeste tijd en energie steken we in het ervoor zorgen dat alle producten voldoen aan wettelijke regels. En die veranderen eigenlijk continu.’ Zijn bedrijf maakt reinigingsmiddelen voor professioneel gebruik. Het is verplicht om bij die producten veiligheidsinformatiebladen te leveren. Elke keer als er ook maar iets is veranderd in de samenstelling, bij Spectro of zelfs in de aangeleverde grondstoffen, moet zo’n blad aangepast worden. Dat kost veel tijd.
Niet mopperen
Het meest ingrijpend voor Metternich was de invoering van zogenoemde clp-etikettering zo’n 2,5 jaar geleden. Al zijn producten moesten voorzien worden van nieuwe symbooltjes – opgelegd vanuit Brussel. Dat was heel veel werk, blikt Metternich terug, vooral omdat de regelgeving erachter compleet veranderde. ‘Onder de oude wetgeving was een product prima, maar door nieuwe regels moesten sommige producten zwaarder geëtiketteerd worden. Dan heb je opeens een veiligheidsbril en handschoenen nodig. Heeft als direct gevolg dat een product minder goed in de markt ligt.’ Maar het moet gezegd worden, Metternich is er niet de persoon naar om te gaan zitten mopperen. ‘Kijk, het zorgt ook voor innovatie. Op het gebied van duurzaamheid bijvoorbeeld. Dat is vaak ook een tip die ik aan andere ondernemers geef: doe er je voordeel mee.’
‘Nieuwe regels zijn vervelend, maar het zorgt ook voor innovatie’
Maar soms remmen regels juist innovatie. Elk nieuw desinfectiemiddel dat Metternich wil verkopen, moet in elke EU lidstaat apart geregistreerd worden. Dat is lastig en kostbaar. Binnenkort wordt nieuwe Europese regelgeving van kracht. Dan hoeft een product maar één keer geregistreerd te worden en kan het in elke lidstaat verkocht worden. Hoera, zou je zeggen. ‘Maar de kosten voor ons gaan dan gigantisch omhoog. In Nederland betalen we nu ongeveer 50.000 euro per nieuw product, dat wordt straks het vijfvoudige. Voor multinationals die in elke lidstaat actief zijn is het pure winst, maar voor ons als mkb-bedrijf niet.’ En dat remt juist het maken van nieuwe producten. ‘Het belemmert ons enorm. Ik heb best ideeën om nieuwe, groenere desinfectiemiddelen in de markt te zetten. Maar als ik niet weet of het een commercieel succes gaat worden, weet ik ook niet of ik wel 200.000 euro kan betalen voor zo’n registratie.’ Tip voor de regelgever, zegt Metternich: ‘Denk er ook over na hoe je innovatie blijft stimuleren. Geef bijvoorbeeld subsidies of reducties voor groenere producten. Worden ze succesvol, dan kunnen we achteraf alsnog de volle pond betalen.’
Wilt u op de hoogte blijven? Abonneert u zich dan op Forum Alert:
E-mail:
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Handig: de wekelijkse Forum-alert