10 NOV, 2016
Deze man heeft een medicijn voor de zorg
Jos de Blok slaagt er met Buurtzorg in om de zorg voor ouderen goedkoper te maken. Dat doet hij door ze meer aandacht te geven. Een aanpak die zich volgens hem ook leent voor andere sectoren. ‘Het gaat te veel over geld en te weinig over kwaliteit.’
De zorg is al jaren een probleemdossier. De kosten van de zorg lopen uit de hand, en werkgevers zien dat met lede ogen aan, daar zij voor de helft van de zorgkosten opdraaien. Tegelijkertijd klagen de afnemers van zorg steeds meer over de kwaliteit daarvan. Die holt achteruit. Jos de Blok heeft voor beide problemen een oplossing: gewoon efficiënt en klantgericht werken. Met thuiszorgorganisatie Buurtzorg timmert hij vanuit een ‘hoofdkantoortje’ in Almelo aan de weg. De 45 medewerkers daar ondersteunen de circa duizend zorgteams met in totaal 13.000 medewerkers. Onlangs zijn nog 2300 medewerkers van de failliete thuiszorgorganisatie TSN overgenomen. De aanpak slaat inmiddels ook in het buitenland aan. In China, Japan en Zuid-Korea wordt geëxperimenteerd met franchiseformules die volgens de Buurtzorg-methode werken.
Meneer De Blok, loopt u niet te hard van stapel?
‘Nee hoor. Het loopt nergens uit de hand. Die 2300 mensen van TSN hebben we zonder projectplan overgenomen. En wat zie je in de praktijk? Elke klant wordt geholpen. De zorgteams werken zonder leiding of management. We hebben de nieuwe medewerkers uitgelegd wat we van hen verwachten en daarna zijn ze aan de slag gegaan. We kregen zelfs applaus van ze toen we vertelden dat ze niet meer met leidinggevenden te maken zouden hebben.’
Het lijkt een onwerkelijke succesformule: zorgteams die zelf hun agenda indelen, zelf bepalen hoelang ze bij een klant blijven en zelf hun scholing regelen. De oud-verpleegkundige De Blok zweert bij deze formule. ‘De huidige hiërarchische manier van organiseren is op zijn eind. Door dingen top down te organiseren mis je de mogelijkheid om zorg en diensten aan te laten sluiten bij wat mensen nodig hebben. Je moet de oplossing zoeken daar waar het probleem zich voordoet in plaats van alle problemen naar boven sturen. Dat geldt niet alleen voor de zorg, maar ook voor het onderwijs en de politie. Geef thuiszorgers, leraren en agenten gewoon meer verantwoordelijkheid. Dat hoef je niet te managen, want het stuurt zichzelf.’
‘WE ZIJN IN NEDERLAND AFGEDWAALD VAN NATUURLIJKE OPLOSSINGEN’
Zorg is toch oneindig? Je kunt altijd meer zorg geven.
‘Is dat zo? Dat is een verkeerde voorstelling. Een verpleegkundige leert zichzelf overbodig te maken. Je moet alleen doen wat mensen vooruit helpt. Wij merken dat als gevolg van die aanpak het aantal uren aan thuiszorg met 30 procent vermindert.’
‘Je hebt nu een discussie over de kwaliteit van de zorg in verpleeghuizen. De verslechtering van die kwaliteit heeft te maken met het feit dat de mensen die daar werken, steeds lager zijn opgeleid. In het gemiddelde verpleeghuis werken nauwelijks nog verpleegkundigen, mensen die verstand van het vak hebben.’
‘We zijn afgedwaald van natuurlijke oplossingen en kiezen een mechanische oplossing. Neem het voorbeeld van een vrouw van 84 die klant bij ons werd. Onze medewerkers hebben haar in vier dagen geleerd om zelf haar steunkousen aan en uit te trekken. Daarvoor kwam er twee jaar lang ‘s ochtends en ‘s avonds iemand langs om dat te doen. Goed, het kost even tijd om die vrouw dat te leren, maar daarna kan ze het zelf en hoeft er niemand meer langs te komen. Zo bespaar je tijd en geld.’
‘Een ander voorbeeld. Mensen moeten voor onderzoek helemaal naar het ziekenhuis, soms zelfs met de ambulance. Is dat omdat het nodig is of omdat het de gewoonte is? In plaats daarvan kun je ook bij mensen thuis langs gaan, als een soort mobiele arts. Ik ben van mening dat 50 procent van wat er in een ziekenhuis gebeurt, daar niet perse hoeft plaats te vinden. Je moet je altijd afvragen welke manier van zorg verlenen de beste is. Zorg kan ook schadelijk, belastend zijn. Zoals chemotherapie geven als die eigenlijk niet meer helpt, met alle negatieve effecten voor de patiënt die daarbij horen.’
