Consultatie Voorontwerp NV-recht en evenwichtiger man-vrouwverhouding, brief aan de ministers Dekker (Rechtsbescherming) en Engelshoven (OCW)

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
13-05-2020

Excellenties,

 

VNO-NCW en MKB-Nederland maken graag gebruik van de mogelijkheid te reageren op het voorontwerp voor de wijziging van boek 2 van het BW tot het moderniseren van het recht inzake naamloze vennootschappen en het evenwichtiger maken van de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in het bestuur en de raad van commissarissen van grote naamloze en besloten vennootschappen ("het Voorontwerp").

 

Het Voorontwerp werd op 15 april 2020 gepubliceerd. Het heeft tot doel het NV-recht te moderniseren en aan te passen aan de behoeften van de gebruikers in navolging van de flexibilisering van het bv-recht en bevat enkele technische verbeterpunten. Voorts beoogt het Voorontwerp de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in de top van grote bedrijven evenwichtiger te maken en vloeit het op dat punt voort uit één van de onderdelen van het SER-advies "Diversiteit in de top: tijd voor versnelling".

 

Modernisering nv-recht

VNO-NCW en MKB-Nederland onderschrijven de modernisering van het NV-recht en de voorgestelde technische verbeteringen. Zij hebben een aantal vragen over de locatie van de algemene vergadering (in en buiten Nederland) en over de besluitvorming buiten vergadering. Ook verzoeken zij eerder toegezegde technische verbeterpunten mee te nemen in het onderhavige wetsvoorstel.

 

Evenwichtiger verhouding man/vrouw

VNO-NCW en MKB-Nederland ondersteunen de uitvoering van het SER-advies over de evenwichtiger man/vrouw verdeling in de top van grote bedrijven als onderdeel van een veel breder - door de SER in haar advies geschetst - beleid om de arbeidsmarktkeuzes van vrouwen te beïnvloeden om zo tot een inclusieve arbeidsmarkt te komen met evenredige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen.

 

Voor beursvennootschappen gaat een ingroeiquotum gelden en voor circa 5000 grote vennootschappen de verplichting om zelf streefcijfers op te stellen. Om de wettelijke maatregelen voor de grote ondernemingen goed te laten landen in de praktijk moet volgens de SER de bestaande versnipperde infrastructuur worden vernieuwd tot een passende en ondersteunende infrastructuur die benut kan worden voor zowel gender als culturele diversiteit.

 

Die infrastructuur wordt door de SER als essentiële randvoorwaarde gezien bij de te nemen maatregelen omdat zij ondersteuning biedt bij zowel het opzetten en uitwerken van de plannen als bij een adequaat monitoringssysteem waarmee de vennootschappen zich kunnen spiegelen aan anderen. De SER heeft daarom in haar advies aangekondigd het initiatief te nemen om in overleg met betrokken partijen en betrokken ministeries tot een dergelijke ondersteunende infrastructuur te komen.Voor de monitoring van de voortgang pleit de SER ervoor om aan te sluiten bij de aanpak zoals die nu ook wordt gehanteerd door bijvoorbeeld Charter Talent naar de top en Diversiteit in bedrijf. VNO-NCW en MKB-Nederland benadrukken dat het van belang is dat de in te richten infra- en rapportagestructuur eenvoudig en laagdrempelig is met aandacht voor een lage administratieve belasting.

 

VNO-NCW en MKB-Nederland menen verder dat het Voorontwerp op de volgende punten niet aansluit bij het SER-advies:

  1. Het SER-advies beveelt een ingroeiquotum voor beursvennootschappen aan van 30% man/vrouw. Het Voorontwerp stelt daarentegen een verdeling van 1/3 man/vrouw voor.
  2. Bij one tier-vennootschappen heeft volgens het SER-advies het ingroeiquotum betrekking op de niet-uitvoerend bestuurders. In het Voorontwerp heeft het ingroeiquotum betrekking op uitvoerend én niet-uitvoerend bestuurders.
  3. Het SER-advies verplicht grote vennootschappen streefcijferdoelen op te stellen en jaarlijks te rapporteren over de naleving ervan. Het voorontwerp verplicht niet alleen tot jaarlijkse rapportage, maar ook tot het jaarlijks opstellen van de streefcijferdoelen.

Zij verzoeken de tekst van het wetsvoorstel alsnog te laten aansluiten bij het SER-advies.

 

Voorts menen VNO-NCW en MKB-Nederland dat het Voorontwerp onvoldoende aandacht heeft voor de specifieke situatie van concerns. Daar waar een holdingvennootschap een concernpolicy over de jaarlijkse doelen in de vorm van streefcijfers heeft opgesteld, zou dat de grote vennootschappen die onderdeel zijn van een dergelijk concern dienen te ontslaan van de verplichting hun eigen streefcijferdoelen op te stellen.

 

Tenslotte hebben zij nog enkele opmerkingen over de voorgenomen aanpassing van het Besluit inhoud bestuursverslag. In de bijlage wordt een en ander nader toegelicht.

 

VNO-NCW en MKB-Nederland verzoeken met het gestelde in de brief en de bijlage rekening te houden bij de verdere uitwerking van het wetsvoorstel .

 

Uiteraard zijn wij graag tot nader toelichting bereid.

 

Hoogachtend,

 

Mevrouw G. Dolsma

Plaatsvervangend directeur Beleid