Vroegpensioen

Vroegpensioen wordt door de overheid ontmoedigd, behalve voor mensen die hun leven lang lichamelijk en/of geestelijk zwaar werk hebben gedaan. Werkgevers vinden het belangrijk dat dit mogelijk blijft, daarom moet voorkomen worden dat de RVU-regeling die dit mogelijk maakt, ook gebruikt wordt door mensen met niet-zware beroepen.

Vroegpensioen

Stoppen met werken voor het bereiken van de pensioenleeftijd wordt ontmoedigd door de overheid met een boete. Er is een uitzondering voor sommige beroepen die lichamelijk of geestelijk zwaar zijn. Hiervoor is de vroegpensioen-regeling RVU.

Wat is vroegpensioen via de regeling RVU?

De RVU-regeling is een tijdelijke regeling waardoor werkgevers geen boete meer hoeven te betalen voor vroegpensioen; deze regeling maakt het daardoor mogelijk om afspraken te maken tussen werkgever en werknemer om eerder te kunnen stoppen met werk. De RVU was bedoeld voor medewerkers met zwaar werk die zich niet goed hebben kunnen voorbereiden op de stijging van de AOW-leeftijd. In verschillende cao's zijn afspraken gemaakt welke werknemers in aanmerking kunnen komen voor deze regeling.

Hoe voorkom je dat werken te zwaar wordt?

Hier valt nog wat te verbeteren Het is belangrijk dat vakmensen zich gedurende hun loopbaan breed kunnen ontwikkelen. Werken kan bijvoorbeeld door robotisering of goede werkinstructies minder zwaar worden gemaakt. Ook kunnen bedrijven mensen tijdig naar minder belastend werk overplaatsen. Een politieagent die jarenlang in de nooddienst heeft gewerkt, kan vanuit die ervaring bijvoorbeeld met gezag de media te woord staan. Een metselaar kan beginners in zijn beroep de fijne kneepjes van het vak leren. Het is belangrijk dat werkgevers samen met werknemers hierover goed nadenken.

Wie betaalt vroegpensioen?

Mensen die via de RVU met vroegpensioen gaan, krijgen tot hun pensioendatum een inkomen van hun laatste werkgever. Bijzondere uitkeringen zoals deze worden normaal gesproken standaard belast tegen een tarief van 52 procent inkomstenbelasting. Voor de RVU geldt dat de de werkgever over deze uitkering tot een bedrag van 26.000 euro per jaar geen belasting hoeft te betalen. Dat is een uitkomst van het Pensioenakkoord, dat de sociale partners en de overheid in 2019 hebben gesloten. Dit is een tijdelijke maatregel, die in eind 2025 afloopt. Het kabinet wil de regels daarna aanpassen, om de betaalbaarheid van de RVU te borgen. De tijdelijke regeling was bedoeld voor oudere werknemers, die onvoldoende tijd hadden zich voor te bereiden op de verhoging van de pensioenleeftijd (AOW-leeftijd).

Waarom wordt in 2024 vanwege vroegpensioen gestaakt door vakbonden?

De regeling voor vervroegd uittreden loopt af eind 2025. Werknemers, maar ook werkgevers, maken zich sterk voor een verlening van deze regeling. Het kabinet heeft een voorstel voor verlenging van de regeling gedaan, maar dat voorstel vinden de bonden nu nog onvoldoende. Het voorstel dat het kabinet heeft gedaan voor de vernieuwde RVU, vinden sommige vakbonden te mager. Minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) is zegt juist dat als we niet opletten, al snel ook de vernieuwde RVU onuitvoerbaar en te duur wordt. Hij rekende in de Tweede Kamer voor dat wanneer per jaar 15.000 mensen een RVU-uitkering krijgen, over drie jaar meer dan 1 op de 5 werknemers gebruik maken van de regeling. Dan kan je niet meer spreken van een regeling die er alleen is voor mensen met een zwaar beroep.

Wat vinden werkgevers van vroegpensioen?

De werkgevers willen ook dat er een regeling voor vervroegd uittreden mogelijk blijft voor mensen met zwaar werk. Daarbij is het aan werkgevers en werknemers om samen vast te stellen wat een zwaar beroep is. Daarbij zijn wel maatregelen nodig om de instroom beheersbaar te houden. De werkgevers willen niet dat de RVU tot een nieuwe variant van de oude VUT-regeling wordt (vervroegde uittreding). Die regeling gold ook voor mensen zonder zwaar werk, en was op een gegeven moment zo populair, dat tekorten op de arbeidsmarkt ontstonden. Momenteel wordt de regeling voor vroegpensioen gebruikt door mensen zonder zwaar werk. Gezien de vergrijzing en de structureel krappe arbeidsmarkt kunnen we ons dat als samenleving en economie niet permitteren. Dat een stukadoor of stratenmaker gedurende zijn werkzame leven zijn lichaam zwaar belast, staat buiten kijf. Voor dit soort beroepen moet vervroegde uittreding mogelijk blijven, vindt niet alleen het kabinet, maar vinden ook VNO-NCW en MKB Nederland. Maar in de politiek worden wel vragen gesteld bij het gegeven dat ook mensen die in een bibliotheek werken, of bijvoorbeeld de ambtenaar op een provinciehuis, in aanmerking komen voor vroegpensioen, net zoals dit momenteel geldt voor werknemers bijvoorbeeld langer dan vijf jaar in dienst zijn bij De Nederlandsche Bank.

Zijn werkgevers eigenlijk verplicht om mee te werken aan vroegpensioen?

Uitgangspunt bij de regeling is wederzijdse vrijwilligheid. Dat betekent dat zowel werkgever als de werknemer in moet stemmen met de regeling. Soms zijn er echter ook op cao-niveau collectieve afspraken gemaakt over welke werknemers het recht hebben op eerder stoppen met werken.