Uw aanpak vereist wel wat van ouderen zelf.
‘Ja, dat is het uitgangspunt, maar geen bindende voorwaarde voor onze hulp. Ouderen en hun omgeving moeten zelf een bijdrage leveren. In Groningen hebben we het project Hospital at Home voor mensen met alzheimer. Die proberen we zo lang mogelijk thuis te houden, in een bekende omgeving. Ouderen en hun familie moeten leren omgaan met dementie. Daarnaast heb je het rouwproces. Je moet zorgen dat mensen niet het gevoel krijgen dat het ze allemaal overkomt. Dan voelt de draaglast van de zorg ook anders. Mantelzorgers worden nu vaak opgezadeld met een gevoel van druk en drukte. Dat moet je zien te voorkomen.’
Moeten patiënten, zorgbehoevenden ook meer gaan betalen voor de zorg?
‘Ik ben het niet eens met je basisaanname. Het probleem ligt niet bij mensen, maar bij de inrichting van de zorg. Organisaties worden nu betaald voor de uren zorg die ze leveren, niet volgens de vraag wat de beste zorg is. Als een organisatie is gebaseerd op het draaien van productie, is er geen stimulans om zorg af te bouwen als dat kan.’
Zegt u daarmee dat marktwerking niet werkt in de zorg?
‘Ik zeg dat je er heel kritisch op moet zijn. Competitie moet gaan over de kwaliteit van de zorg, niet over de prijs ervan, wat nu vaak het geval is. Zo krijg je een focus op de uurprijs van zorgactiviteiten, en worden steeds goedkopere krachten ingezet. De ene na de andere thuiszorgorganisatie gaat failliet, en de algehele situatie wordt steeds slechter.’
Welke rol spelen de zorgverzekeraars?
‘Hun uitgangspunt is dat zorgaanbieders zoveel mogelijk productie willen draaien en zij reageren daarop met maatregelen daartegen. Niet vanuit de gedachte om de patiënt zo goed mogelijk te helpen, maar om kosten te besparen. Verzekeraars zijn sterk gericht op het beperken van de schade. Ze zijn niet gericht op het voorkomen van problemen maar op zo laag mogelijke kosten bij het verhelpen van problemen. Heel veel gesprekken gaan over geld en niet over de kwaliteit van zorg en over preventie en beïnvloeding van leefstijlen van mensen. Dat zijn volgens mij de relevante vragen.’
Bent u tegen winst maken in de zorg?
‘Ik denk dat het winstoogmerk niet verstandig is. Ik zie geen positief maatschappelijk effect. Het belang zou moeten zijn: minder zorgkosten. Dat is goed voor werkgevers, die de helft van de zorgkosten voor hun rekeningen nemen, en voor burgers, die een zorgpremie betalen. Áls je winst maken toestaat, zou een deel van die winst besteed moeten worden aan de verbetering van de zorg. Maar ik vind dat we het niet moeten doen. Daarom zijn wij ook een stichting.’
Wie is Jos de Blok?Al tijdens zijn opleiding verpleegkunde in de jaren tachtig werkte Jos de Blok (56) als verpleegkundige. In 1987 werd hij wijkverpleegkundige. Tussen 1993 en 2006 had hij managementfuncties bij verschillende (thuis)zorgorganisaties. Uit onvrede met de zorgpraktijk begon hij in 2006 met Buurtzorg. De organisatie werd in 2014 en 2015 uitgeroepen tot Beste Werkgever.
‘Veel kinnesinne’Het succesverhaal van Buurtzorg roept ook de nodige kritiek op. Zo zou Buurtzorg alleen efficiënt kunnen werken omdat ‘moeilijke gevallen’ niet als klant worden aangenomen. ‘Onzin’, zegt Jos de Blok daarover. ‘Er wordt geen enkele casus genoemd door de critici. Er is geen cliënt of huisarts die klaagt. Wij hebben juist veel terminale cliënten en mensen met ALS.’ Volgens hem is er sinds de start van Buurtzorg veel kinnesinne. ‘Andere zorgorganisaties vinden het vervelend dat we het zo goed doen. Ze zien ontevreden cliënten naar ons overstappen.’
Blok erkent wel dat niet elk zelfsturend team van Buurtzorg de snelle groei van het aantal cliënten meteen aankan. ‘We kunnen niet iedereen acuut helpen. Dat zou ook ten koste gaan van de kwaliteit van de zorg, en dat willen we natuurlijk niet.’
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Handig: de wekelijkse Forum-alert