Branchevereniging aan het woord: Netherlands Maritime Technology (NMT)

Stuur ons een bericht


We proberen binnen 2 werkdagen te reageren.
Verder gelden deze spelregels.
Annuleren
? Contact
23-05-2022

In deze serie interviews komen de brancheleden van MKB-Nederland en VNO-NCWaan het woord. Deze week: managing director Roel de Graaf van Netherlands Maritime Technology (NMT).

 

Wat is er te vertellen over uw branchevereniging?

‘De NMT is meer dan 100 jaar oud. De scheepbouwsector is dan ook al eeuwen belangrijk voor onze welvaart. De vereniging heeft 430 leden, die samen 30.000 werknemers hebben en 7 miljard omzetten. Ik heb hier 28 collega’s. De helft wordt bekostigd uit contributie en werkt direct voor leden aan lobby, netwerkevents en kennisuitwisseling. De andere helft wordt gefinancierd uit betaalde activiteiten als opleidingen, innovatieprojecten en internationale beurzen en handelsmissies. Daar gaat jaarlijks gemiddeld 4 miljoen euro in om.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘Zes jaar. Eerder werkte ik bij scheepwerven en maritieme toeleveranciers. Van de industrie wist ik veel, maar ik had in het begin eigenlijk geen idee hoe lobby werkt. Ik dacht dat men in Den Haag zelf wel zou weten wat belangrijk is. Maar nu weet ik dat lobby noodzakelijk is om de overheid goed te informeren over onze sector en wensen voor een gezonde industrie.’

 

Wat zijn belangrijke (lobby)kwesties?

‘De oorlog in Oekraïne heeft niet op alle leden evenveel impact, maar treft sommige bedrijven onevenredig zwaar. We volgen de situatie met grote zorgen. We begrijpen en ondersteunen de sancties, maar die hinderen onze bedrijven wel bij het leveren van hun producten, ook bij langdurige overeenkomsten van ver vóór de sancties. Zij worden aan hun lot overgelaten. Landen om ons heen maken gebruik van de door Europa verruimde steunmaatregelen, maar Nederland lijkt nog niet zover.

Ook COP26 raakt ons veel harder dan overheid zich waarschijnlijk had gerealiseerd. Klimaatdoelen zijn belangrijk, maar de maatregelen zorgen nu voor een ongelijk speelveld. Van de ene dag op de andere wordt gestart met de afbouw van verzekeringskredietrisico’s van fossiele projecten. En financiering door banken wordt ook steeds lastiger. Bij olie- en gasgebruik moet er een weloverwogen afbouw zijn, op z’n minst in overeenstemming met wat partners in de EU doen.’

 

En nog meer?

‘De aanbestedingen voor vier nieuwe onderzeeboten worden steeds verder uitgesteld. Onze industrie kan veel bijdragen aan de ontwikkeling, bouw en onderhoud, maar krijgt daarvoor geen steun van Defensie. De kennis en kunde die er is willen we graag behouden. Om dat beter uit te dragen, trekken we sinds begin dit jaar samen op met VNO-NCW, FME en de Stichting NIDV.

 

Ten slotte spreken we de minister van IenW aan op de vertraging van het vervangingsprogramma van de Rijksrederij. Van de tientallen schepen zijn er sinds 2015 nog maar drie gebouwd. Met meer werk kunnen we ons ook beter inzetten voor verduurzaming en de energietransitie en vergroten we onze exportkansen. Onze industrie heeft het door COVID en Oekraïneoorlog erg moeilijk en zou de orders goed kunnen gebruiken.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche(vereniging)?

‘Al drie jaar zien we een flinke groei van het aantal leden. Ze waarderen onze inspanningen en zijn zeer betrokken bij hun vereniging. Onze toekomst wordt eerder bedreigd doordat leden het zelf niet meer volhouden. De sector krimpt al sinds het wegvallen van overheidssteun 35 jaar geleden. Dat heeft de maritieme maakindustrie sterker gemaakt. De aanval is de beste verdediging, vind ik, maar ik vrees dat de sector zonder defensieve maatregelen uiteindelijk verdwijnt. Er komt een punt wanneer dat wat we zelf doen niet meer voldoende is om overeind te blijven.

Nederland en de EU willen strategisch autonoom zijn. Dat kan niet zonder de maritieme maakindustrie, maar die wordt nu verkwanseld. China heeft in de afgelopen 10 jaar 100 miljard euro gestoken in haar maritieme sector. Dat land is bezig ons weg te concurreren en zal dan de prijzen verhogen. Dan hebben we geen eigen schepen meer die nodig zijn voor de energie- en voedselvoorziening, kustverdediging en veiligheid op zee. Er moet EU-breed worden nagedacht hoe we de sector voor Europa kunnen behouden, al is het op kleine schaal.’

 

Waarom zijn jullie lid van MKB-Nederland?

‘We hebben lang autonoom gefunctioneerd en onze eigen lobby steeds verder verbeterd. Twee jaar geleden werden we lid van MKB-Nederland en omdat onze grote leden VNO-NCW-lid zijn, zitten we daar ook wel aan tafel. We sluiten aan bij de brede industrielobby en maken gebruik van deze kennis en netwerken. Zo bereiken we meer met minder werk en kunnen scherpere keuzes maken. We hebben dus geen spijt van het lidmaatschap.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘Ik ben scheepbouwer in hart en nieren en zit op deze positie omdat ik weet wat er in onze achterban leeft. Als ik zou mogen ruilen, dan liever met een werfdirecteur.’