15 APR, 2019 • Interview
Dit is waarom dé bank zich druk maakt over mensenrechten
Maria Anne van Dijk is de bedrijfsactivist van ABN AMRO. En zorgde ervoor dat het hele bedrijf zich inzet tégen arbeidsuitbuiting en mensenhandel en vóór mensenrechten. ‘Ik verander het bedrijf van binnenuit.’
Wat doet een bedrijfsactivist eigenlijk?
‘Die verandert een bedrijf van binnenuit. Heel veel mensen denken dat verandering alleen van buitenaf kan komen. En dat je, als je iets in het systeem wilt veranderen, bijvoorbeeld bij een ngo moet gaan werken. Ik denk juist dat je ook precies het omgekeerde kunt doen. Overigens heb ik ook een normale functietitel hoor. Ik ben met duurzaamheid begonnen in 2003. En dat wil ik toch nog wel benadrukken – ik heb erdestijds hard voor moeten lobbyen om die rol te krijgen.
Wie is Maria Anne van Dijk?Maria Anne van Dijk (1958) is hoofd van de afdeling duurzaamheidsrisico’s en mensenrechten bij ABN AMRO. Ze begon haar carrière in deict bij Pierson, Heldring & Pierson, en werkte bij Fortis Bank Nederland toen haar aandacht voor duurzaamheid en mensenrechten werd aangewakkerd. Sinds 2009 werkt ze voor ABN AMRO. Van Dijk studeerde Nederlands en Algemene Taalwetenschap in Utrecht en Amsterdam.
Speelden mensenrechten en duurzaamheid voor die tijd geen rol?
‘Dat begon rond 2001 toen ngo’s bankenaanschreven om ze kritisch te bevragen over de financiering van bijvoorbeeld palmolie. Dat heeft iedereen wakker geschud. Opeens waren bankiers zich ervan bewust dat een bank ook negatieve impact kan hebben op de wereld. Ook die bewustwording over duurzaamheid heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Tegelijkertijd werd ook de eerste duurzaamheidsstandaard voor projectfinanciering ontwikkeld: de Equator Principles. Sinds 2011 volgen we de UN Guiding Principles on Business and Human Rights en sinds 2015 de UNGP Reporting Standards. Die beschrijven hoe bedrijven het best kunnen rapporteren over mensenrechten. Sindsdien is het onderwerp mensenrechten in een stroomversnelling geraakt.’
‘opeens realiseerden bankiers zich: wij kunnen dus ook negatieve impact op de wereld hebben’
Wat is het belangrijkste dat u heeft bereikt?
‘Dat iedereen binnen ABN AMRO mensenrechten belangrijk vindt. Mensen maken zich er druk om, vinden het de normaalste zaak van de wereld dat ABN AMRO zich hier hard voor maakt. Inmiddels is doorgedrongen dat we ons óók moeten focussen op mensenrechten dicht bij huis omdat we daar het verschil kunnen maken. We hebben heel veel zakelijke klanten. Een deel daarvan heeft een bedrijf in een sector waar ook in Nederland het risico op arbeidsuitbuiting bestaat. Die klanten zien we vaker dan internationale, grote bedrijven. Dus daar kunnen we ook daadwerkelijk iets veranderen.’
Maar wat heeft een bank met mensenrechten te maken?
‘Alles. In de eerste plaats omdat de bank een werkgever is. En als wij zien dat er een link is tussen ABN AMRO en mensenrechtenissues, dan vind ik dat de bank de verantwoordelijkheid heeft zich daarvoor in te zetten. Je wilt toch geen klanten die willens en wetens mensenrechten schenden? Bij de opsporing van mensenhandel wordt niet voor niets gezegd: follow the money. En daar kunnen de banken justitie en politie bij helpen hebben we ontdekt in een project dat we samen met de UvA, de arbeidsinspectie en justitie hebben gedaan. De bank zit op een enorme berg financiële data. Door naar transacties te kijken kunnen wij ongebruikelijke patronen zien die voor politie en justitie relevant kunnen zijn. Dat doen we nu door zonder concrete aanwijzing overboekingen te onderzoeken.’
Wat moet er opvallen in de data wil de bank naar de politie stappen?
‘We hebben in dit project gekeken naar oude zaken en kennis over mensenhandel en uitbuiting. Wat valt daarin op? Op basis daarvan hebben we een lijst van zo’n dertig indicatoren gemaakt. En ál die indicatoren gebruiken we om banksystemen en transacties te analyseren. Je gaat, kortom, indicatoren ‘stapelen’. Sinds 2018 hebben we zo een aantal ongebruikelijke transacties gemeld bij de Financial Intelligence Unit van de politie. Zij bepalen of er sprake is van een verdachte transactie en of opsporing volgt. Wij zijn geen opsporingsinstantie natuurlijk.’
‘je wilt toch geen klanten die echt willens en wetens mensenrechten schenden?’
In Nederland kunt u wat bereiken. Maar daarbuiten?
‘Het project dat we nu hebben lopen naar arbeidsuitbuiting richt zich op Nederland. Maar ik hoop dat we dat in de toekomst kunnen uitbreiden door samen te werken met buitenlandse banken en instanties. Daarnaast proberen we ook beter inzicht te hebben in de ketens waarin onze klanten actief zijn, zoals in metaal en cacao. En er kan nog veel meer. We hadden in december de oprichter van het platform This is my backyard op onze mensenrechtenconferentie. Op dat platform kunnen bewoners van afgelegen regio’s beelden of verhalen uploaden van hun ervaringen met bedrijven. En van onderzoeksplatform Bellingcat hebben we een workshop gekregen over het gebruik van openbare bronnen. We kunnen dus nog veel meer zicht krijgen op de problemen in ketens. En daar werken we hard aan.’
Veel ondernemers zeggen: mijn keten is zo lang, die kan ik toch onmogelijk doorzien?
‘Dat is inderdaad een dilemma. Je weet vaak niet wat er tien stappen vóór jou is gebeurd. De oplossing is dan dat iedereen één stapje terugkijkt. En dat is ook precies mijn betoog: je kunt dit niet alleen. Of je kunt als ondernemer zorgen dat je keten overzichtelijker wordt. Dat vergt een andere manier van denken, beslissen en kopen waarbij ook consumenten een rol spelen.’
‘We hebben voor ondernemers ook boekjes gepubliceerd, zoals voor de mode-industrie en de diamanthandel. Daarin leggen we uit hoe zo’n keten in elkaar zit. We lichten klanten dus ook voor. En elke nieuwe zakelijke klant wordt gescreend en moet een fikse vragenlijst invullen. Met vragen als: heeft uw bedrijf een klachtenmeldpunt? Hoe gaat u om met landrechten? Hoe heeft u contact met de lokale gemeenschappen over uw activiteiten?’
Dit hoopt Maria Anne van Dijk te bereiken
https://youtube.com/watch?v=12IGujHZY10%3Fstart%3D10
Schrikken ondernemers weleens terug van zoveel vragen?
‘Grote bedrijven niet, die hebben hele afdelingen die zich hiermee bezig houden. Kleinere bedrijven hebben daar niet altijd voldoende mensen voor. Vooral niet voor het schrijven van beleid. Als er dus weerstand is, zit het ‘m daarin. Wat wij dan doen, is het zo relevant en concreet mogelijk maken voor de ondernemer. Een klant die in de katoenhandel zit, hebben we gevraagd uit te zoeken of er voor zijn katoen uit Turkije Syrische vluchtelingen gedwongen worden ingezet. Hij heeft zijn lokale agent gebeld, die heeft het uitgezocht, en kon hij melden dat zijn product oké was. Dát is dus precies wat je wilt: klanten aanzetten tot actie op mensenrechten door de voor hen relevante vragen te stellen.’
‘ga nou niet lijstjes afvinken, maar zorg dat je echt grip krijgt op de naleving van mensenrechten’
Wat zijn de consequenties als er wel mensenrechten geschonden zijn?
‘Als dat zo is, dan gaat ABN AMRO het gesprek met die klant aan om afspraken te maken over verbeteringen. Als iemand nog geen klant is en klant wil worden dan checken we of het bedrijf onze standaarden volgt of wil volgen. Als dat niet zo is, dan kan ABN AMRO in de laatste instantie besluiten afscheid te nemen van een bedrijf als klant, of al in eerste instantie besluiten om geen financiering te verstrekken. Steeds meer banken kijken heel kritisch naar dit soort dingen.’
‘Ik geloof er heel erg in dat je als bedrijf moet nadenken en doen wat je kunt om mensenrechtenproblemen op te sporen. Meer dan alleen de wet volgen. En als er meer wetgeving komt, dan moet die in elk geval ‘slim’ zijn. Daarmee bedoel ik dat wetgeving bedrijven moet aansporen zelf een manier te vinden om grip te krijgen op hun keten en niet om alleen maar lijstjes af te vinken. En natuurlijk is het belangrijk dat de overheid het goede voorbeeld geeft, bijvoorbeeld door zo duurzaam mogelijk in te kopen.’
Op de hoogte blijven van onze leukste artikelen?Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Handig: de wekelijkse Forum-alert